| Plan: | Sportpark Schoenaker |
|---|---|
| Status: | onherroepelijk |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0209.BPSportpark-onhe |
Bij de start van een project moet onderzocht worden of het effect relevant is voor de luchtkwaliteit. Hierbij moet aannemelijk gemaakt worden, dat luchtkwaliteit "niet in betekenende mate" aangetast wordt. Daartoe is een algemene maatregel van bestuur 'Niet in betekenende mate' (Besluit NIBM) en een ministeriële regeling NIBM (Regeling NIBM) vastgesteld waarin de uitvoeringsregels vastgelegd zijn die betrekking hebben op het begrip NIBM.
In de Regeling NIBM is een lijst met categorieën van gevallen opgenomen die niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging. Deze gevallen kunnen zonder toetsing aan de grenswaarden voor het aspect luchtkwaliteit uitgevoerd worden.
In de Regeling NIBM is opgenomen dat een plan van 500 woningen niet in betekende mate bijdraagt aan de luchtkwaliteit. Conform het DHV-rapport "Bepaling van IBM planomvang op basis van herziene uitgangspunten", Ministerie van VROM (december 2006) heeft een woning een verkeersaantrekkende werking van 2,6 motorvoertuigbewegingen per etmaal. Dit betekent dat een plan met minder dan 1.300 motorvoertuigbewegingen (500 woningen * 2,6 motorvoertuigbewegingen) niet in betekende mate aan de luchtkwaliteit bijdraagt. Onderliggend initiatief houdt de realisatie van een sportaccommodatie in.
In 2008 is in het kader van de realisatie van Sportpark Schoenaker een luchtkwaliteitonderzoek uitgevoerd.5 In dat onderzoek is berekend wat de ontwikkeling van vijf sportvelden, een kantine en een parkeerplaats voor gevolgen heeft voor de luchtkwaliteit. In het onderzoek is uitgegaan van een worst case scenario, namelijk dat dit sportpark in totaal 1.212 extra verkeersbewegingen per etmaal met zich mee zal brengen. Uit het onderzoek blijkt dat zowel in 2008, 2010 als in 2015 aan alle grenswaarden wordt voldaan. Er wordt geen enkele grenswaarde overschreden.
Zoals gesteld wordt er in bovengenoemd onderzoek uitgegaan van vijf sportvelden die 1.212 extra verkeersbewegingen per etmaal met zich meebrengen. Een voetbalveld is circa 6.500 m² groot. Dit betekent dat er in totaal 32.500 m² netto terrein werd toegevoegd. In onderhavig bestemmingsplan wordt circa 8.000 m² speelveld mogelijk gemaakt. Uitgaande van het worst case scenario dat in bovengenoemd onderzoek is toegepast, zou dit verhoudingsgewijs betekenen dat deze ontwikkeling in het worst case scenario (8.000 / 32.500 = 0.25 * 1.212 = ) circa 300 extra verkeersbewegingen per etmaal met zich meebrengt. Naast de sportvelden die gerealiseerd worden, kan bij de hockeyvereniging, na het verlenen van een ontheffing door burgemeester en wethouders, maximaal 400 m² van de accommodatie gebruikt worden voor naschoolse opvang. Bij de voetbalvereniging kan, eveneens na het verlenen van een ontheffing door burgemeester en wethouders, maximaal 400 m² van de accommodatie gebruikt worden voor naschoolse opvang en 200 m² voor praktijkruimte van een fysiotherapeut. Deze functies zorgen naast de sportvelden voor een verkeersgeneratie. Aangezien de oppervlakte voor deze functies een beperkte omvang heeft en het ondergeschikte functies betreft, is de verkeersgeneratie zeer gering. De sportvelden genereren circa 300 verkeersbewegingen, inclusief de zeer beperkte verkeersgeneratie voor de ondergeschikte functies blijft de verkeersgeneratie door de voorgestane ontwikkelingen onder de 1.300 motorvoertuigbewegingen. Zodoende kan gesteld worden dat de ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Er is derhalve uit het oogpunt van luchtkwaliteit geen belemmering voor de realisatie van de voorgestane ontwikkeling.