| Plan: | Zuidelijke Structuurweg |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0209.BPzstructuurweg-vadf |
Door het archeologisch bureau BAAC bv is in juni 2008 een bureauonderzoek gedaan en zijn er ter hoogte van de toekomstige fietstunnel enkele boringen verricht. In de rapportage van die onderzoeken wordt het volgende geconcludeerd:
Op basis van het uitgevoerde bureauonderzoek kunnen op het hoger gelegen Kreftenheije terras langs de rand met het lager gelegen Kreftenheije terras, waarin een watervoerende (rest)geul aanwezig was, archeologische resten aanwezig zijn vanaf het Laat Paleolithicum tot en met de periode waarin de Winssen en Distelkamp - Afferden stroomgordels regelmatig overstromingen veroorzaakten in het Neolithicum. Indien de rand van het hoger gelegen terras inderdaad bewoond is geweest, dan kunnen op het lager gelegen terras afvaldumplocaties aanwezig zijn.
Op basis van het uitgevoerde verkennende booronderzoek blijft de middelhoge archeologische verwachting voor de rand van het hoger gelegen Kreftenheije terras gehandhaafd. De archeologisch relevante lagen bevinden zich tussen circa 60 en 130 cm beneden maaiveld (top Wijchen afzettingen) en tussen circa 140 en 160 cm beneden maaiveld (top Kreftenheije beddingzand)."
Naar aanleiding hiervan worden de volgende aanbevelingen gedaan:
"Daar waar het archeologisch gezien relevante bodemniveau in originele context behouden kan blijven, is vervolgonderzoek niet noodzakelijk. Alleen daar waar de geplande bodemverstoringen tot in het archeologisch relevante bodemniveau zullen reiken en de bodem niet reeds is verstoord door het huidige wegcunet is vervolgonderzoek noodzakelijk. Indien niet tot in het archeologisch gezien relevante bodemniveau gegraven gaat worden, maar er wel werkzaamheden plaatsvinden, dient er rekening mee te worden gehouden dat zetting ook schade kan toebrengen aan eventueel aanwezige archeologische resten.
Op basis van de resultaten van onderhavig onderzoek adviseert BAAC bv om ter plaatse van de rand van het hoogste Kreftenheije terras vervolgonderzoek uit te voeren in de vorm van een karterend booronderzoek dat geschikt is voor het opsporen van archeologische resten uit de periode Laat Paleolithicum tot en met het Neolithicum (zie bijlage 5 van het archeologisch onderzoek). De archeologisch relevante lagen bevinden zich tussen circa 60 en 130 cm beneden maaiveld (top Wijchen afzettingen) en tussen circa 140 en 160 cm beneden maaiveld (top Kreftenheije beddingzand). Voor de aanbevelingenkaart (zie bijlage 5 van het archeologisch onderzoek) is ervan uitgegaan dat eventuele bewoning van de terrasrand heeft plaatsgevonden binnen 50 m van de rand. Indien de rand van het hoger gelegen terras inderdaad bewoond is geweest, dan kunnen op het lager gelegen terras afvaldumplocaties aanwezig zijn (zie bijlage 5 van het archeologisch onderzoek).
Bovenstaand advies vormt een zogenaamd selectieadvies. Dit betekent niet dat reeds gestart kan worden met bodemverstorende activiteiten of de daarop voorbereidende activiteiten. Het selectieadvies dient namelijk eerst beoordeeld te worden door de bevoegde overheid en leidt tot een selectiebesluit.
Hoewel getracht is een zo gefundeerd mogelijk advies te geven op grond van de gebruikte onderzoeksmethoden, kan de aanwezigheid van archeologische sporen of resten nooit volledig worden uitgesloten in de gebieden waarvoor geen vervolgonderzoek wordt aanbevolen. BAAC bv wil er daarom op wijzen dat men bij bodemverstorende activiteiten alert dient te zijn op de aanwezigheid van archeologische waarden (zoals vondstmateriaal en grondsporen). Bij het aantreffen van deze waarden dient men hiervan melding te maken bij de Minister (in de praktijk de RACM) conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988."
Voor het volledige onderzoek wordt verwezen naar bijlage 2 bij het rapport van ARCADIS "Onderzoeken Zuidelijke Structuurweg Beuningen", 2 juli 2008, nr. 073886782:018! 110503.200660.001.
In het voorliggende bestemmingsplan is er overigens voor gekozen om nog geen vervolgonderzoek uit te voeren. Voor de gronden waar vervolgonderzoek wordt geadviseerd is een aanlegvergunningstelsel in de planregels opgenomen. Er kunnen geen verstorende werkzaamheden worden uitgevoerd alvorens is aangetoond dat de archeologische waarden niet in het gedrang komen.