direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Buitengebied, Pongeweg 4A, Hall
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0213.BP78445-va01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding voor het bestemmingsplan

In 2018 is op het perceel aan de Pongeweg 4A te Hall een woning gerealiseerd met omliggende tuingronden.

Een deel van het perceel heeft nu nog de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie'. In het verleden had de toenmalige bewoner van het naastgelegen perceel Pongeweg 4-6 hier een minicamping. Deze bestaat niet meer, maar de bestemming is er nog. De recreatiebestemming wordt met voorliggend plan verwijderd. Een ander deel van het perceel heeft nu de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden A'. Ook dat wordt aangepast met als achterliggende motivering dat deze gronden in gebruik zijn als tuin bij de woning en deze bestemming derhalve niet goed past.

Er is discussie of de woning binnen of net buiten het bestemmingsvlak met de bestemming Wonen is gebouwd. Voor zover er sprake zou zijn van een overschrijding van het bestemmingsvlak is deze gering en acceptabel. In dit bestemmingsplan is het bestemmingsvlak ten behoeve van het wonen dan ook ietsje verruimd.

Er vinden met voorliggend initiatief geen ruimtelijke ingrepen plaats zoals slopen of bouwen van bouwwerken.

Omdat bovenstaande plannen goed inpasbaar zijn op de locatie, is de gemeente bereid om medewerking te verlenen aan een herziening van het bestemmingsplan. In dit document wordt dit toegelicht en gemotiveerd waarom dat kan volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro).

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied is gelegen aan de Pongeweg 4A te Hall in het buitengebied van gemeente Brummen. Bijgevoegde afbeelding toont globaal de ligging van het plangebied in de omgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BP78445-va01_0002.png"

Ligging van het plangebied in de omgeving (bron: openstreetmap.org)

1.3 Planopzet

Gezien het eenvoudige karakter van dit initiatief (er vinden geen ruimtelijke ingrepen plaats) en de beperkte impact van het plan op de omgeving heeft de toelichting een compacte opzet.

Het juridische deel van het plan, bestaande uit regels in combinatie met de verbeelding, sluit aan bij de gebruikelijke regeling binnen de gemeente. Aangesloten is bij de bestemmingssystematiek van het

bestemmingsplan "Buitengebied 2008, Pongeweg 4-6" en het "Paraplubestemmingsplan Archeologie" van de gemeente Brummen. Het bestemmingsplan voldoet aan de eisen vanuit de Rsro2012.

Hoofdstuk 2 Het initiatief

In dit hoofdstuk wordt het initiatief beschreven. Eerst wordt ingegaan op de bestaande situatie van het plangebied en de relatie met de omgeving. Daarna wordt ingezoomd op het beoogde initiatief.

2.1 Huidige situatie

Aan de Pongeweg 4A te Hall is in 2018 in het kader van de rood voor rood regeling een woning gerealiseerd. De huidige bewoners hebben de woning in 2019 gekocht en in 2020 in gebruik genomen. De omliggende gronden waren reeds ingericht als tuin. In de tuin zijn enkele speeltoestellen geplaatst zoals een schommel en een trampoline, er is een retentievijver aangelegd voor het infiltreren van hemelwater op het perceel en een terrasje gerealiseerd om te zitten. Op navolgende afbeelding is de huidige situatie van het plangebied weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BP78445-va01_0003.png"

Luchtfoto van de huidige situatie, plangebied rood omkaderd. (Bron: Pdok viewer).

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BP78445-va01_0004.png"

Aanzicht perceel aan de Pongeweg 4A. (Bron: Google streetview).

2.2 Toekomstige situatie

De gronden aan de achterzijde van de woning zijn in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 2008, Pongeweg 4-6' bestemd als 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' als ook 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden A'. De hierbij horende (gebruik)rechten zijn niet passend bij het gebruik als tuin bij de woning dat hier heel logisch is en landschappelijk / stedenbouwkundig ook prima past.

