De soortenbescherming is geregeld in de Flora- en Faunawet en heeft betrekking op alle in Nederland in het wild voorkomende planten en dieren. De soorten welke wettelijke bescherming genieten, zijn vastgelegd in een aantal besluiten en regelingen. Algemeen geldt er een zorgplicht voor de in wild levende planten en dieren. Handelingen die niet direct verband houden met het oorspronkelijke ruimtelijk plan en die nadelig zijn voor flora en fauna moeten achterwege blijven. Op 22 februari 2005 is een nieuwe AmvB in werking getreden die voorziet in een wijziging van het Besluit beschermde dier- en plantensoorten. Hiermee geldt een algemene vrijstelling (al dan niet met gedragscode) voor algemeen in Nederland voorkomende soorten. Hiervoor is geen ontheffing nodig van de FFwet. Verder zijn er de streng beschermde soorten waarvoor altijd een ontheffing dient te worden aangevraagd.
Ten aanzien van de soortenbescherming is gebruik gemaakt van de globale verspreidingsgegevens van het Natuurloket. Deze geven alleen een indicatie omdat de gegevens verstrekt worden op basis van vierkante kilometerhokken. De locatie ligt in kilometervak X:178 / Y:431. De natuurwaarden in dit kilometerhok zijn niet tot matig onderzocht. Voor een overzicht wordt verwezen naar de bijlage. Geconcludeerd kan worden dat gezien het karakter van de omgeving (agrarisch gebied) en de locatie zelf (agrarisch bedrijfsperceel) ter plaatse geen beschermde soorten voorkomen buiten de algemene soorten. Dit gelet op de beschikbare verspreidingsgegevens en het ontbreken van voor deze soorten geschikt leefgebied. Uitzondering hierop vormen de broedvogels, alle in Nederland voorkomende vogelsoorten zijn wettelijk beschermd en vallen onder het strengste beschermingsniveau. Er dient dan ook gekeken te worden wat de te verwachten effecten op deze beschermde soorten zijn.