Plan: | Buitengebied, Pongeweg 4A, Hall |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0213.BP78445-on01 |
In 2018 is op het perceel aan de Pongeweg 4A te Hall een woning gerealiseerd met omliggende tuingronden.
Een deel van het perceel heeft nu nog de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie'. In het verleden had de toenmalige bewoner van het naastgelegen perceel Pongeweg 4-6 hier een minicamping. Deze bestaat niet meer, maar de bestemming is er nog. De recreatiebestemming wordt met voorliggend plan verwijderd. Een ander deel van het perceel heeft nu de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden A'. Ook dat wordt aangepast met als achterliggende motivering dat deze gronden in gebruik zijn als tuin bij de woning en deze bestemming derhalve niet goed past.
Er is discussie of de woning binnen of net buiten het bestemmingsvlak met de bestemming Wonen is gebouwd. Voor zover er sprake zou zijn van een overschrijding van het bestemmingsvlak is deze gering en acceptabel. In dit bestemmingsplan is het bestemmingsvlak ten behoeve van het wonen dan ook ietsje verruimd.
Er vinden met voorliggend initiatief geen ruimtelijke ingrepen plaats zoals slopen of bouwen van bouwwerken.
Omdat bovenstaande plannen goed inpasbaar zijn op de locatie, is de gemeente bereid om medewerking te verlenen aan een herziening van het bestemmingsplan. In dit document wordt dit toegelicht en gemotiveerd waarom dat kan volgens de Wet ruimtelijke ordening (Wro).
Het plangebied is gelegen aan de Pongeweg 4A te Hall in het buitengebied van gemeente Brummen. Bijgevoegde afbeelding toont globaal de ligging van het plangebied in de omgeving.
Ligging van het plangebied in de omgeving (bron: openstreetmap.org)
Gezien het eenvoudige karakter van dit initiatief (er vinden geen ruimtelijke ingrepen plaats) en de beperkte impact van het plan op de omgeving heeft de toelichting een compacte opzet.
Het juridische deel van het plan, bestaande uit regels in combinatie met de verbeelding, sluit aan bij de gebruikelijke regeling binnen de gemeente. Aangesloten is bij de bestemmingssystematiek van het
bestemmingsplan "Buitengebied 2008, Pongeweg 4-6" en het "Paraplubestemmingsplan Archeologie" van de gemeente Brummen. Het bestemmingsplan voldoet aan de eisen vanuit de Rsro2012.
In dit hoofdstuk wordt het initiatief beschreven. Eerst wordt ingegaan op de bestaande situatie van het plangebied en de relatie met de omgeving. Daarna wordt ingezoomd op het beoogde initiatief.
Aan de Pongeweg 4A te Hall is in 2018 in het kader van de rood voor rood regeling een woning gerealiseerd. De huidige bewoners hebben de woning in 2019 gekocht en in 2020 in gebruik genomen. De omliggende gronden waren reeds ingericht als tuin. In de tuin zijn enkele speeltoestellen geplaatst zoals een schommel en een trampoline, er is een retentievijver aangelegd voor het infiltreren van hemelwater op het perceel en een terrasje gerealiseerd om te zitten. Op navolgende afbeelding is de huidige situatie van het plangebied weergegeven.
Luchtfoto van de huidige situatie, plangebied rood omkaderd. (Bron: Pdok viewer).
Aanzicht perceel aan de Pongeweg 4A. (Bron: Google streetview).
De gronden aan de achterzijde van de woning zijn in het geldende bestemmingsplan 'Buitengebied 2008, Pongeweg 4-6' bestemd als 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' als ook 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden A'. De hierbij horende (gebruik)rechten zijn niet passend bij het gebruik als tuin bij de woning dat hier heel logisch is en landschappelijk / stedenbouwkundig ook prima past.
De hierbij horende (gebruik)rechten zijn ongewenst en niet passend. De wens is het perceel te kunnen inrichten en gebruiken als tuin bij de woning middels de bijpassende bestemmingen 'Wonen' en 'Tuin'. Met voorliggend bestemmingsplan zullen de bij deze bestemming passende functies als speeltoestellen (schommel en een trampoline), een retentievijver en een terrasje behouden kunnen blijven. Langs de noordoostelijke rand van her perceel heeft initiatiefnemer het plan om fruitbomen te planten. Het gebruik van de gronden als privétuin heeft minder impact op de omgeving dan de realisatie van een minicamping, voor de gemeente voldoende reden om medewerking te verlenen aan herziening van het bestemmingsplan.
Luchtfoto met het perceel Pongeweg 4A (rood omlijnd) en de vigerende bestemming (Bron: ruimtelijkeplannen.nl).
Door een klein verschil tussen de ligging van de woning en het bestemmingsvlak, zie hiertoe par. 1.1, wordt het bestemmingsvlak iets vergroot. Er vinden geen bouw of sloopwerkzaamheden plaats aan de woning of elders op het perceel.
