Plan: | TAM-omgevingsplan Hoofdstuk 22a Risicocontouren windpark Bijsterhuizen |
---|---|
Status: | concept |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0209.WindpBijsterhuizen-ow01 |
Wind in Wijchen B.V. is voornemens een windpark van drie windturbines met een maximale tiphoogte van 185 meter te realiseren ten noorden van bedrijventerrein Bijsterhuizen langs de Nieuwe Wetering (zie Figuur 1.1 voor de situering). Het windpark krijgt een opgesteld vermogen van ongeveer 12 megawatt (MW), uitgaande van een opgesteld vermogen van circa 4 MW per windturbine en levert (afhankelijk van het type turbine) naar verwachting een jaarlijkse productie van circa 36 miljoen kilowattuur (kWh). Omgerekend is dit gelijk aan elektriciteit voor ongeveer 10.000 huishoudens.
Naast de windturbines voorziet het project ook in aanverwante voorzieningen ten behoeve van de bouw en exploitatie van de windturbines. Dit betreft kabels, ontsluitingswegen, kraanopstelplaatsen, inkoopstations en technische voorzieningen.
Het project wordt gerealiseerd op grondgebied van gemeente Wijchen. Om het project ruimtelijk mogelijk te maken wordt door gemeente Wijchen een bestemmingsplanprocedure doorlopen. Echter, de overdraai van de windturbines en de risicocontouren overlappen tevens met het grondgebied van de gemeente Beuningen. Voorliggend facetplan voorziet in het juridisch-planologisch verankeren van de plaatsgebonden risicocontouren (PR-contouren) rond alle windturbines op grondgebied van de gemeente Beuningen, zodat de vestiging van (beperkt) kwetsbare gebouwen binnen de genoemde contouren bij wijze van een signaleringsfunctie in de toekomst wordt uitgesloten.
Dit facet wijziging TAM-omgevingsplan bestaat uit een verbeelding met bijbehorende planregels, vergezeld met een toelichting. De planregels en de verbeelding vormen de juridisch bindende elementen van het wijzigingsbesluit.
Het plangebied van het windpark ligt ten noorden van de kern Wijchen, ten zuiden van Beuningen en ten westen van Nijmegen. Het plangebied wordt globaal begrensd door de watergang 'Nieuwe Wetering' aan de noordzijde (tegelijkertijd de grens tussen gemeente Beuningen en gemeente Wijchen), de N847 aan de westzijde, bedrijventerrein Bijsterhuizen en enkele percelen behorende tot het agrarische bedrijf Wilhelminalaan 60 aan de zuidzijde en de groene inpassing en waterberging behorende bij bedrijventerrein Bijsterhuizen aan de oostzijde. In onderstaande figuur is de ligging van de windturbines weergegeven.
Figuur 1.1 Ligging windturbines
Voor het omgevingsplan van de gemeente Beuningen geldt dat de voor 1 januari 2024 geldende bestemmingsplannen, met inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024, van rechtswege zijn overgegaan in het tijdelijk deel van gemeentelijk omgevingsplan.
Hieronder wordt het oude bestemmingsplan van de gemeente Beuningen besproken die is overgenomen in het tijdelijke deel van het Omgevingsplan.
Bestemmingsplannen gemeente Beuningen
Voor het plangebied is het bestemmingsplan 'Buitengebied' (thans: tijdelijke deel omgevingsplan) van toepassing. Daarnaast gelden tevens de 'Parapluplannen 'Parkeren' en 'Archeologie'. Voor alle drie de windturbines geldt het bestemmingsplan 'Buitengebied' met de bestemming 'Agrarisch' en de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3'. De middelste turbine kent ook de bestemming 'Bedrijf'. Vanuit het Parapluplan 'Archeologie' kennen alle windturbines ook de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 6' en de gebiedsaanduiding 'overige zone - attentiegebied archeologisch onderzoeksgebied'. Vanuit het Parapluplan 'Parkeren' kennen alle windturbines ook de gebiedsaanduiding 'overige zone - buitengebied'.
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn onder meer bestemd voor de uitvoering van een agrarisch bedrijf, waterhuishoudkundige doeleinden en de opwekking van duurzame energie in de vorm van windenergie en zonne-energie alsmede warmte-koude opslag. De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor niet-agrarische bedrijven, met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen waaronder de opwekking van duurzame energie in de vorm van windenergie en zonne-energie alsmede warmte-koude opslag.
De gronden met de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie 3' en 'Waarde - Archeologie 6' zijn mede bestemd voor behoud en bescherming van waardevolle verwachte archeologische informatie in de bodem. Het gaat hierbij om gebieden met een middelhoge en lage archeologische verwachting en gebieden met een specifieke verwachting voor pleistoceen terras. De gronden met de gebiedsaanduiding 'overige zone - buitengebied' zijn mede bestemd om te voorzien in voldoende parkeergelegenheid. In Figuur 1.2 is een uitsnede weergegeven van het bestemmingsplan.
