Plan: | Poelsestraat 1a 1b Winssen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0209.BPpoelsestraat1ab-vadf |
Op de verbeelding is de grens van het plangebied aangegeven. Binnen die grens zijn de verschillende bestemmingen met verschillende kleuren weergegeven. Voorts zijn diverse aanduidingen opgenomen, waarnaar in de regels wordt verwezen.
Wonen
De gronden binnen “wonen” zijn bestemd voor de 2 nieuw te bouwen woningen binnen het plangebied. Voor de situering en maatvoering van de woningen zijn er bepalingen opgenomen met betrekking tot:
Aantal woningen
In de regels is aangegeven dat binnen het bouwvlak maximaal 2 woningen zijn toegestaan.
Inhoud
De maximale inhoud van de woning (incl. aangebouwde bijgebouwen) is aangegeven in de regels.
Goot- en bouwhoogte
De maximale goot- en bouwhoogte voor woningen is aangegeven in het bouwvlak door middel van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte”.
Situering gebouwen
Woningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding “bouwvlak”. Vrijstaande bijgebouwen
zijn ook buiten het bouwvlak toegestaan.
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde is als uitgangspunt gehanteerd dat deze op het
gehele bouwperceel zijn toegestaan. De toegestane maatvoering van verschillende bouwwerken, geen
gebouwen zijnde, is aangegeven in de regels.
Bedrijvigheid bij de woning
Als aanvulling op de woonfunctie kan kleinschalige bedrijvigheid worden toegestaan, mits dit plaatsvindt
binnen bestaande bebouwing. De woonfunctie is en blijft de overheersende functie. Toegelaten zijn
bedrijven uit bedrijfscategorieën 1, 2 en 3.1. Gedacht moet worden aan een ‘eenmans’ loodgietersbedrijf,
schildersbedrijf, aannemersbedrijf enzovoorts. Door middel van het verlenen van een
omgevingsvergunning kunnen ook andere bedrijfsmatige activiteiten worden toegestaan, mits deze qua
aard en omvang en invloed op het milieu en de omgeving gelijk zijn te stellen met de toegestane
bedrijfsmatige activiteiten.
Als randvoorwaarde geldt onder meer, dat het grondgebruik voor de bedrijfsmatige activiteit maximaal 80
m2 van het totale vloeroppervlak van de woning en/of bijgebouwen mag bedragen. De bedrijfsactiviteit
dient door de bewoner te worden uitgeoefend. Buitenopslag en stalling, detailhandel en/of groothandel,
horeca en autogerelateerde bedrijven zijn niet toegestaan, met uitzondering van detailhandel in de vorm
van een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en in verband met de bedrijfsactiviteit en
handelsactiviteiten via het internet.
Mantelzorg
Gebruik van een bijgebouw voor mantelzorg kan op basis van de regels worden toegestaan via een omgevingsvergunning. Onder mantelzorg wordt verstaan: het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg
aan een of meer leden van een op dat perceel wonende huishouding, die hulpbehoevend is of zijn op
fysiek, psychisch en/of sociaal vlak. Voorwaarde is onder andere dat het past binnen de geldende bouwregels en aantoonbaar kan worden gemaakt dat een dergelijke bewoning vanuit een oogpunt van mantelzorg nodig is.
Waarde - Archeologie 2 (dubbelbestemming)
De gemeente Beuningen heeft een archeologische verwachtingenkaart laten vervaardigen, deze is
samen met de beleidsnota archeologie vastgesteld door de gemeenteraad op 9 november 2010.
Het archeologisch beleid is voor de bestemmingsplannen vertaald in 3 dubbelbestemmingen, 'Waarde -
Archeologie 1, 2 en 3'. Binnen het plangebied komt enkel de dubbelbestemming 'Waarde -
Archeologie 2' voor.
De gebieden met hoge archeologische verwachtingswaarde, bekende vindplaatsen, oude woongronden
en historische boerderijlocaties evenals een zonering van 50 m rondom de monumenten zijn op de
verbeelding opgenomen middels de dubbelbestemming 'Waarde – archeologie 2'. Voor bodemingrepen
met een diepte van meer dan 30 cm beneden maaiveld in gebieden die vallen binnen de
dubbelbestemming 'Waarde - archeologie 2' (hoge archeologische verwachtingswaarde) wordt bij een
omvang van meer dan 120 m2 nader archeologisch onderzoek verplicht gesteld.
De keuze voor 30 cm is gebaseerd op de gemiddelde verstoringsdiepte in Nederland, ook wel de
bouwvoor genoemd. Deze keuze wordt onderbouwd door een uitspraak van de Raad van State van 23
mei 2007: 'Voorts is aannemelijk dat bij het vergraven en het afgraven van de bodem dieper dan 30 cm
de in de bodem archeologische waarden onherstelbaar kunnen worden beschadigd'.
In sommige gevallen is het vanuit praktisch oogpunt niet gewenst om een archeologisch onderzoek te
eisen. Dit levert slechts administratieve lasten voor zowel de verstoorder als het bevoegd gezag op,
terwijl de archeologische winst minimaal is. Dit geldt in situaties waarvan het zeer aannemelijk is dat de
bodem geroerd is en de kans op archeologische vondsten minimaal. Dit betreft:
voortzetting van normaal agrarisch gebruik zoals ploegen, zaai- en oogstklaar maken, vervangen van
bestaande drainage, aanbrengen van teeltondersteunende voorzieningen en vervangen van
boomgaarden;
omgevingsvergunningen voor het bouwen waarbij het nieuw te bouwen bouwwerk zich bevindt op de
bestaande fundering of ten hoogste 2,5 m hierbuiten;
vervangen of beheren van riolering, kabels, leidingen of bestratingen.
Voor gronden aangeduid met de dubbelbestemming 'Waarde - archeologie 2'
geldt in geval van bovenstaande situaties een vrijstelling voor archeologisch onderzoek.