Toetsing aan de beleidskaders van het rijk en provincie is niet noodzakelijk, omdat dit plan van een dusdanig klein schaalniveau is en de ruimtelijke impact zo beperkt is dat deze beleidsniveaus niet raken aan dit plan.
Voorliggend initiatief is uitsluitend getoetst aan het bestemmingsplan. Verdere toetsing aan gemeentelijk beleid is gelet op de ingreep en het zeer beperkte ruimtelijke effect niet van toepassing.
Ter plaatse van het plangebied geldt het bestemmingsplan "Buitengebied 2008, Pongeweg 4-6", vastgesteld op 18 september 2014. Het plangebied heeft de bestemming 'Wonen' waarbinnen één woning aanwezig is. De gronden rond de woning hebben de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden A'. Deze gronden zijn ingericht als grasland en worden gebruikt als speelterrein door de kinderen. Feitelijk zijn deze gronden in gebruik als tuin bij de woning. De gronden aan de achterzijde van de woning hebben de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' waarbinnen een mini camping is toegestaan. Hiervan wordt geen gebruik gemaakt door de huidige eigenaren.
De navolgende afbeelding toont een uitsnede van het geldende bestemmingsplan.
Uitsnede geldend bestemmingsplan (bron: ruimtelijkeplannen.nl)
Ter plaatse van het plangebied gelden tevens de onderstaande paraplubestemmingsplannen:
Strijdigheid met het bestemmingsplan
Met voorliggend plan wordt geen nieuwe bebouwing gerealiseerd of gesloopt en wordt de inrichting niet aangepast. Slechts de strijdigheid dat gronden met de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' en de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden A' als tuin bij de woning wordt aangepast als ook de bestemming 'Wonen' wordt ietsje vergroot, waarmee zeker wordt gesteld dat de woning binnen het bestemmingsvlak past. In dit bestemmingsplan is het bestemmingsvlak ten behoeve van het wonen dan ook ietsje verruimd.
De uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan moet als gevolg van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) aangetoond worden (artikel 3.1.6 van het Bro). Daaronder valt zowel de onderzoeksverplichting naar verschillende ruimtelijk relevante aspecten (geluid, bodem, etc.) als ook de economische uitvoerbaarheid van het plan.
Bodem
In het plan worden geen bouwwerken gerealiseerd en vinden geen (bodem)ingrepen plaats: de woning is er al en de tuinen al in gebruik. Ten behoeve van de bouw van de woning is de bodem destijds geschikt bevonden voor de beoogde functies. Dit onderzoek is, ter informatie, als bijlage 1 bij dit bestemmingsplan opgenomen.
Lucht
Er vinden geen ruimtelijke ontwikkelingen plaats die bij kunnen dragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit.
Geluid
Er wordt geen nieuwe geluidsgevoelige functie toegevoegd. De woning is reeds in het plangebied aanwezig. Een akoestisch onderzoek is niet nodig.
Geur
Er wordt geen geurgevoelige bestemming toegevoegd. De woning is reeds in het plangebied aanwezig. Het perceel heeft in de huidige situatie al de bestemming 'Wonen'(welke een klein beetje groter wordt zodat de gehele woning binnen deze bestemming valt). Er zijn in de directe omgeving geen agrarische bedrijven aanwezig die door deze beperkte wijziging belemmerd zouden kunnen worden.
Milieuzonering
Er wordt geen gevoelige bestemming toegevoegd. Er zijn in de omgeving geen bedrijfsmatige functies aanwezig die hinder veroorzaken of die door de beperkte wijziging in voorliggend plan nadelig beïnvloed zouden kunnen worden. Vanuit het aspect milieuzonering zijn er geen belemmeringen.
Externe veiligheid
De situatie in het plangebied blijft onveranderd. Een analyse van de externe veiligheid in het plangebied is niet aan de orde.
Water
Er wordt geen verharding in het plangebied toegevoegd, de situatie blijft onveranderd. Er zijn geen waterhuishoudkundige belangen in het geding.
Ecologie
Voorliggend plan betreft een wijziging van de bestemming 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' en de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden A' naar de bestemming 'Tuin' en een kleine verplaatsing van de grens van de woonbestemming. Er vinden geen ruimtelijke ontwikkelingen plaats zoals slopen of bouwen of het verwijderen van beplantingen. Aantasting van beschermde soorten flora of fauna is derhalve niet aan de orde. Omdat er geen sprake is van ruimtelijke ingrepen en er reeds wordt gewoond kan een toename van stikstofdepositie op nabijgelegen Natura 2000-gebieden worden uitgesloten.
Verkeer en parkeren
De woning is reeds in het plangebied aanwezig, de verkeer- en parkeersituatie blijft onveranderd.
