direct naar inhoud van Artikel 2 Wijze van meten
Plan: Bedrijventerrein Schoenaker 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BPSchoenaker2011-vadf

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de goothoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord of daarbij gelijk te stellen constructiedeel;

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;

2.3 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;

2.4 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk;

2.5 peil:
  • voor bouwwerken, waarvan de hoofdtoegang van het perceel onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang van het perceel;
  • in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
2.6 gebruikte geluidsruimte:

De geluidruimte per vierkante meter voor een kavel wordt als volgt bepaald:

  • De bronvermogens van alle bronnen, gelegen binnen de grenzen van het kavel, worden energetisch bij elkaar opgeteld. Voor deze optelling wordt eerst per periode van het etmaal (dagperiode 07.00 – 19.00 uur, avondperiode 19.00 – 23.00 uur, nachtperiode 23.00 – 07.00 uur) gecorrigeerd voor de aanwezige bedrijfsduurcorrectie.
  • Het gecumuleerde bronvermogen wordt teruggerekend naar een bronvermogen per vierkante meter middels de formule Lw [dB(A)/m2] = LW,cum - 10*log(S), waarbij S het oppervlakte van het kavel in vierkante meters bedraagt.

Toelichting
In dit artikel wordt weergegeven hoe de gebruikte geluidruimte per vierkante meter wordt bepaald. Deze geluidruimte wordt per periode van het etmaal afzonderlijk berekend. Bij het vaststellen van de geluidruimte van een kavel worden alle tot de inrichting behorende installaties, toestellen, alsmede door de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en alle overige tot de inrichting behorende bronnen meegenomen.

Het bepalen van de geluidruimte per vierkante meter vindt plaats door de bronvermogens van alle aanwezige bronnen energetisch bij elkaar op te tellen. Hierbij wordt per bron eerst gecorrigeerd voor de zogenoemde bedrijfsduurcorrectie. De bedrijfsduurcorrectie van de aanwezige geluidsbronnen kan rechtstreeks worden afgelezen in het gehanteerde rekenpakket, maar kan ook worden berekend aan de hand van de bedrijfsduur. Voor puntbronnen geldt hiervoor de volgende formule:

Cb = -10*log(t/T)

Hierin is:

Cb bedrijfsduurcorrectie in dB

t de tijdsduur dat de betreffende bron actief is in seconde

T de tijdsduur van de beoordelingsperiode (dag, avond, nacht) in seconde

Voor mobiele bronnen geldt hiervoor de volgende formule:

Cb = -10*log(l*n/(v*T*N))

Hierin is:

l routelengte in meter

n aantal verkeersbewegingen

v rijsnelheid in meter per seconde

N aantal puntbronnen waarin de route is opgedeeld.