direct naar inhoud van Regels
Plan: Paraplubestemmingsplan bos-, natuur- en waterbestemmingen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBG700085-va01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

De geldende begripsbepalingen uit de onderliggende van kracht zijnde bestemmings- en wijzigingsplannen, zoals opgenomen in Bijlage 1, blijven onverminderd van toepassing, behoudens:

1.1 plan:

het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan bos-, natuur- en waterbestemmingen" met identificatienummer NL.IMRO.0213.BPBG700085-va01 van de gemeente Brummen;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 bestemmingsplan "Buitengebied 2008":

het bestemmingsplan "Buitengebied" met identificatienummer NL.IMRO.02130000BPBG700000VA01- van de gemeente Brummen;

1.4 bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan Archeologie":

het bestemmingsplan "Paraplubestemmingsplan Archeologie" met identificatienummer NL.IMRO.0213.BPBREEPARCH20000-va01 van de gemeente Brummen;

1.5 brandtoren:

uitkijktoren bedoeld om (bos)branden vroegtijdig te ontdekken;

1.6 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.7 bevoegd gezag:

bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning;

1.8 extensief recreatief medegebruik:

vormen van dagrecreatief medegebruik van gronden, in hoofdzaak zijn gericht op natuur- en landschapsbeleving, niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, paardrijden en sportvissen;

1.9 hoogzit:

uitkijkplek bestaande uit een ladder en een zitplaats op enige hoogte tegen een boom;

1.10 houtproductie:

het voortbrengen van hout op bedrijfsmatige wijze door een mede daarop afgestemd duurzaam beheer van bos;

1.11 HEN-water:

water van het hoogst ecologische niveau;

1.12 natte natuur

natuur die afhankelijk is van hoge grondwaterstanden, kwelafhankelijke natuur en overstromende natuur zoals in de uiterwaarden.

1.13 natte natuurwaarden:

de aan natte natuur toegekende waarde.

1.14 natuurlijke waarden:

de aan een gebied toegekende waarde gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang.

1.15 natuurobservatiehut:

een bouwwerk uitsluitend ten behoeve van het observeren van natuur en dieren;

1.16 normaal (agrarisch) medegebruik:

het regulier gebruik dat, gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor het (agrarisch) gebruik van de gronden, met inbegrip van maaien en beweiden van natuurgebieden, maaien en schonen van een sloot, de slootkant en andere waterpartijen en het aanleggen van wegen ter directe ontsluiting van een agrarisch bouwperceel.

1.17 normaal natuur- en landschapsonderhoud en beheer:

het onderhoud dat, gelet op de bestemming regelmatig noodzakelijk is voor een goed beheer, behoud en gebruik van de gronden en gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren, met inbegrip van onder andere het verwijderen opslag van bomen, opschonen van poelen, waterpartijen en watergangen, maaien en afvoeren van maaisel ten behoeve van verschraling, onderhoud van (recreatieve) paden, verwijderen (woekerende) exoten, knotten, aanplanten van nieuwe bomen, onderhoud van rabatten en daarmee vergelijkbare werken en werkzaamheden.

1.18 onderbemalen:

het kunstmatig verlagen van het waterpeil in een gebied;

1.19 oppervlaktewateren:

water dat zich in vloeibare vorm aan de oppervlakte bevindt;

1.20 omgevingsvergunning:

een vergunning als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

1.21 omgevingsvergunning ten behoeve van het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:

een vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder b van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo);

1.22 rabatten:

langwerpige beboste ophogingen die gelegen zijn tussen greppels;

1.23 voorziening ten behoeve van een ooievaarsnest:

een ander bouwwerk in de vorm van een paal, met daarop een rond platform waarop ooievaars een nest kunnen bouwen.

Artikel 2 Wijze van meten

De geldende wijze van meten uit de onderliggende van kracht zijnde bestemmings- en wijzigingsplannen, zoals opgenomen in Bijlage 1, blijft onverminderd van toepassing.

