direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied, Den Broekweg 3
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBG700066-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

Aanleiding
Aan de Den Broekweg 3 in het buitengebied van Brummen staat een woonboerderij. In de naastgelegen schuur was voorheen een bronsgieterij gevestigd. De nieuwe eigenaar wil de bedrijfsbestemming wijzigen naar een reguliere woonbestemming. Er is ruimtelijk niets op tegen om deze bestemming aan te passen. Het geldende bestemmingsplan bevat een wijzigingsbevoegdheid waarmee dit mogelijk gemaakt kan worden. Via voorliggend document wordt gemotiveerd waarom medewerking wordt verleend en waarom dat kan volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro).

Ligging plangebied & geldende bestemming

Op de onderstaande afbeeldingen is een luchtfoto van het plangebied en de omgeving te zien, een aanzicht van de woonboerderij en een uitsnede van het geldende bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBG700066-va01_0002.png"

Luchtfoto van het plangebied (bron: ruimtelijkeplannen.nl)

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBG700066-va01_0003.png"

Aanzicht woonboerderij en naastgelegen schuur (bron: funda.nl)

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BPBG700066-va01_0004.png"

Uitsnede geldend bestemmingsplan (bron: ruimtelijkeplannen.nl)

Het plangebied maakt onderdeel uit van het bestemmingsplan "Buitengebied 2008" van de gemeente Brummen, vastgesteld op 17 december 2009. Het plangebied heeft de enkelbestemming 'Bedrijf (niet - agrarisch)'.

Planopzet

Gezien het eenvoudige karakter van dit initiatief en het beperkte effect op het ruimtelijke functioneren van het perceel en de relatie met de omgeving kent voorliggend document een andere, beperktere, opzet dan gebruikelijk bij bestemmingsplannen. De toelichting is veel korter.

De juridische regeling, bestaande uit de regels in combinatie met de verbeelding, sluit aan bij de gebruikelijke regeling binnen de gemeente. Aangesloten is bij de bestemmingssystematiek van het

bestemmingsplan "Buitengebied 2008" van de gemeente Brummen. Voorts voldoet voorliggend plan aan de eisen vanuit de Rsro2012.

Hoofdstuk 2 Beleid

Bij voorliggend initiatief, zie de aanleiding in hoofdstuk 1, is sprake van een bestemmingswijziging. In

het geldend bestemmingsplan is aan het perceel een bedrijfsbestemming toegekend waarbinnen een bedrijfswoning is toegestaan. Feitelijk is de bedrijfswoning al in gebruik als burgerwoning en brengt de wijziging naar een woonbestemming geen ruimtelijke veranderingen met zich mee. De woonbestemming sluit aan op de omliggende bestemmingen. Een verdere toetsing aan de beleidskaders van het rijk en provincie is niet noodzakelijk omdat dit plan van een dusdanig klein schaalniveau is en een dusdanig klein ruimtelijke effect heeft dat deze beleidsniveau niet raken aan dit plan.

Geldend bestemmingsplan
Met uitzondering van de wijzigingsbevoegdheid in het geldende bestemmingsplan "Buitengebied 2008" van de gemeente Brummen, vastgesteld op 17 december 2009, heeft het gemeentelijke beleid ook geen betekenis voor dit plan. Er komt geen bebouwing bij, de inrichting wordt niet anders en het functioneren ook niet. Onderstaand de wijzigingsbevoegdheid uit het geldende bestemmingsplan met een aantal criteria waar aan moet worden voldaan.

Artikel 6. Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de regels en/of plankaart van deze bestemming wijzigen. In artikel 25 is volgende wijzigingsbevoegdheid opgenomen:

- functiewijziging in wonen.

Criteria:

  • 1. Het wonen vindt uitsluitend plaats in de bestaande dienstwoning of in het gebouw waarin de dienstwoning is gelegen.
  • 2. Bij wijziging wordt het agrarisch bouwperceel of de bestemming 'Bedrijf' van de plankaart verwijderd en omgezet in de bestemming 'Wonen'.
  • 3. Uitsluitend de al dan niet bebouwde gronden, of een gedeelte ervan, dat direct is gelegen bij de woning en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van deze woning, maken deel uit van het nieuwe bestemmingsvlak ten behoeve van de functie wonen.
  • 4. Er wordt volledig rekening gehouden met de bestaande rechten van in de directe omgeving gelegen bedrijven en woningen en de bedrijven worden niet onevenredig in hun ontwikkelingsmogelijkheden geschaad.

Met toepassing van bovenstaande wijzigingsbevoegdheid wordt het bestemmingsvlak 'Bedrijf (niet - agrarisch) omgezet naar 'Wonen'. Hieronder wordt toegelicht hoe aan de bovengenoemde voorwaarden wordt voldaan.

  • 1. Het wonen vindt plaats in de huidige (bedrijfs)woning.
  • 2. De bestemming 'Bedrijf' wordt verwijderd en omgezet naar de bestemming 'Wonen'.
  • 3. Het bestemmingsvlak 'Bedrijf' omvat gebouwen, het erf en de tuin en wordt geheel omgezet in de bestemming 'Wonen'. Het wijkt in omvang niet af van andere woonbestemmingen in het buitengebied.
  • 4. In hoofdstuk 3 wordt toegelicht dat het initiatief aanvaardbaar is vanuit een milieuhygiënisch verantwoord woon- en leefklimaat en dat er geen negatieve gevolgen zijn voor omliggende bedrijven.

