direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Correctie De Hazenberg en Rhienderen-Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBRHARH115000-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding voor het bestemmingsplan

De gemeente wil het bestemmingsplan 'De Hazenberg en Rhienderen-Noord' aanpassen zodat grote lawaaimakers en risicovolle inrichtingen expliciet worden uitgesloten. In dat bestemmingsplan zijn grote lawaaimakers en risicovolle inrichtingen niet aangemerkt als strijdig gebruik binnen de bestemming 'bedrijventerrein'. Hierdoor zijn deze functies gewoon toegestaan. De gemeente heeft de Hazenberg en Rhienderen-Noord niet bewust bestemd als terrein voor grote lawaaimakers en risicovolle inrichtingen en heeft ook nooit het geluidszonebeheer van dit industrieterrein op zich genomen. Ook in de praktijk zijn er geen bedrijven aanwezig die zich kwalificeren als grote lawaaimaker conform de Wet Geluidhinder. Het risico is aanwezig dat dergelijke bedrijven zich hier toch op termijn gaan vestigen, zonder dat dit is beoogd en dit heeft consequenties voor de omgeving. Er is al een voorbereidingsbesluit genomen om dit te voorkomen door grote lawaaimakers en risicovolle inrichtingen expliciet uit te sluiten en als vervolgstap wordt dit in voorliggend paraplubestemmingsplan geregeld. In dit document wordt dit toegelicht en gemotiveerd waarom dat kan volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Dit paraplubestemmingsplan geldt aanvullend op het vigerend bestemmingsplan.

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied betreft de bedrijventerreinen De Hazenberg en Rhienderen-Noord in Brummen. Bijgevoegde afbeelding toont globaal de ligging van het plangebied in de omgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBRHARH115000-VA01_0002.png"

Ligging plangebied (bron: openstreetmaps.org)

1.3 Geldend bestemmingsplan

Voor het plangebied geldt het bestemmingsplan 'De Hazenberg en Rhienderen-Noord' en dit parapluplan heeft betrekking op de regels van de bestemming 'Bedrijventerrein'. Het gemeentelijk beleid is dat grote lawaaimakers en risicovolle inrichtingen in zijn algemeenheid worden uitgesloten. De gemeente kiest bewust specifieke terreinen zoals Eerbeek-Zuid als terreinen waar grote lawaaimakers zich mogen vestigen. Op overige terreinen wil de gemeente grote lawaaimakers en risicovolle inrichtingen niet toestaan. Dit is in het geldend bestemmingsplan 'De Hazenberg en Rhienderen-Noord' echter niet geregeld binnen de bestemming 'Bedrijventerrein'.

Hoofdstuk 2 Uitvoerbaarheid

De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet ingevolge de Wet ruimtelijke ordening (Wro) aangetoond worden (artikel 3.1.6 lid 1 van het Bro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, ect.) als de economische uitvoerbaarheid van het plan. Daarvan wordt in dit hoofdstuk verslag gedaan.

Grote lawaaimakers en risicovolle inrichtingen worden door dit parapluplan uitgesloten. Daarmee is er een positief effect met betrekking tot het woon- en leefklimaat van omliggende milieugevoelige functies. Verder zijn ruimtelijke uitvoerbaarheidsaspecten voor voorliggend plan niet van belang.

Ingevolge de Wro moet bij vaststelling van een bestemmingsplan verhaal van plankosten zeker zijn gesteld. Voor dit bestemmingsplan geldt dat er geen andere plankosten zijn dan het opstellen en in procedure brengen van dit plan. Daarvoor zijn binnen de dagelijkse gemeentelijke begrotingen gelden beschikbaar. Hierdoor kan bewust afgezien worden van het opstellen van een exploitatieplan.

Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving

Onderhavig plan betreft een zogenaamd 'parapluplan'. Dit plan komt als het ware 'boven' het geldend onderliggend bestemmingsplan te liggen waarbij het onderliggend plan 'De Hazenberg en Rhienderen-Noord' onverminderd van toepassing blijft tot het moment dat deze herzien wordt door een ander plan (dus niet dit voorliggende plan).

Aan de bestemming 'Bedrijventerrein' van het bestemmingsplan 'De Hazenberg en Rhienderen-Noord' wordt toegevoegd dat risicovolle inrichtingen en geluidzoneringsplichtige inrichtingen niet zijn toegestaan. Deze begrippen zijn tevens toegevoegd aan de begripsbepalingen. Met deze regeling wordt aangesloten bij de wijze van bestemmen van het bestemmingsplan 'Uitbreiding Bedrijventerrein De Hazenberg'.

Hoofdstuk 4 Procedure

4.1 Inspraak en overleg

Voor dit plan met een beperkt effect is geen inspraak gehouden noch is het toegezonden aan de gebruikelijke overlegpartners. Het plan wordt direct als ontwerp ter inzage gelegd.

4.2 Verslag zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft met ingang van 29 juni 2018 voor de duur van zes weken voor een ieder ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn vier zienswijzen ingediend. In de Reactienota zienswijzen (zie bijlage 1) zijn de zienswijzen samengevat en van een reactie voorzien. De zienswijzen hebben niet geleid tot aanpassing van het plan. Het bestemmingsplan is ongewijzigd vastgesteld.