Artikel 3 Reikwijdte

De in Artikel 1 opgenomen begripsomschrijvingen gelden als aanvulling op de regels van de onderliggende bestemmings- en wijzigingsplannen, die zijn opgenomen in de lijst in Bijlage 1. De in Artikel 4, Artikel 5 en Artikel 6 opgenomen regels gelden ter vervanging van de regels, behorende bij de bestemmingen 'Bos", 'Natuur' en 'Water', voorkomend in de onderliggende bestemmings- en wijzigingsplannen, die zijn opgenomen in de lijst in Bijlage 1. Als gebruik wordt gemaakt van een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan "Buitengebied 2008":, waarbij enige bestemming wordt gewijzigd in 'Bos', 'Natuur' of 'Water', gelden de bij de bestemmingen 'Bos', 'Natuur' en 'Water' geldende regels uit dit paraplubestemmingsplan. De in Artikel 7 opgenomen regels voor het uitvoeren van werken (geen bouwwerken zijnde) en werkzaamheden gelden ter vervanging van de regels voor het uitvoeren van werken (geen bouwwerken zijnde) en werkzaamheden, voorkomend in de onderliggende bestemmings- en wijzigingsplannen, voor zover deze betrekking hebben op de bestemmingen 'Bos', 'Natuur' en 'Water'. Voor het overige blijven de regels en de verbeeldingen van de onderliggende plannen ongewijzigd van kracht.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 4 Bos

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de houtproductie en het behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden van het bos;
  • b. het behoud, herstel, ontwikkeling en bescherming van de aan natte omstandigheden gebonden landschapplijke en natuurlijke waarden ter plaatse van de aanduiding 'natuurwaarden (N)', en daaraan ondergeschikt de houtproductie;
  • c. het behoud, herstel en ontwikkeling van de landschappelijke en natuurlijke waarden die zijn gebonden aan natte omstandigheden ter plaatse van de aanduiding 'natte natuurwaarden (NN)' en daaraan ondergeschikt de houtproductie;
  • d. de waterlopen, beken, andere oppervlaktewateren en bijbehorende natuurvriendelijke oevers;
  • e. het vasthouden, bergen en afvoeren van grond-, oppervlakte- en hemelwater;
  • f. extensief recreatief medegebruik.

en de daarbij behorende wegen, paden, voorzieningen, bestaande parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere bouwwerken (geen gebouw zijnde).

4.2 Bouwregels

Op gronden met deze bestemming zijn andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan en voor andere bouwwerken geldt het volgende:

  • a. de hoogte van een brandtoren mag maximaal 30 m bedragen;
  • b. de hoogte van een hoogzit, een uitkijktoren, een natuurobservatiehut of een observatiescherm ten behoeve van natuurbeleving en faunabeheer mag maximaal 3 m bedragen;
  • c. de hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen;
  • d. de in lid 4.2 onder a, b en c genoemde bouwwwerken en het bijbehorende gebruik ervan geen nadelige gevolgen hebben voor de kernkwaliteiten, oppervlakte of samenhang van het Gelders Natuurnetwerk zoals bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingsverordening Gelderland (februari 2022) of de rechtsopvolger hiervan.
4.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden is het vergunningenstelsel dat is opgenomen in Artikel 7 van toepassing.

Artikel 5 Natuur

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. behoud, herstel en ontwikkeling van de natuurlijke en landschappelijke waarden;
  • b. behoud, herstel en ontwikkeling van de aan de natte omstandigheden gebonden natuur- en landschapswaarden alsmede de bescherming van deze waarden ter plaatse van de aanduiding 'natte natuur (NN)';
  • c. de waterlopen, beken, andere oppervlaktewateren en bijbehorende natuurvriendelijke oevers;
  • d. het vasthouden, bergen en afvoeren van grond-, oppervlakte en hemelwater;
  • e. extensief recreatief medegebruik.

en de daarbij behorende wegen, paden, voorzieningen, bestaande parkeervoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere bouwwerken (geen gebouw zijnde).