Ter plaatse van het plangebied gelden tevens de onderstaande bestemmingsplannen:

  • 'Paraplubestemmingsplan Archeologie';
  • 'Paraplubestemmingsplan Parkeren', vastgesteld op 18 oktober 2018;
  • 'Beschermingszone bestrijdingsmiddelen', vastgesteld op 25 oktober 2012.

Hoofdstuk 3 Uitvoerbaarheid

De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet als gevolg van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aangetoond worden (artikel 3.1.6 van het Bro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, etc.) als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan. Onderstaand een toets waaruit volgt dat het plan hieraan voldoet.

  • Geluid. Er wordt geen nieuwe geluidgevoelige functie toegevoegd. De woning is reeds in het plangebied aanwezig. Een akoestisch onderzoek is niet nodig.
  • Luchtkwaliteit. Er vinden geen ruimtelijke ontwikkelingen plaats. Dit initiatief draagt 'niet in betekenende mate' bij aan verslechtering van de luchtkwaliteit.
  • Geur. Ten noorden van het plangebied liggen aan Den Broekweg 5 en Den Broekweg 2 agrarische bedrijven. Dit betreffen beiden bedrijven met rundvee. Dit zijn zgn. vaste afstandsdieren waarvoor een minimale afstand geldt van 50 meter tot geurgevoelige objecten, zoals woningen. In onderhavige situatie bedraagt de afstand meer dan 190 resp. 250 meter, waarmee ruimschoots aan de afstandseis wordt voldaan. Er zijn geen belemmeringen vanuit het aspect geurhinder.
  • Externe veiligheid. De situatie in het plangebied blijft onveranderd.
  • Bodem. Op de locatie zijn diverse bodemonderzoeken uitvoerd. De rapportages hiervan zijn opgenomen in bijlage 1 (Verkennend bodemonderzoek en verhardingsonderzoek, bijlage 2 (Aanvullend verkennend bodemonderzoek) en bijlage 3 (Nader bodemonderzoek). Op het perceel is een ernstige verontreiniging met koper aangetroffen als gevolg van de bronsgieterij die hier in het verleden gevestigd was. Het volume wordt geschat op 320 m3. Er is geen sprake van humane, ecologisch of verspreidingsrisico's, zodat het een niet-spoedeisende verontreiniging betreft. De verontreiniging staat het gebruik van de woning niet in de weg. In geval van verbouw of nieuwbouw waarbij ingrepen in de bodem worden gedaan zal de verontreiniging (gedeeltelijk) moeten worden gesaneerd. Hiervoor dient een BUS-melding te worden uitgevoerd. Voorts is asbest in de puinfundatie van het oprijpad aangetroffen. Het volume dan deze verontreiniging wordt geschat op 20 m3. Ook dit moet worden gesaneerd, maar het staat het gebruik van de woning niet in de weg.
  • Bedrijven en milieuzonering. Er wordt geen nieuwe milieugevoelige functie toegevoegd, de woning is reeds aanwezig. Met voorliggend plan wordt een bedrijfsbestemming in het buitengebied gesaneerd. Vanuit dit aspect zijn er geen belemmeringen.
  • Water. Er wordt geen verharding in het plangebied toegevoegd, de situatie blijft onveranderd.
  • Cultuurhistorie en archeologie. De bestaande woonboerderij is een beeldbepalend pand, maar is niet formeel aangewezen als monument of als cultuurhistorisch waardevol. Er vinden geen (bodem)ingrepen plaats die eventueel aanwezige cultuurhistorische of archeologische waarden kunnen aantasten.
  • Verkeer en parkeren. De woning is reeds in het plangebied aanwezig, de verkeer- en parkeersituatie blijft gelijk.
  • Flora en fauna. Voorliggend plan betreft een bestemmingswijziging, er vinden geen nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen plaats. Bij ingrepen zoals slopen en kappen e.a. geldt de Flora- en Faunawet, dat staat los van het bepaalde in de Wro.
  • Economische uitvoerbaarheid. De plankosten zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Hiertoe zal de gemeente voorafgaand aan de planologische procedure met de initiatiefnemer een realisatieovereenkomst sluiten. Voor de realisatie van het plan hoeft de gemeente geen investering te doen. De kosten die door de gemeente gemaakt worden voor het voeren van de planologische procedure zijn verrekend in de leges. Tevens zal een overeenkomst betreffende de planschade worden afgesloten. Deze kosten komen eveneens voor rekening van de initiatiefnemer. Hiermee is de economische uitvoerbaarheid zeker gesteld.

 

Hoofdstuk 4 Juridische planbeschrijving

Het plangebied krijgt de bestemming "Wonen". In voorliggend plan worden de regels van het moederplan "Buitengebied 2008" van de gemeente Brummen van toepassing verklaard. Dit plan kent verder geen noemenswaardige bijzonderheden. Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.3 van het Bro.

Hoofdstuk 5 Procedure

Inspraak

Voor dit plan is geen inspraak gehouden. Het plan is van zeer beperkte omvang en reeds bekend bij de omwonenden.

Vooroverleg

Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Op basis van het eerste lid van dit artikel wordt overleg gevoerd met waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan afgezien worden van dit overleg. Voorliggend plan is als zodanig te beschouwen waardoor overleg als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro achterwege kan blijven.

Formele procedure

Het ontwerpwijzigingsplan heeft conform afdeling 3.4 Awb van 12 december 2019 tot en met 22 januari 2020 gedurende 6 weken ter inzage gelegen. Tijdens deze periode zijn er geen zienswijzen ingediend.