Figuur 1.2 Uitsnede bestemmingsplan 'Buitengebied'
Overige tijdelijke deel Omgevingsplan
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vervalt een aantal regels op rijksniveau. Deze regels verhuizen naar het tijdelijk deel van het omgevingsplan van de gemeente. Dit heet ook wel de 'bruidsschat'. Hieronder vallen onder andere regels over bijvoorbeeld geluid.
Dit facet wijziging TAM-omgevingsplan bestaat uit een verbeelding, regels en deze toelichting. De toelichting dient ter motivering van het facetplan en is opgebouwd uit 3 hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk wordt in hoofdstuk 2 een toelichting gegeven op het plan en de wijze van bestemmen. Tot slot wordt in hoofdstuk 3 de uitvoerbaarheid van het plan besproken.
Het project bestaat uit de realisatie en exploitatie van drie windturbines met bijbehorende voorzieningen. Het te plaatsen turbinetype is nog niet gekozen, ook de exacte afmetingen zijn nog niet bekend. Wel wordt gekozen voor realisatie van drie gelijke windturbines met een rotordiameter van minimaal 115 meter en maximaal 139 meter en een ashoogte van minimaal 110 meter en maximaal 122 meter. De maximale tiphoogte is vastgelegd op 185 meter. De minimale (kleinste) tiphoogte en minimale hoogte van het wiek(blad) boven de grond (tiplaagte) komt op basis van de voorgaande maten uit op respectievelijk 167,5 meter en 40,5 meter. De uiteindelijke afmetingen van de windturbine zijn afhankelijk van de ashoogte en rotordiameter van het uiteindelijk te kiezen type windturbine. Het vermogen van de windturbines komt ergens rond de 4 MW te liggen waardoor het totaal op ongeveer 12 MW uitkomt. Figuur 2.1 vormt een illustratie van de maximale afmetingen.
Figuur 2.1 Illustratie windturbine afmetingen en begrippen
Figuur 2.2 Situering van de windturbines (overdraai wieken in groen)
Voor de ruimtelijke inpassing van windturbines speelt veiligheid een belangrijke rol. Hoewel het risico klein is, kunnen windturbines omvallen of kunnen er onderdelen afbreken. Voor windturbines wordt daarom aan het plaatsgebonden risico getoetst. Een risicocontour (ofwel plaatsgebonden risico; PR) geeft aan hoe groot in de omgeving de overlijdenskans is door een ongeval met een risicobron: binnen de contour is het risico groter, buiten de contour is het risico kleiner. Het PR is de berekende kans per jaar, dat een persoon overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval bij een risicobron, aangenomen dat hij op die plaats in de omgeving permanent (24 uur voor 365 dagen) en onbeschermd verblijft. Het PR rekent daarmee de maximale trefkans uit voor een individueel persoon die permanent aanwezig is. Voor windturbines is buiten de identificatieafstand (werpafstand bij overtoeren) het risico in het geheel uit te sluiten.
Voor het windpark wordt getoetst aan de norm voor PR, zijnde PR10-5 per jaar voor beperkt kwetsbare gebouwen en PR10-6 per jaar voor kwetsbare gebouwen. Deze normstelling is door de gemeente Wijchen van toepassing verklaard voor het windpark na het uitvoeren van een milieunormenonderzoek. Deze normstelling betekent feitelijk dat er binnen de PR10-6 contour van een windturbine geen kwetsbare gebouwen aanwezig mogen zijn en binnen de PR10-5 contour geen kwetsbare én beperkt kwetsbare gebouwen. Voorliggend plan voorziet in het juridisch-planologisch verankeren van de plaatsgebonden risicocontouren (PR-contouren) rond alle windturbines op grondgebied van de gemeente Beuningen, zodat de vestiging van (beperkt) kwetsbare gebouwen binnen de genoemde contouren wordt uitgesloten.
Voor de definitie van kwetsbare en beperkt kwetsbare gebouwen wordt aangesloten op de definities uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)1.
Voor het bestemmingsplan en de aanvraag omgevingsvergunning voor Windpark Bijsterhuizen is een externe veiligheidsanalyse uitgevoerd. In het onderzoek is beoordeeld of de windturbines voldoen aan de normstelling. In het onderzoek is in beginsel uitgegaan van de maximale afmetingen en vuistregels voor de PR contouren. 185 meter is de PR10-6 contour op basis van een vuistregel, welke in beginsel ook gehanteerd is in het externe veiligheidsonderzoek. Echter, om bestaande en toekomstige bedrijvigheid op het naastgelegen bedrijventerrein niet te beperken heeft de initiatiefnemer ervoor gekozen de PR10-6 contour van de windturbines te begrenzen op 128 meter. Deze afstand is als planregel opgenomen voor de PR10-6 contour in het bestemmingsplan voor Windpark Bijsterhuizen.
