direct naar inhoud van Artikel 3 Maatschappelijk
Plan: Scholencluster Sweelinckstraat
Status: ontwerp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPEEKOM300004-on01

Artikel 3 Maatschappelijk

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. educatieve, sociale, medische, culturele, levensbeschouwelijke, sport- en recreatieve voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, of een combinatie daarvan, als ook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • b. tuinen;
  • c. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • d. wegen en paden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. parkeervoorzieningen en de daarbij horende ontsluitingswegen;
  • g. speelvoorzieningen, met uitzondering van jongerenontmoetingsplaatsen;
  • h. waterlopen en waterpartijen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage van het bouwvlak mag niet meer bedragen dan aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage';
  • c. ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen binnen het bouwvlak geldt de aanduiding zoals deze vermeld staat op de verbeelding.
3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde, mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak gebouwd worden. Overkappingen mogen echter uitsluitend vanaf 3,0 m achter de voorgevellijn gebouwd worden;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt per bouwperceel maximaal 40 m² , met dien verstande dat het achter de achtergevellijn aanwezige voor de hoofdbestemming bestemde erf voor niet meer dan 50 % wordt bebouwd;
  • c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3,0 m;
  • d. in uitzondering op het bepaalde onder c mag de bouwhoogte van erfafscheidingen maximaal 1 m bedragen;
  • e. in uitzondering op het bepaalde onder c mag de bouwhoogte van antennes, (tuin)verlichting, vlaggenmasten en alarminstallaties maximaal 8,0 m bedragen;
  • f. de bouwwerken geen gebouwen zijnde passen voor het overige naar aard en afmetingen bij deze bestemming.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Omgevingsvergunning erfafscheidingen

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 3.2.2 teneinde erfafscheidingen met een maximale bouwhoogte van 2 m toe te staan, mits voldaan wordt aan het volgende:

  • a. de bovenste 1 m van de erfafscheiding dient te bestaan uit een visueel open constructie;
  • b. de verkeersveiligheid mag niet onevenredig worden aangetast.
3.4 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • d. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • e. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding.
3.5 Procedure

Bij het stellen van nadere eisen als bedoeld in 3.4 geldt de procedure zoals vervat in artikel 10.