Oosterbrinkweg III

5.1 Bodem

In het kader van de ontwikkeling van het gebied dient te worden beoordeeld of de uiteindelijke bodemkwaliteit binnen dit gebied uit oogpunt van volksgezondheid en milieu aan zekere kwaliteitsnormen voldoet om te voorkomen dat op verontreinigde grond wordt gebouwd.

In juli 2012 is door Hunneman milieu advies een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd conform de NEN 5740, gecombineerd met een asbest-in-grond onderzoek conform de NEN 5707(Hunneman, 2012314/dh/sh, d.d. juli 2012). Aan de hand van dit onderzoek is beoordeeld of de bodem geschikt is voor het voorgenomen gebruik.

In de bovengrond is een licht verhoogd gehalte zink aangetroffen. In de ondergrond is voor geen van de geanalyseerde paramters een verhoogd gehalte aangetroffen. In het grondwater zijn licht verhoogde gehaltes barium, cadmium, koper, lood en zink aangetroffen.

Ter plaatse van de voormalige nertsensheds is een geval van ernstige bodemverontreiniging met asbest aanwezig. Deze moet worden gesaneerd. Naast deze saneringsplichtige locatie is op enkele plaatsen ook asbest aanwezig beneden de norm waarbij een saneringsplicht geldt. In verband met de toekomstige woonbestemming wordt geadviseerd niet alleen de saneringsplichtige deellocatie te saneren (waar de asbest boven de 100 mg.kg.ds in de bodem aanwezig is) maar alle op en in de bodem aanwezige asbest te verwijderen.

De bodem is op dit moment niet geschikt voor het beoogde gebruik ten behoeve van de bouw van de woning. De conclusies uit het asbestonderzoek moeten worden gevolgd teneinde de beoogde functie mogelijk te maken.