Binnen de PR10-5 contouren, die gelijk staat aan de overdraai, van de opstelling zijn geen beperkt kwetsbare en kwetsbare gebouwen aanwezig. Ook binnen de PR10-6 contour van de windturbines (128m) is op grondgebied van de gemeente Beuningen geen sprake van gebouwen die als (beperkt) kwetsbaar zijn aan te merken. Er wordt dus voldaan aan de normstelling. In Figuur 2.3 is de ligging van de PR contouren weergegeven. In deze figuur is voor de PR10-6 contour een afstandscontour van 185 meter én 128 meter weergegeven. De contour van 128 meter wordt gehanteerd voor Windpark Bijsterhuizen.
Figuur 2.3 PR10-5 en PR10-6 contouren
Planmethodiek
Dit plan heeft de vorm van een 'facetplan'. Dit betekent dat het gaat over slechts één onderwerp en dat het over andere bestemmingsplannen (thans omgevingsplan tijdelijk deel) heen ligt.
Analoog en digitaal bestemmingsplan
Bij het maken van een facetplan is van belang of het facetplan ook van toepassing is op geldende bestemmingsplannen die niet zijn gedigitaliseerd. Is het (moeder)plan in ontwerp ter inzage gegaan vóór 1 januari 2010, en verandert er geen bestemming, dan is artikel 8.1.2, onder b van het Besluit ruimtelijke ordening (overgangsbepaling) van toepassing, en zijn onder andere de digitaliseringverplichtingen niet van toepassing. Deze plannen hebben namelijk geen identificatienummer. Om een digitale herziening te maken, moet er een verwijzing mogelijk zijn naar het identificatienummer van het geldende moederplan. De herziening mag dan analoog conform het moederplan worden voorbereid en vastgesteld. De digitale plannen, zijnde plannen die als ontwerp na 1 januari 2010 ter inzage hebben gelegen, moeten voldoen aan de digitaliseringsverplichtingen (SVBP2012).
Dit facetplan wordt over één bestemmingsplan en twee paraplubestemmingsplannen gelegd. Het bestemmingsplan "Buitengebied" en de paraplubestemmingsplannen "Parapluplan Archeologie" en "Parapluplan Parkeren" zijn digitaal beschikbaar.
Verhouding met geldende bestemmingsplannen
Als uitgangspunt is gehanteerd dat voorliggend plan zo min mogelijk ingrijpt in de geldende ruimtelijke plannen. De geldende regelingen blijven in stand (zoals in een zogenaamd paraplubestemmingsplan), alleen waar nodig wordt deze nieuwe regeling toegevoegd. Voor zover de onderliggende bestemmingsplannen de vestiging van kwetsbare gebouwen binnen de PR10-6 contouren en van beperkt kwetsbare gebouwen binnen de PR10-5 contouren van het windpark toelaten, sluit dit plan de vestiging van die gebouwen uit. Dit facetplan en de geldende bestemmingsplannen bestaan dus naast elkaar als zelfstandige documenten. Deze documenten moeten in samenhang worden gelezen voor een compleet beeld van de juridisch-planologische situatie in het gebied.
Planregels voor plaatsgebonden risicocontouren
Alle drie de windturbines van het windpark worden met dit facetplan voorzien van een gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - windturbine PR10-5' en 'veiligheidszone - windturbine PR10-6'. De 'veiligheidszone - windturbine PR10-6' heeft een straal van 128 meter rond de windturbines. In de planregels zijn de regels opgenomen om de vestiging van kwetsbare gebouwen binnen de PR10-6 contouren uit te sluiten en de vestiging van kwetsbare en beperkt kwetsbare gebouwen binnen de PR10-5 contouren uit te sluiten.
De begripsbepalingen voor kwetsbare en beperkt kwetsbare gebouwen zijn, overeenkomstig de begripsbepalingen in het Bkl, opgenomen in de planregels.
Financieel-economische uitvoerbaarheid
Dit facetplan maakt geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het plan is geen plan zoals bedoeld in artikel 8.13 van het Omgevingsbesluit. Het is daarom niet noodzakelijk om een exploitatieplan of een overeenkomst over kostenverhaal op te stellen. Het plan leidt niet tot kosten en is dus financieel-economisch uitvoerbaar.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Het wijzigingsbesluit heeft in het kader van de Awb van [DATUM] tot en met [DATUM] ter inzage gelegen. Tijdens deze periode is een ieder in de gelegenheid gesteld een zienswijze op het plan te geven. Er zijn [AANTAL] reacties ingekomen. [Indien reacties zijn binnengekomen, hier aangeven wat ermee gebeurd is]