De hierbij horende (gebruik)rechten zijn ongewenst en niet passend. De wens is het perceel te kunnen inrichten en gebruiken als tuin bij de woning middels de bijpassende bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin'. Met voorliggend bestemmingsplan zullen de bij deze bestemming passende functies als speeltoestellen (schommel en een trampoline), een retentievijver en een terrasje behouden kunnen blijven. Langs de noordoostelijke rand van her perceel heeft initiatiefnemer het plan om fruitbomen te planten. Het gebruik van de gronden als privétuin heeft minder impact op de omgeving dan de realisatie van een minicamping, voor de gemeente voldoende reden om medewerking te verlenen aan herziening van het bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BP78445-va01_0005.png"

Luchtfoto met het perceel Pongeweg 4A (rood omlijnd) en de vigerende bestemming (Bron: ruimtelijkeplannen.nl).

Door een klein verschil tussen de ligging van de woning en het bestemmingsvlak, zie hiertoe par. 1.1, wordt het bestemmingsvlak iets vergroot. Er vinden geen bouw of sloopwerkzaamheden plaats aan de woning of elders op het perceel.

Hoofdstuk 3 Beleidskader

3.1 Rijksbeleid

Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

Per januari 2021 is de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) van kracht. De NOVI biedt een langetermijnperspectief op de ontwikkeling van de leefomgeving in Nederland tot 2050. Met de NOVI geeft het kabinet richting aan de grote opgaven die het aanzien van Nederland de komende dertig jaar ingrijpend zullen veranderen. Denk aan het bouwen van nieuwe woningen, ruimte voor opwekking van duurzame energie, aanpassing aan een veranderend klimaat, ontwikkeling van een circulaire economie en omschakeling naar kringlooplandbouw. Alles met zorg voor een gezonde bodem, schoon water, behoud van biodiversiteit en een aantrekkelijke leefomgeving.

Met de NOVI benoemt het Rijk nationale belangen, geeft het richting op de vier prioriteiten en helpt keuzes maken waar dat moet. Want niet alles kan overal. Deze visie is ontwikkeld in nauwe samenwerking met provincies, gemeenten, waterschappen, maatschappelijke instellingen en burgers.

De NOVI is vastgesteld op grond van de geldende regelgeving omdat de Omgevingswet nog niet in werking is. De NOVI voldoet tevens aan de eisen die de Omgevingswet stelt aan een omgevingsvisie. Zodra de Omgevingswet in werking is getreden, zal deze omgevingsvisie dan ook gelden als de Nationale Omgevingsvisie in de zin van deze wet.

Met de komst van de NOVI komen meerdere nationale beleidsstukken te vervallen, waaronder de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro). Strategisch relevante delen van de SVIR en het Barro worden echter opgenomen in de NOVI en blijven daarmee ook na inwerkingtreding van de NOVI gelden. Dit bestemmingsplan zal daarom ook aan dit beleid worden getoetst.

Gebiedsgericht

De NOVI benoemt een aantal aspecten van nationaal ruimtelijk belang. Het betreft de bescherming van de waterveiligheid aan de kust en rond de grote rivieren, bescherming en behoud van de Waddenzee en enkele werelderfgoederen, de uitoefening van defensietaken, het Natuurnetwerk Nederland (voorheen de ecologische hoofdstructuur), de elektriciteitsvoorziening, de toekomstige uitbreiding van het hoofd(spoor)wegennet en de veiligheid rond rijksvaarwegen.

In het Barro waren regels opgesteld waarmee deze gebiedsbescherming juridisch verankerd is richting lagere overheden. Via het Besluit ruimtelijke ordening en het Besluit omgevingsrecht zijn deze regels aanvullend vastgelegd.

Ladder duurzame verstedelijking

Een meer algemeen onderwerp uit de SVIR is 'duurzame verstedelijking'. Via de 'ladder voor duurzame verstedelijking' wordt een zorgvuldige afweging en besluitvorming geborgd bij ruimtelijke vraagstukken in stedelijk gebied. Het gebruik van deze ladder is opgenomen in het Bro (artikel 3.1.6 onder 2).