5.2 Bouwregels

Op gronden met deze bestemming zijn andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan en voor andere bouwwerken geldt het volgende:

  • a. de hoogte van een hoogzit of een uitkijktoren, een natuurobservatiehut of een observatiescherm ten behoeve van natuurbeleving en faunabeheer mag maximaal 3 m bedragen;
  • b. de hoogte van een voorziening ten behoeve van een ooievaarsnest mag niet meer bedragen dan 8 meter;
  • c. de hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen.
  • d. de in lid 5.2 onder a, b en c genoemde bouwwwerken en het bijbehorende gebruik ervan geen nadelige gevolgen hebben voor de kernkwaliteiten, oppervlakte of samenhang van het Gelders Natuurnetwerk zoals bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingsverordening Gelderland (februari 2022) of de rechtsopvolger hiervan
5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden is het vergunningenstelsel dat is opgenomen in Artikel 7 van toepassing.

Artikel 6 Water

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' bestemde gronden zijn bestemd voor:

  • a. categorie a-watergangen ter plaatse van de aanduiding 'a-watergang (A)', voor waterstaatkundige doeleinden en instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden;
  • b. categorie HEN-water, ter plaatse van de aanduiding 'hen (H)', voor:
    • 1. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van wateren die primair afhankelijk zijn van de waterkwaliteit ter plaatse, de watervoerendheid en doorstroming en de morfologie van de oevers van waterlopen en beken;
    • 2. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van gebiedseigen natuur- , ecologische en landschappelijke waarden,

met daaraan ondergeschikt de waterhuishouding en waterberging;

  • c. categorie Kanaal, ter plaatse van de aanduiding 'kanaal (K)', voor waterstaatkundige doeleinden en instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden, extensief recreatief medegebruik en oeverrecreatie;
  • d. categorie Rivier, ter plaatse van de aanduiding 'rivier (R)', voor waterstaatkundige doeleinden en instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden, de afvoer van water, ijs en sediment, beroeps- en pleziervaart, extensief recreatief medegebruik en oeverrecreatie.


En de daarbij behorende wegen, paden, voorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere bouwwerken (geen gebouw zijnde).

6.2 Bouwregels

Op gronden met deze bestemming zijn andere bouwwerken ten behoeve van deze bestemming toegestaan, waarbij de aanduidingen op de verbeelding van het bestemmingsplan "Buitengebied 2008": in acht worden genomen en waarvoro de volgende regels gelden:

  • a. de hoogte van bruggen, viaducten, verlichtings- en vlaggenmasten mag maximaal 8 m bedragen;
  • b. de hoogte van overige andere bouwwerken mag maximaal 2 m bedragen;
  • c. alvorens te beslissen op een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen op de gronden ter plaatse van de aanduiding 'hen (H)' wint het bevoegd gezag een bindend advies in bij de waterbeheerder, voor zover het belang van deze bestemming hierbij in het geding is.
6.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden is het vergunningenstelsel dat is opgenomen in Artikel 7 van toepassing.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 7 Overige regels

