direct naar inhoud van 6.2 Regels
Plan: Voorsterweg 163
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBG700008-va01

6.2 Regels

De regels bestaan uit de volgende onderdelen:

  • hoofdstuk 1: inleidende regels;
  • hoofdstuk 2: bestemmingsregels;
  • hoofdstuk 3: algemene regels;
  • hoofdstuk 4: overgangs- en slotregels.
6.2.1 Inleidende regels

De inleidende regels omvatten de gebruikte begripsomschrijvingen en afkortingen (art. 1) en de wijze van meten (art. 2).

Begrippen

In Begrippen is een aantal begrippen nader gedefinieerd teneinde onduidelijkheid te voorkomen. Voor een gedeelte van de begrippen is aansluiting gezocht bij de SVBP2008, de rest is afkomstig uit het handboek Brummen en zijn in de gemeente gebruikelijke definities.

Wijze van meten

In Wijze van meten wordt aangegeven op welke wijze gemeten moet worden bij het beoordelen of de maatvoering in overeenstemming is met de regels.

6.2.2 Bestemmingsregels

In de bestemmingsregels zijn de regels voor de verschillende bestemmingen omschreven. Elk bestemmingsartikel is, overeenkomstig de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (uitgave 2008), in beginsel opgebouwd uit:

  • een bestemmingsomschrijving; een omschrijving van de doeleinden waarvoor de gronden zijn bestemd en de toegelaten bijbehorende bebouwing;
  • bouwregels; deze regels bevatten de voorgeschreven maatvoering van de bouwwerken;
  • nadere eisen;
  • afwijking van de bouwregels (indien van toepassing);
  • specifieke gebruiksregels (indien van toepassing);
  • afwijking van de gebruiksregels (indien van toepassing);
  • wijzigingsregels (indien van toepassing).

De bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke waarden'

De gronden ten westen en ten noorden van de bebouwing hebben de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschappelijke waarden'. De naam en de aard van deze bestemming sluit aan bij de bestemming van de gronden die de omgeving van het plangebied hebben in het Bestemmingsplan Buitengebied 2008.

Op deze gronden mogen geen gebouwen, zoals bijgebouwen, opgericht worden. Hier zijn alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, toegestaan met een maximale hoogte van 1,25 meter, zoals erfafscheidingen.

De bestemming 'Wonen'.

Deze bestemming omvat dat deel van het perceel waarop de woning en de bijbehorende bouwwerken zijn toegelaten. Binnen het bouwvlak mag één vrijstaande woning worden gebouwd. Het bouwvlak omsluit de bestaande woning, de bij de woning te betrekken voormalige stal en het tussengelegen terrein. De maximaal toelaatbare bouw- en goothoogte van de woning zijn met een maatvoeringssymbool op de verbeelding weergegeven.

Buiten het bouwvlak zijn bijgebouwen toegelaten met een gezamenlijke oppervlakte van 264 m2. Deze oppervlakte is gelijk aan de oppervlakte van de te handhaven schuur aan de noordzijde van het achtererf. De maximale bouw- en goothoogte van de toegelaten bijgebouwen bedragen respectievelijk 6 en 3 meter.

Maximaal 50 % van de vloeroppervlakte van de gebouwen mag worden benut voor het uitoefenen van een aan huis gebonden beroep of bedrijf. Voorwaarde is verder dat deze activiteiten geen aanzienlijke verkeersaantrekkelijke werking hebben.

Binnen deze bestemming mogen ook andere bouwwerken worden opgericht met een bepaalde, in de regels vastgelegde, omvang en hoogte, te weten: een zwembad, overkappingen en verlichtingsmasten.

Middels een omgevingsvergunning kan, onder voorwaarden, maximaal tot 10 % worden afgeweken van de maten die in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Verder is het mogelijk om met een omgevingsvergunning onder voorwaarden: een paardenbak aan te leggen met een maximale omvang van 1200 m2, de woning te splitsen en de woning tot een oppervlakte van maximaal 100 m2 te benutten voor een logies met ontbijt accommodatie, bestaande uit maximaal 5 kamers of 2 appartementen.

De dubbelbestemming 'Waarde-Archeologie'.

Een deel van het plangebied heeft een grote archeologische verwachtingswaarde volgens de Archeologische Verwachtingskaart van de gemeente Brummen. Daarom hebben deze gronden de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' gekregen. Bodemingrepen in gronden met deze dubbelbestemming kunnen alleen plaatsvinden als uit onderzoek is gebleken dat door deze ingrepen geen archeologische waarden worden aangetast. Alleen voor kleinschalige ingrepen met een omvang van maximaal 100 m2 en een diepte van minder dan 30 cm is het niet noodzakelijk om eerst te onderzoeken of er sprake is van archeologische waarden in de bodem. Middels een wijzigingsbevoegdheid is het mogelijk deze dubbelbestemming te laten vallen indien onomstotelijk is komen vast te staan dat de betreffende gronden geen archeologische waarden herbergen.

6.2.3 Algemene regels

In de Algemene regels van het plan zijn de volgende algemene regels opgenomen.

Anti-dubbeltelregel

In de Anti-dubbeltelregel wordt geregeld dat grond die reeds eerder bij een verleende bouwvergunning is meegenomen niet nog eens bij de verlening van een nieuwe bouwvergunning mag worden meegenomen. Deze regel is rechtstreeks overgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening.

Algemene gebruiksregels

Hierin is bepaald welk gebruik van de grond strijdig is met de regels, te weten: het opslaan van materialen in de open lucht buiten het bouwperceel, het gebruik van de grond voor speciale teelten en de exploitatie van een seksinrichting.

6.2.4 Overgangs- en slotregels

In het plan zijn de volgende Overgangs- en slotregels opgenomen.

Overgangsrecht

In het Overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bestaande zaken en rechten die niet in overeenstemming zijn met de overige regelingen in dit bestemmingsplan. De regels voor het overgangsrecht zijn overgenomen uit het Besluit ruimtelijke ordening, waarin standaard overgangsrecht voor bestemmingsplannen is opgenomen.

Slotregel

De Slotregel bevat de titel van het bestemmingsplan.