De ladder richt zich op nieuwe stedelijke ontwikkelingen. In de toelichting van een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt, dient de behoefte aan die ontwikkeling te worden beschreven. Als de ontwikkeling buiten het bestaand stedelijk gebied plaatsvindt, moet bovendien gemotiveerd worden waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.

Het Bro beschrijft wat een stedelijke ontwikkeling is: "een ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen." Onder 'bestaand stedelijk gebied' wordt het volgende verstaan: "bestaand stedenbouwkundig samenstel van bebouwing ten behoeve van wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel of horeca, alsmede de daarbij behorende openbare of sociaal culturele voorzieningen, stedelijk groen en infrastructuur."

Planspecifiek

Gebiedsgericht

Het plangebied ligt niet in een van de aangewezen gebieden van de SVIR en het Barro. Het plan raakt daarmee geen rijksbelangen.

Ladder duurzame verstedelijking

Voorliggend plan betreft enkel het vastleggen van een feitelijke situatie. Er is geen sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de zin van de ladder. Een nadere toetsing aan de ladder is daarom niet nodig.

Conclusie

Het plan is passend binnen het rijksbeleid.

3.2 Provinciaal beleid

Algemeen

In de Omgevingsvisie Gaaf Gelderland (december 2018) staan de hoofdlijnen van het provinciale ruimtelijk beleid. De Omgevingsvisie Gaaf Gelderland gaat in de breedte over het beleid van de provincie voor de fysieke leefomgeving. De visie integreert een vijftal beleidsterreinen: ruimte, natuur, water, milieu en verkeer en vervoer. Op 24 september 2014 is door Provinciale Staten van Gelderland de Omgevingsverordening Gelderland vastgesteld. Deze is sindsdien diverse malen geactualiseerd. De Omgevingsverordening is een uitwerking van de Omgevingsvisie en stelt regels waaraan bestemmingsplannen moeten voldoen.

Omgevingsvisie Gaaf Gelderland

De provincie wil de focus leggen op een duurzaam, verbonden en een economisch krachtig Gelderland. Door daarin te investeren wil de provincie werken aan een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland centraal. Om dat te bereiken wordt de focus gelegd op zeven ambities op het gebied van energietransitie, klimaatadaptatie, circulaire economie, biodiversiteit, bereikbaarheid, vestigingsklimaat en woon- en leefomgeving. Deze ambities worden hieronder kort samengevat:

  • Een versnelde energietransitie, gericht op forse vergroting van het aandeel duurzame energie en passend bij de Gelderse kwaliteiten;
  • Een op de toekomst toegerust beschermend klimaatbeleid;
  • Een voortvarend en innovatief circulair beleid;
  • Een stimulerend en beschermend beleid voor biodiversiteit;
  • Efficiënte, duurzame en innovatieve bereikbaarheid, toegesneden op de veranderende vraag;
  • Een duurzaam, dynamisch en toegankelijk economisch vestigingsklimaat, waar voor ondernemers en inwoners een sterke aantrekkingskracht vanuit gaat;
  • Een duurzaam en divers woon- en leefklimaat, dat steeds weet te anticiperen op ontwikkelingen.

Naast deze zeven ambities blijft het beleid uit de Omgevingsvisie uit 2014 gelden. Het gaat om de aanwijzing van functies van regionale oppervlaktewateren, van gebieden waar milieukwaliteit bijzondere bescherming behoeft, van Natura 2000-gebieden en van bijzondere natuurgebieden.

Omgevingsverordening Gelderland

De verordening voorziet ten opzichte van de Omgevingsvisie niet in nieuw beleid en is daarmee dus beleidsneutraal. De inzet van de verordening als juridisch instrument om de doorwerking van het provinciaal beleid af te dwingen is beperkt tot die onderdelen van het beleid waarvoor de inzet van algemene regels noodzakelijk is om provinciale belangen veilig te stellen of om uitvoering te geven aan wettelijke verplichtingen.

