a. Het is verboden de in dit bestemmingsplan bedoelde gronden en opstallen te gebruiken of te laten gebruiken in strijd met de bestemming;
b. als gebruik in strijd met de bestemming wordt in ieder geval beschouwd: het gebruik van gronden en opstallen voor:
bewoning, uitgezonderd het bepaalde in artikel 3.1, onder b;
een seksinrichting;
een coffeeshop;
opslag en verkoop van motorbrandstoffen;
de opslag van consumentenvuurwerk, anders dan in artikel 3.1 sub d;
c. het bevoegd gezag kan middels een omgevingsvergunning afwijken van het in lid a vervatte verbod, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.