Plan: | Garderbroekerweg XIII |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1194-0002 |
Er moet rekening worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Voor het maken van een weloverwogen belangenafweging is minimaal een archeologisch bureauonderzoek nodig. Wij hebben een archeologische beleidsadvieskaart voor de gehele gemeente. Deze kaart kan gezien worden als een beknopt bureauonderzoek. Uit de 'archeologische waarden- en verwachtingskaart' van de gemeente blijkt dat voor het perceel aan de Garderbroekerweg 53 een hoge archeologische verwachting geldt.
De gemeenteraad heeft op 28 september 2010 besloten dat voor deze zone nader archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij een oppervlakte van 250 m² voor grondverstorende werkzaamheden dieper dan 30 cm.
Het plangebied ligt in een gebied met een hoge archeologische verwachting, waarvoor een ondergrens van 250 m2 geldt. Het plan omvat ruim 600 m2 nieuwe bebouwing, waardoor een afweging voor archeologisch onderzoek op zijn plaats is.
Het AHN laat een lichte verhoging zien, die eerder ontstaan lijkt te zijn door het afplaggen van de omgeving dan dat het onderdeel van een dekzandwelving betreft. Het genoemde afplaggen wordt bevestigd door de historische kaart uit 1870 waar de heide rondom het Plagveld wordt genoemd. Op de locatie van het plangebied is een kleine weide met houtwal herkenbaar. Deze ligt op de plaats waar een natte plek in de heide is aangegeven. Op basis hiervan is het aannemelijk dat het bouwblok in het verleden extra is opgehoogd. Aangezien het plan nieuwbouw beoogt op de plaats van te slopen bebouwing is de bodem ter plaatse al sterk verstoord. Daarbij komt dat er geen aanwijzingen zijn voor een historisch erf.
Op basis van het voorgaande is het advies van de regioarcheoloog dat er geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is aangezien er geen onevenredige schade aan eventuele archeologische resten wordt verwacht.
Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen (scherven, funderingen, vuursteen etc.) waarvan vermoed wordt dat deze van archeologische betekenis kunnen zijn, dan is conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988 melding van de desbetreffende vondsten bij de minister (namens deze de RCE) verplicht.
Bij historische (steden)bouwkundige waarden gaat het om gebouwde elementen met bijzondere betekenis, zoals molens, bruggen, kastelen of hele dorpen en binnensteden. Hiervan is geen sprake. Ook zijn er geen monumenten in het plangebied gelegen.
Historisch-geografische waarden verwijzen naar de ontstaanswijze en bijzondere plekken van onze cultuurlandschappen, zoals polders, kavelstructuren, terpen en het landschap van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Dergelijke waarden zijn niet aanwezig.