Klimaatadaptatie

De provinciale omgevingsverordening die op 1 februari 2022 van kracht is geworden bevat de instructieregel klimaatadaptie (2.65b). Voor zover een bestemmingsplan een nieuwe activiteit of ontwikkeling mogelijk maakt, moet op basis van deze instructieregel de toelichting bij het bestemmingsplan een beschrijving bevatten van de maatregelen of voorzieningen die worden getroffen om de risico's van klimaatverandering te voorkomen of te beperken en de afweging die daarbij is gemaakt. In die beschrijving moeten in ieder geval de volgende aspecten worden betrokken: waterveiligheid, wateroverlast, droogte en hitte.

Planspecifiek

De Omgevingsvisie en -verordening voorzien niet in specifiek beleid ten aanzien van het plan. Gelet op de aard, kleinschaligheid en beperkte impact van het plan wordt geconcludeerd dat vanuit provinciaal beleid geen bezwaren tegenover het plan bestaan. Omdat er geen sprake is van een plan dat voorziet in ruimtelijke ontwikkelingen, is een nadere toetsing aan het aspect klimaatadaptatie niet aan de orde. De Omgevingsvisie en -verordening staan het plan niet in de weg.

Conclusie

Het plan is passend binnen het provinciale beleid.

3.3 Gemeentelijk beleid

Voorliggend initiatief is uitsluitend getoetst aan het bestemmingsplan. Verdere toetsing aan gemeentelijk beleid is gelet op de ingreep en het zeer beperkte ruimtelijke effect niet van toepassing.

3.3.1 Geldend bestemmingsplan

Ter plaatse van het plangebied geldt het bestemmingsplan "Buitengebied 2008, Pongeweg 4-6", vastgesteld op 18 september 2014. Het plangebied heeft de bestemming 'Wonen' waarbinnen één woning aanwezig is. De gronden rond de woning hebben de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden A'. Deze gronden zijn ingericht als grasland en worden gebruikt als speelterrein door de kinderen. Feitelijk zijn deze gronden in gebruik als tuin bij de woning. De gronden aan de achterzijde van de woning hebben de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' waarbinnen een mini camping is toegestaan. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt door de huidige eigenaren.

De navolgende afbeelding toont een uitsnede van het geldende bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0213.BP78445-va01_0006.png"

Uitsnede geldend bestemmingsplan (bron: ruimtelijkeplannen.nl)

Ter plaatse van het plangebied gelden tevens de onderstaande paraplubestemmingsplannen:

  • 'Paraplubestemmingsplan landschapselementen buitengebied', vastgesteld op 23 maart 2023: Binnen dit bestemmingsplan heeft het plangebied de gebiedsaanduidingen 'overige zone - ontginningengebied' en 'overige zone - Veluweflank'.
  • 'Paraplubestemmingsplan bos-, natuur- en waterbestemmingen', vastgesteld op 18 oktober 2022. Deze heeft geen invloed op onderhavige locatie;
  • 'Paraplubestemmingsplan Archeologie', vastgesteld op 15 oktober 2020. Binnen dit bestemmingsplan heeft het plangebied de dubbelbestemmingen  'Waarde - Archeologie Laag' en 'Waarde - Archeologie middelmatig'.
  • 'Paraplubestemmingsplan Parkeren', vastgesteld op 18 oktober 2018. Binnen dit bestemmingsplan heeft het plangebied de gebiedsaanduiding 'overige zone - parkeernormen buitengebied':
  • 'Beschermingszone bestrijdingsmiddelen', vastgesteld op 25 oktober 2012.

Strijdigheid met het bestemmingsplan

Met voorliggend plan wordt geen nieuwe bebouwing gerealiseerd of gesloopt en wordt de inrichting niet aangepast. Slechts de strijdigheid dat gronden met de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' en de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden A' als tuin bij de woning wordt aangepast als ook de bestemming 'Wonen' wordt ietsje vergroot, waarmee zeker wordt gesteld dat de woning binnen het bestemmingsvlak past. In dit bestemmingsplan is het bestemmingsvlak ten behoeve van het wonen dan ook ietsje verruimd.

Hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid

De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet als gevolg van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aangetoond worden (artikel 3.1.6 van het Bro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, etc.) als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan.

