Plan:
Bestemmingsplan Kern Beuningen, deelplan 3
Status:
vastgesteld
Plantype:
bestemmingsplan
IMRO-idn:
NL.IMRO.02090000018380c-
Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze voorschriften wordt verstaan onder:

Inhoudsopgave
1. bestemmingsplan of plan:

het bestemmingsplan Kern Beuningen deelplan 3, bestaande uit de plankaart en deze voorschriften;

2. plankaart:

de kaart, deel uitmakend van het plan, tekeningnummer 018-380-03, bestaande uit blad 1 en blad 2;

3. A-watergang:

een voor de oppervlaktewaterkwantiteit van overwegend belang zijnde watergang, zoals deze ingevolge artikel 55 van het Reglement Gelderse Waterschappen door het Polderdistrict Groot Maas en Waal is opgenomen in een legger A met kaart, en waarvoor de Keur van dat Polderdistrict van toepassing met de daarin opgenomen beschermingszones en beperkingen;

4. aan huis verbonden bedrijf:

het beroepsmatig verlenen van diensten of het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid door middel van handwerk, waarvan de omvang in een woning met bijbehorende aangebouwde bijgebouwen past en de woonfunctie in ruimtelijke en visuele zin in overwegende mate blijft behouden;

5. aan huis verbonden beroep:

een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en daarbij behorende aangebouwde bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend

6. ambachtelijk bedrijf:

een bedrijfsuitoefening waarbij het werk geheel of grotendeels met de hand wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld timmerwerk, meubelmaken, schoenmaken, pottenbakken, zilversmeden e.d.) en veelal van beperkte omvang met eventueel als nevenactiviteit ondergeschikte detailhandel in ter plaatse be- en verwerkte goederen;

7. ander bouwwerk:

een bouwwerk, geen gebouw zijnde;

8. bebouwing:

één of meer gebouwen en/of andere bouwwerken;

9. bebouwingsgrens:

een als zodanig op de plankaart aangegeven grens;

10. bestaand:

bij bouwwerken: bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het bestemmingsplan als ontwerp;
bij gebruik: bestaand ten tijde van het van kracht worden van het betreffende gebruiksverbod;

11. bestemmingsvlak:

een op de plankaart aangegeven aaneengesloten vlak, met behulp waarvan aan gronden een bepaalde bestemming is gegeven;

12. bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

13. bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

14. bouwlaag:

een begane grond of hoger gelegen verdieping, waarbij ruimten in de kap niet worden meegerekend;

15. bouwperceel:

een al dan niet omheind stuk grond exclusief waterpartijen, in ruimtelijke opzicht direct behorende bij, in functioneel opzicht ten dienste van, en in feitelijk opzicht direct aansluitend aan een woning of een ander gebouw, dat behoort tot de kavel(s) waarop de woning of het andere gebouw is geplaatst;

16. bouwwijze:

de wijze waarop het op een bouwperceel gelegen hoofdgebouw al dan niet is verbonden met het hoofdgebouw op een aansluitend bouwperceel. Dit kan zijn:

  • vrijstaand op geen enkele wijze verbonden met een andere woning;
  • gekoppeld maximaal 2 hoofdgebouwen aanéén;
  • geschakeld via bijgebouwen;
  • rijenbouw, minimaal 3 hoofdgebouwen aanéén;
  • meergezinshuis een gebouw dat bestaat uit tenminste 2 bouwlagen waarin zich meerdere boven elkaar gelegen fysiek gescheiden woningen bevinden;

17. bijgebouw:

een (deel van een) gebouw dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; dit kan zijn in de vorm van een aanbouw, een uitbouw dan wel een vrijstaand bijgebouw;

18. coffeeshop:

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholische en niet-alcoholische dranken voor consumptie ter plaatse en het verstrekken van verdovende en/of hallucinerende stoffen, met eventueel als nevenactiviteit het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide kleine etenswaren;

19. detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen voor gebruik, verbruik of aanwending overwegend anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

20. dienstverlening:

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, niet zijnde een seksinrichting;

21. gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

22. hoofdgebouw:

een (deel van een) gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste gebouw valt aan te merken;

23. horecabedrijf:

een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt;

24. kantoor:

een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verrichten van werkzaamheden van hoofdzakelijk administratieve aard;

25. praktijkruimte:

een ruimte die door haar aard, indeling en inrichting kennelijk is bedoeld voor het verlenen van medische, therapeutische, kunstzinnige, ontwerptechnische of daarmee gelijk te stellen diensten;

26. schildersbedrijf:

een bedrijf, dat is gericht op het verlenen van diensten in de vorm van schilderswerkzaamheden en op het bedrijven van detailhandel in verfmaterialen, wandbekleding en overige schildersbenodigdheden;

27. seksinrichting:

een gelegenheid waarin beroepsmatig of bedrijfsmatig:

  • voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk porno-erotische aard plaatsvinden, en/of
  • verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van porno-erotische aard plaatsheeft, en/of
  • tegen vergoeding seksuele diensten worden verricht;

28. vlonder:

een langs een oever gelegen bouwwerk dat bestaat uit een vloerconstructie;

29. voorgevel(s):

de naar de openbare wegzijde gelegen gevel(s);

30. voorgevelrooilijn:

de voorgevelrooilijn, als bedoeld in artikel 43 van de Woningwet, welke is gekoppeld aan de voorgevel(s);

31. Wet op de Ruimtelijke Ordening (W.R.O.):

Wet van 5 juli 1962 (Stb. 286), houdende vaststelling van nieuwe voorschriften omtrent de ruimtelijke ordening, zoals deze luidt ten tijde van het tervisie leggen van het ontwerp van dit plan;

32. woning:

een complex van ruimten, inclusief aan- en uitbouwen, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

33. woningblok:

aaneengebouwde woningen;

34. Woningwet:

Wet van 29 augustus 1991 (Stb. 439), houdende regels inzake het bouwen en de volkshuisvesting, zoals deze luidt ten tijde van het tervisie leggen van het ontwerp van dit plan;

35. zone bijgebouwen:

een als zodanig op de plankaart aangegeven gebied;

36. zone hoofdgebouwen:

een als zodanig op de plankaart aangegeven gebied.

37. zone geen gebouwen toegestaan:

een als zodanig op de plankaart aangegeven gebied;