Cultuurhistorie
De bestaande woning is een aantal jaren geleden gebouwd en wordt derhalve niet aangemerkt als monument of als cultuurhistorisch waardevol. Er zijn geen andere cultuurhistorisch waardevolle elementen aanwezig in het plangebied.
Archeologie
Er vinden geen (bodem)ingrepen plaats die eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen aantasten. Het plangebied heeft nagenoeg in zijn geheel de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie laag'. De aanplant van fruitbomen is toegestaan.
Milieueffectrapportage
Het bestemmingsplan maakt geen activiteit mogelijk die is opgenomen in onderdeel C of D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. Er geldt daarom geen m.e.r-plicht, geen m.e.r.-beoordelingsplicht en ook is het niet noodzakelijk een vormvrije m.e.r.-beoordeling uit te voeren.
Economische uitvoerbaarheid
De plankosten zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Voor de realisatie van het plan hoeft de gemeente geen investering te doen. De kosten die door de gemeente gemaakt worden voor het voeren van de planologische procedure zijn verrekend in de leges. Tevens zal een overeenkomst betreffende de planschade worden afgesloten. Deze kosten komen eveneens voor rekening van de initiatiefnemer. Hiermee is de economische uitvoerbaarheid zeker gesteld.
Het bestemmingsplan is opgezet volgens de in de Wet ruimtelijke ordening opgenomen standaardvorm van de Standaard Vergelijkbare Bestemmingplannen 2012 (SVBP 2012).
Het bestemmingsplan bestaat uit een verbeelding, planregels en een toelichting. De verbeelding en de planregels vormen samen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. Op de verbeelding zijn de bestemmingen aangewezen. Aan deze bestemmingen zijn bouwregels en regels betreffende het gebruik gekoppeld.
De toelichting heeft geen rechtskracht, maar is wel een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan dit plan ten grondslag liggen. De toelichting is van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing.
Daarnaast maken ook eventuele bijlagen onlosmakelijk onderdeel uit van het bestemmingsplan.
Verbeelding
De verbeelding is een digitale kaart, waarop bestemmingen en aanduidingen zijn weergegeven. Aanduidingen worden gebruikt om bepaalde zaken specifieker te regelen, bijvoorbeeld in de vorm van gebiedsaanduidingen, bouwaanduidingen, bouwvlakken, functieaanduidingen etc.
Voor de analoge verbeelding is gebruik gemaakt van een digitale ondergrond (Grootschalige Basiskaart en/of kadastrale kaart). Daar waar een verschil is tussen de digitale en de analoge verbeelding, is de digitale versie leidend.
Regels
De planregels zijn standaard onderverdeeld in vier hoofdstukken.
Voor de opzet van dit plan is aansluiting gezocht bij de regels van bestemmingsplan "Buitengebied 2008, Pongeweg 4-6" en het "Paraplubestemmingsplan Archeologie" van de gemeente Brummen.
Voorliggend bestemmingsplan bevat de volgende bestemmingen:
De volgende vigerende bestemmingsplannen worden tevens van toepassing verklaard:
Met dit hoofdstuk is voldaan aan artikel 3.1.3 van het Bro.
Bij de voorbereiding van een (voor)ontwerp bestemmingsplan dient overleg te worden gevoerd als bedoeld in artikel 3.1.1 Bro. Dit is het vooroverleg, waarin het conceptplan wordt voorgelegd aan het waterschap en aan die diensten van provincie en Rijk die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Voor wat kleinere plannen kan, in overleg, afgezien worden van dit overleg.
Op basis van artikel 3.1.6 Bro dient verslag te worden gedaan van de wijze waarop burgers en maatschappelijke organisaties bij de voorbereiding van het bestemmingsplan zijn betrokken. Dit is de inspraak. Van (formele) inspraak kan, zeker bij wat kleinere plannen, worden afgezien. De gemeentelijke inspraakverordening is daarbij ook van belang.
Een ontwerpbestemmingsplan dient conform afdeling 3.4 Awb gedurende 6 weken ter inzage gelegd te worden. Hierbij is er de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen in te dienen op het plan. Na vaststelling door de Raad wordt het vaststellingsbesluit bekend gemaakt. Het bestemmingsplan ligt na bekendmaking 6 weken ter inzage. Gedurende deze termijn is er de mogelijkheid voor belanghebbenden beroep in te dienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak Raad van State. Het bestemmingsplan treedt vervolgens daags na afloop van de tervisielegging in werking als er geen beroep is ingesteld.
In dit plan is geen sprake van bovenlokale belangen of waterschapsbelangen. Het plan is van een zodanig kleine aard en omvang dat wordt afgezien van vooroverleg.
Er is geen inspraak gehouden. Voorliggend plan is gericht op het planologisch regelen van de bestaande situatie.
In deze paragraaf, of in een separate bijlage, worden te zijner tijd de zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan en de gemeentelijke reactie hierop opgenomen.