Bodem

In het plan worden geen bouwwerken gerealiseerd en vinden geen (bodem)ingrepen plaats: de woning is er al en de tuinen al in gebruik. Ten behoeve van de bouw van de woning is de bodem destijds geschikt bevonden voor de beoogde functies. Dit onderzoek is, ter informatie, als bijlage 1 bij dit bestemmingsplan opgenomen.

Lucht

Dit project is overduidelijk een project dat de drempel van 'niet in betekende mate' niet te boven gaat. De drempel is immers de realisatie van meer dan 1.500 huizen of een toename door het project van de vervuiling met meer dan 3%. Een nadere toetsing ten aanzien van het aspect luchtkwaliteit kan daarom achterwege blijven.

Geluid

Er wordt geen nieuwe geluidsgevoelige functie toegevoegd. De woning is reeds in het plangebied aanwezig. Een akoestisch onderzoek is niet nodig.

Geur

Er wordt geen geurgevoelige bestemming toegevoegd. De woning is reeds in het plangebied aanwezig. Het perceel heeft in de huidige situatie al de bestemming 'Wonen'(welke een klein beetje groter wordt zodat de gehele woning binnen deze bestemming valt). Er zijn in de directe omgeving geen agrarische bedrijven aanwezig die door deze beperkte wijziging belemmerd zouden kunnen worden.

Milieuzonering

Er wordt geen gevoelige bestemming toegevoegd. Er zijn in de omgeving geen bedrijfsmatige functies aanwezig die hinder veroorzaken of die door de beperkte wijziging in voorliggend plan nadelig beïnvloed zouden kunnen worden. Vanuit het aspect milieuzonering zijn er geen belemmeringen.

Externe veiligheid

De situatie in het plangebied blijft onveranderd. Een analyse van de externe veiligheid in het plangebied is niet aan de orde.

Water

Er wordt geen verharding in het plangebied toegevoegd, de situatie blijft onveranderd. Er zijn geen waterhuishoudkundige belangen in het geding. De digitale watertoets, zie bijlage 2, bevestigt e.e.a. ook.

Ecologie

Voorliggend plan betreft een wijziging van de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' en de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden A' naar de bestemming 'Tuin' en een kleine verplaatsing van de grens van de woonbestemming. Er vinden geen ruimtelijke ontwikkelingen plaats zoals slopen of bouwen of het verwijderen van beplantingen. Aantasting van beschermde soorten flora of fauna is derhalve niet aan de orde. Omdat er geen sprake is van ruimtelijke ingrepen en er reeds wordt gewoond kan een toename van stikstofdepositie op nabijgelegen Natura 2000-gebieden worden uitgesloten.

Verkeer en parkeren

De woning is reeds in het plangebied aanwezig, de verkeer- en parkeersituatie blijft onveranderd.

Cultuurhistorie

De bestaande woning is een aantal jaren geleden gebouwd en wordt derhalve niet aangemerkt als monument of als cultuurhistorisch waardevol. Er zijn geen andere cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig in het plangebied.

Archeologie

Er vinden geen (bodem)ingrepen plaats die eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen aantasten. Het plangebied heeft nagenoeg in zijn geheel de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie laag'. De aanplant van fruitbomen is toegestaan.

Milieueffectrapportage

Het bestemmingsplan maakt geen activiteit mogelijk die is opgenomen in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. Er geldt daarom geen m.e.r-plicht, geen m.e.r.-beoordelingsplicht en ook is het niet noodzakelijk een vormvrije m.e.r.-beoordeling uit te voeren.

Economische uitvoerbaarheid

De plankosten zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Voor de realisatie van het plan hoeft de gemeente geen investering te doen. De kosten die door de gemeente gemaakt worden voor het voeren van de planologische procedure zijn verrekend in de leges. Tevens zal een overeenkomst betreffende de planschade worden afgesloten. Deze kosten komen eveneens voor rekening van de initiatiefnemer. Hiermee is de economische uitvoerbaarheid zeker gesteld.

Hoofdstuk 5 Juridische planbeschrijving

5.1 Algemeen

Het bestemmingsplan is opgezet volgens de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).

Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.

