direct naar inhoud van 5.9 Milieuzonering
Plan: Oosterbrinkweg III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1188-0002

5.9 Milieuzonering

Ten aanzien van bedrijvigheid geldt als uitgangspunt dat toekomstige woningen geen onevenredige milieuhinder (geur, geluid etc.) mogen ondervinden van nabijgelegen bedrijvigheid. In de publicatie ´Bedrijven en milieuzonering´ van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, editie 2009, wordt in verband met de aanwezigheid van milieubelastende functies indicatieve afstandsnormen voorgeschreven tot milieugevoelige functies, vooral wonen.

In dit kader zijn voor het onderhavige plan de volgende bedrijven en aspect van belang:

Aan de Oosterbrinkweg 22 is een niet-agrarisch bedrijf gevestigd, een zand- en grindhandel. De nieuw te bouwen woning vormt geen grotere belemmering voor de ontwikkelingsmogelijkheden van het bedrijf. Direct naast het bedrijf aan de Oosterbrinkweg 20 en 24 zijn reeds twee woningen gesitueer die of direct grenzen aan het bestemmingsvlak van het bedrijf of er dichterbij ligt dan de nieuw te bouwen woning. Het bedrijf wordt reeds door deze twee woningen belemmerd in zijn ontwikkelingsmogelijkheden.

Ingevolge de VNG richtafstanden bedrijven en milieuzonering wordt een richtafstand van 100m gegeven voor geluid. De woning valt binnen deze contour, maar hiervan kan gemotiveerd worden afgeweken. In het kader hiervan is een akoestisch onderzoek uitgevoerd om maatregelen toe te passen zodat de woning voldoet aan een goed woon- en leefklimaat.

Het toetsingskader voor geluid bestaat volgens de VNG bundel bedrijven en milieuzoneringen uit vier stappen, waarbij per stap de geluidsbelasting groter wordt en daarmee de onderzoeks- motiveringsplicht.

Bij de eerste stap wordt aangegeven dat indien de richtafstand uit bijlage 1 voor het aspect geluid niet wordt overschreden, verdere toetsing achterwege kan blijven.

Bij de tweede stap wordt aangegeven dat indien niet wordt voldaan aan de richtafstand voor geluid, de geluidbelasting op woningen en andere geluidgevoelige objecten in gebiedstype rustige woonwijk een maximaal geluidniveau wordt toegestaan van 45 db(A) langtijdgemiddeld, 65 db(A) piekgeluiden en 50 db(A) ten gevolge van verkeersaantrekkende werking. Tot aan deze geluidniveaus mag er worden afgeweken van de richtafstanden, mits deze zijn onderbouwd met een akoestisch onderzoek.

Door Groenewold adviesbureau voor milieu en natuur is in september een akoestisch onderzoek gedaan naar de akoestische situatie van de nieuwe woning. Geconcludeerd uit het akoestisch rapport bedraagt de streefwaarde voor geluidbelasting circa 1 dB hoger dan de waarden uit het Activiteitenbesluit en daarmee 6 dB hoger dan volgens de VNG bedrijven en milieuzonering wenselijk is. Piekniveaus liggen op 57 db(A).

Daarom wordt voorgesteld om een afschermende maatregel te nemen die in het bestemmingsplan ook kan worden vastgelegd. Bij d nieuw te bouwen woning zal de voorgevel (noordzijde) als 'dove gevel' worden uitgevoerd. Hierdoor worden er geen te openen delen in de voorgevel aangebracht met een voldoende geluidwering. Dit type gevel wordt dan buiten de toetsing aan de Wet geluidhinder gelaten.

De streefwaarden voor geluidbelasting op de woning bedraagt het volgende:

Lar_dag   Lar_avond   Lar_nacht  
45   40   35  

De geluidbelasting op de gevels van de woning bedraagt bij uitvoering met een dove gevel het volgende:

Gevel   Lar_dag   Lar_avond   Lar_nacht  
Voorgevel (noord)   51   45   41  
Zijgevel (oost)   48   41   39  
Zijgevel (west)   46   40   30  

De geluidbelasting zijgevels is fors lager bij een dove gevel op de voorgevel. De streefwaarden voor geluidbelasting in dag, avond en nacht worden wel benaderd, maar nog niet geheel bereikt. Daarom wordt voorgesteld om de woning in combinatie met een dove gevel uit te voeren als een L-woning. De dove gevel aan de voorzijde schermt daarmee nog meer de zijgevels af, waardoor de geluidbelasting verder wordt verlaagd. Hierbij is op de zijgevels de streefwaarde nagenoeg te realiseren.