direct naar inhoud van 3.5 Externe veiligheid
Plan: Buitengebied, partiële herziening Ringlaan ongenummerd (nabij de Mozartstraat)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BPBG700002-va02

3.5 Externe veiligheid

Algemeen

Eén van de kerntaken van de overheid is het bieden van een veilige leefomgeving voor haar burgers. In die zin draagt de gemeente een belangrijke verantwoordelijkheid als het gaat om veiligheid.

Tegelijkertijd moet er een afweging zijn tussen de ambities enerzijds en de maatschappelijke kosten anderzijds. Hoge veiligheidsambities hebben immers grote financiële consequenties. Het spanningsveld tussen veiligheidsniveau en acceptabele maatschappelijke kosten vraagt dan ook om een heldere visie op het veiligheidsvraagstuk.

Uitwerkingen

Het plaatsgebonden risico (PR) geeft inzicht in de theoretische kans op overlijden van een individu op een horizontale afstand van een risicovolle activiteit. Hierbij wordt verondersteld dat een (fictieve) persoon zich gedurende 24 uur per dag gedurende een heel jaar, onbeschermd op een plaats bevindt. De grenswaarde van het plaatsgebonden risico mag niet worden overschreden. Deze is voor nieuwe situaties 1 op de 1.000.000, en voor bestaande situaties 1 op de 100.000.

Het groepsrisico (GR) wordt naast de mogelijke ongevallen en bijbehorende ongevalfrequentie bepaald door de aanwezige mensen in de nabijheid van een eventueel ongeval. Met het groepsrisico wordt aangegeven hoe hoog het aantal slachtoffers bij een ongeval kan zijn op basis van de aanwezige mensen. Het gaat hier om een oriënterende waarde.

Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)

In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zijn de risiconormen voor externe veiligheid met betrekking tot bedrijven met gevaarlijke stoffen wettelijk vastgelegd. Het Besluit heeft als doel zowel individuele burgers als groepen burgers een minimum beschermingsniveau te bieden tegen een ongeval met gevaarlijke stoffen. Om dit doel te bereiken verplicht het besluit het bevoegde gezag in het kader van de Wet milieubeheer en de Wet op de ruimtelijke ordening afstand te houden tussen gevoelige objecten (zoals woningen en dergelijke) en risicovolle bedrijven.

Binnen en rondom het plangebied zijn geen Bevi-bedrijven en/of BRZO bedrijven gelegen.

Mobiele bronnen, buisleiding

Onder mobiele bronnen wordt verstaan het vervoer van gevaarlijke stoffen, over de weg, het spoor en buisleidingen.

Het beleid ten aanzien van buisleidingen is aan veranderingen onderhevig. Vooralsnog is de Circulaire "Regels inzake de zonering langs hogedrukaardgastransportleidingen" en de Circulaire "Bekendmaking van voorschriften ten behoeve van de zonering langs transportleidingen voor brandbare vloeistoffen van de K1, K2 en K3 categorie" van toepassing.

In de nieuwe regelgeving (AMvB Buisleidingen) gaan de afstanden verdwijnen en dienen risico's te worden berekend (plaatsgebonden risico en groepsrisico). Aanleg nieuwe leidingen wordt zodanig dat PR 10-6 contour zo veel mogelijk 'op de leiding' ligt (binnen belemmerde strook). De verwachting is dat in veel gevallen de contour PR 10-6 kleiner zal zijn dan de circulaire afstand. Plaatsgebonden risico (PR) 10-6 wordt als grenswaarde voor kwetsbare bestemmingen aangehouden. Er dient een verantwoording van het groepsrisico (GR) plaats te vinden. Knelpunten bij bestaande situaties (woningen binnen PR 10-6 bestaande leiding) zijn verantwoordelijkheid van de leidingbeheerder.

Langs de nabij gelegen Weverweg ligt een hoogdrukaardgasleiding van 40 bar, 6". Het vigerend beleid voor aardgasbuisleidingen is momenteel de circulaire 'Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen'.

Planologisch, technische en economische belangen kunnen tot een kleinere toetsingsafstand leiden. In die gevallen dienen minimaal de afstanden ten worden aangehouden. Voor een buisleiding van 6" en een werkdruk van 40 bar geldt bij incidentele bebouwing een toetsafstand van 4 meter.

De afstand van de leiding tot overige gebouwen, zoals schuren, opslagplaatsen, dierenverblijven, zomerhuisjes, kassen en dergelijke, dient in principe ten minste te voldoen aan de volgende afstand: voor een buisleiding met een diameter van 6" en een werkdruk van 40 bar, 4 meter.

Conclusie

Het onderdeel externe veiligheid vormt geen belemmering voor het plangebied.