7.1 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
7.1.1 Werken en werkzaamheden
  • a. Het is verboden om zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de in de onderstaande tabel met een 'v' aangegeven werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren;
  • b. het verbod geldt niet in de gevallen die in lid 7.1.2 zijn vermeld;
  • c. de omgevingsvergunning wordt verleend met inachtneming van het bepaalde in lid 7.1.3;
  • d. de werken en werkzaamheden die in de tabel met een 'n' zijn vermeld zijn verboden;
  • e. de werken en werkzaamheden die in de tabel met een 't' zijn vermeld mogen zonder omgevingsvergunning worden uitgevoerd.
Activiteit     Bestemming  
  Bos   Bos met aanduiding 'natuur- waarden (N)'   Bos met aanduiding 'natte natuur- waarden (NN)'   Natuur   Natuur met aanduiding 'natte natuur (N)'   Water met beschermingszone HEN- water 'hen (H)'  
Ophogen, verlagen, egaliseren en afgraven van gronden;   v   v   v   v   v   v  
Aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden en andere oppervlakteverhardingen, en parkeerplaatsen alsmede het aanbrengen van oppervlakteverhardingen groter dan 100 m2*;   v   v   v   v   v   v  
Het verwijderen van onverharde paden;   v   v   v   v   v   -  
Graven, dempen, danwel ver(on)diepen, vergroten of anderszins herprofileren of verleggen van waterlopen, watergangen, greppels, kolken en overige natuurlijke oppervlaktewateren, alsmede het anderszins verlagen van de waterstand;   v   v   v   v   v    
Aanleggen, wijzigen of verwijderen van kades, duikers en voordes;   v   v   v   v   v   v  
Verwijderen of wijzigen van rabatten;   v   v   v   v   v   -  
Werken en werkzaamheden die de waterhuishouding beïnvloeden waaronder bemalen, onderbemalen en putten slaan en verwijderen;   v   v   v   v   v   -  
Wijzigen, verwijderen of aanleggen van drainage;   v   v   v   v   v   v  
Aanleggen, verwijderen of wijzigen ondergrondse kabels en leidingen (nutsvoorzieningen) en daarmee verband houdende constructies;   v   v   v   v   v   -  
Vellen en rooien van bomen, hakhout en andere houtopstanden en handelingen die de dood en beschadiging tot gevolg kunnen hebben;   t   v   v   v   v   -  
Bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden;   t   t   t   v   v   -  
Scheuren van grasland   -   -   -   v   v   -  
Diepploegen of diepwoelen;   n   n   n   n   n    
Heien en inbrengen van voorwerpen en stoffen in de bodem.   n   n   n   n   n   n  

*de activiteiten mogen in geen geval nadelige gevolgen hebben voor de kernkwaliteiten, oppervlakte of samenhang van het Gelders Natuurnetwerk zoals bedoeld in artikel 2.39 van de Omgevingsverordening Gelderland (februari 2022) of de rechtsopvolger hiervan.

7.1.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het in 7.1.1 onder a vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van de volgende werken en werkzaamheden:

  • a. werken en werkzaamheden in het kader van normaal natuur- en landschapsonderhoud en beheer van natuur- en bosgebieden met bijbehorend normaal (agrarisch) medegebruik;
  • b. werken en/of werkzaamheden welke zijn vergund en aangevangen dan wel in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;
  • c. werkzaamheden en/of maatregelen conform het van toepassing zijnde Beheerplan Natura 2000 en de daarin opgenomen instandhoudingsdoelstellingen;
  • d. het normale beheer en/of onderzoek op of in de gronden met een middelhoge, of hoge archeologische verwachtingswaarde en archeologisch waardevolle terreinen, zoals opgenomen in het "Paraplubestemmingsplan Archeologie" of de rechtsopvolger van dat bestemmingsplan.
7.1.3 Afwegingscriteria

De in lid 7.1 genoemde omgevingsvergunning wordt slechts verleend indien en voor zover:

  • a. de in 7.1.1 genoemde werken of werkzaamheden (dan wel door de gevolgen daarvan) de waarden en/of functies die het plan beoogt te beschermen niet blijvend onevenredig of niet onevenredig aantasten, tenzij hieraan door het stellen van voorwaarden voldoende tegemoet kan worden gekomen door middel van een onderbouwd inrichtingsplan;
  • b. geen (blijvende) significante aantasting plaatsvindt van de waterhuishoudkundige situatie met betrekking tot de (grond)waterkwaliteit en –kwantiteit en de waterbeheerder advies heeft gegeven;
  • c. geen (blijvende) significante aantasting plaatsvindt van de natuur-, landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische- en/of archeologische waarden van de (aangrenzende) gronden;
  • d. geen significante aantasting plaatsvindt van de ecologische kernkwaliteiten en omgevingscondities van het Gelders Natuurnetwerk en de Groene Ontwikkelingszones;
  • e. er geen sprake is van significante negatieve effecten op instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebieden of dat eventuele negatieve gevolgen worden gemitigeerd of gecompenseerd.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 8 Overgangsrecht

8.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan;
  • b. het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
8.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 9 Slotregel

Deze regels kunnen worden aangehaald onder de titel:

Regels van het Paraplubestemmingsplan bos-, natuur- en waterbestemmingen.