De toelichting heeft geen rechtskracht, maar is wel een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan dit plan ten grondslag liggen. De toelichting is van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing.

Daarnaast maken ook eventuele bijlagen onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.

Verbeelding

De verbeelding is een digitale kaart, waarop bestemmingen en aanduidingen zijn weergegeven. Aanduidingen worden gebruikt om bepaalde zaken specifieker te regelen, bijvoorbeeld in de vorm van gebiedsaanduidingen, bouwaanduidingen, bouwvlakken, functieaanduidingen etc.

Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van een digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaart en/of kadastrale kaart). Daar waar een verschil is tussen de digitale en de analoge verbeelding, is de digitale versie leidend.

Regels

De planregels zijn standaard onderverdeeld in vier hoofdstukken.

  • Hoofdstuk I : Inleidende regels, deze bevat en de begrippen en wijze van meten;
  • Hoofdstuk II: Bestemmingsregels, dit zijn de verschillende bestemmingen op alfabetische volgorde. De regels bevatten een bestemmingsomschrijving en regels voor het bouwen en het gebruik.
  • Hoofdstuk III: Algemene regels, dit zijn regels die gelden voor alle bestemmingen. Dit zijn onder meer (mogelijke) flexibiliteitsbepalingen in de vorm van wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden.
  • Hoofdstuk IV: Overgangs- en slotbepalingen.

5.2 Wijze van bestemmen

Voor de opzet van dit plan is aansluiting gezocht bij de regels van bestemmingsplan "Buitengebied 2008, Pongeweg 4-6" en het "Paraplubestemmingsplan Archeologie" van de gemeente Brummen.

Voorliggend bestemmingsplan bevat de volgende bestemmingen:

  • Wonen : in vergelijking met het voorgaande bestemmingsplan wordt de bestemming Wonen aan de noordoostzijde met enkel decimeters vergroot, zodat de reeds gebouwde woning in zijn geheel binnen deze bestemming komt te liggen.
  • Tuin: deze bestemming is toegekend aan de gronden rond de woning. De gronden mogen wel worden gebruikt ten behoeve van de woonfunctie, maar er zijn geen gebouwen toegestaan. In de regels is opgenomen dat op deze gronden geen vergunningsvrije gebouwen, als bedoeld in artikel 2 lid 3 en in artikel 3 lid 1 van bijlage II behorende bij het Besluit omgevingsrecht, mogen worden gebouwd. Voorzieningen als speeltoestellen, terrassen en waterpartijen alsmede bomen en andere beplantingen zijn wel toegestaan.

De volgende vigerende bestemmingsplannen worden tevens van toepassing verklaard:

  • 'Paraplubestemmingsplan landschapselementen buitengebied';
  • 'Paraplubestemmingsplan Parkeren';
  • bestemmingsplan 'Beschermingszone bestrijdingsmiddelen'.

Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.3 van het Bro.

Hoofdstuk 6 Procedure

6.1 Algemeen

Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan dient overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Dit is het vooroverleg, waarin het conceptplan wordt voorgelegd aan het waterschap en aan die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan, in overleg, afgezien worden van dit overleg.

Op basis van artikel 3.1.6 Bro dient verslag te worden gedaan van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken. Dit is de inspraak. Van (formele) inspraak kan, zeker bij wat kleinere plannen, worden afgezien. De gemeentelijke inspraakverordening is daarbij ook van belang.

Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd te worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld.

6.2 Verslag vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro

In dit plan is geen sprake van bovenlokale belangen of waterschapsbelangen. Het plan is van een zodanig kleine aard en omvang dat wordt afgezien van vooroverleg.

6.3 Verslag inspraak ex artikel 3.1.6 Bro

Er is geen inspraak gehouden. Voorliggend plan is gericht op het planologisch regelen van de bestaande situatie.

6.4 Verslag zienswijzen

Het ontwerpbestemmingsplan heeft van 30 september 2023 tot en met 10 november 2023 ter inzage gelegen. Er is een zienswijze ingediend welke leidt tot ondergeschikte aanpassingen. Zie hiertoe de zienswijzennota in bijlage .