direct naar inhoud van 7.1 Economische uitvoerbaarheid
Plan: Bedrijventerrein Schoenaker 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BPSchoenaker2011-vadf

7.1 Economische uitvoerbaarheid

Het bestemmingsplan heeft overwegend een beheersmatig karakter. De in het voorliggende bestemmingsplan mogelijk gemaakte, beperkte ontwikkelingen zullen geen negatieve financiële gevolgen hebben voor de gemeente Beuningen. Het betreft met name ontwikkelingen die op particulier terrein door de eigenaren/ gebruikers zelf gerealiseerd zullen worden en per initiatief zullen worden beoordeeld.

Omdat het een voornamelijk beheersend plan is, is er geen overeenkomst in het kader van de Grondexploitatiewet gesloten. De noodzaak voor het opstellen van een exploitatieplan is vastgelegd in artikel 6.12, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Hiervoor moet er sprake zijn van een bouwplan. Wat onder een bouwplan wordt verstaan, is beschreven in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro):

Artikel 6.2.1 Besluit ruimtelijke ordening
Als bouwplan als bedoeld in artikel 6.12, eerste lid, van de wet, wordt aangewezen een bouwplan voor:

  • a. de bouw van een of meer woningen;
  • b. de bouw van een of meer andere hoofdgebouwen;
  • c. de uitbreiding van een gebouw met ten minste 1.000 m² bruto-vloeroppervlakte of met een of meer woningen;
  • d. de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor woondoeleinden, mits ten minste 10 woningen worden gerealiseerd;
  • e. de verbouwing van een of meer aaneengesloten gebouwen die voor andere doeleinden in gebruik of ingericht waren, voor detailhandel, dienstverlening, kantoor of horecadoeleinden, mits de cumulatieve oppervlakte van de nieuwe functies ten minste 1.500 m² bruto-vloeroppervlakte bedraagt;
  • f. de bouw van kassen met een oppervlakte van ten minste 1.000 m² brutovloeroppervlakte.

Voor het grootste deel zijn de uitbreidingsmogelijkheden in het voorliggende bestemmingsplan kleiner dan 1.000 m² en zijn derhalve niet aan te merken als bouwplan.

De uitbreidingsmogelijkheden voor een beperkt aantal percelen zijn wel groter dan 1.000 m². Hiervoor is echter in artikel 6.2.1a Bro bepaald, dat geen exploitatieplan nodig is, indien het totaal der exploitatiebijdragen (dat met toepassing van artikel 6.19 Wro kan worden verhaald), minder bedraagt dan € 10.000. Omdat het om particuliere initiatieven gaat waar nauwelijks ingrepen in de openbare ruimte plaatsvinden, vervalt de noodzaak een exploitatieplan op te stellen.

De kosten voor het voorliggende bestemmingsplan en eventuele daaruit voortvloeiende kosten worden gedekt door de algemene gemeentelijke reserve voor bestemmingsplanherzieningen.