Landschappelijk maakt de omgeving deel uit van het rivierengebied. De locatie is gelegen op een stroomrug, een ten opzichte van de rivier en de achterliggende open komgebieden, verhoogd gelegen gebied. Ruimtelijk-visueel heeft de omgeving een kleinschalig en halfopen karakter. Op provinciaal niveau (streekplan) heeft de omgeving geen waardevol karakter.
Landschappelijk treedt er een verbetering op door de sloop van bedrijfsbebouwing. De totale bouwmassa op het perceel neemt af. Met de nieuwe woning wordt aangesloten op de ruimtelijke principes van zuinig ruimtegebruik en concentratie van bebouwing. Er vindt daardoor geen versnippering van het landschap plaats. De nieuwbouw van de woning past binnen het karakter van de omgeving. De sanering van bedrijfsgebouwen leidt tot een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit ter plaatse. In de voortuin blijft de karakteristieke boomgaard behouden. De landschappelijke inpassing van het plangebied vindt plaats door gebruikmaking van de bomenrij aan de Van Heemstraweg, de beplanting op de westelijke perceelsgrens en de boomgaard.