direct naar inhoud van 4.2 Provincie
Plan: Schoonderbekerweg I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1181-0002

4.2 Provincie

Structuurvisie Gelderland (voormalig streekplan)

Provinciale staten hebben op 29 juni 2005 het Streekplan Gelderland 2005 vastgesteld. Het streekplan geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2015. Het streekplan is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Op de kaart Ruimtelijke structuur van het streekplan, is het plangebied ten zuiden van de Schoonderbekerweg 19 aangewezen als 'EHS verbindingszone', zie afbeelding 9.

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.1181-0002_0009.png"

afbeelding 9

Hieronder volgt een samenvatting van de relevante passages uit het streekplan:

EHS

Door de vergroting van natuurgebieden, de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden en de aanleg van ecologische verbindingszones ontstaat het beoogde samenhangende netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen.

Hoofddoel van het ruimtelijk beleid voor de EHS is het bijdragen aan een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen door bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige bijzondere ruimtelijke waarden en kenmerken.

Binnen de EHS geldt de 'nee, tenzij'-benadering. Dit houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reƫle alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Bij bestemmingsplanwijzigingen die leiden tot aantasting van de wezenlijke kenmerken of waarden van de EHS-natuur moet in hetzelfde bestemmingsplan voorzieningen worden getroffen waarmee de schade zoveel mogelijk wordt beperkt door mitigerende maatregelen.

Ruimtelijke ingrepen/ontwikkelingen in natte delen van de EHS mogen niet leiden tot verlaging van de grondwaterstand in en om de natte natuur of (bij wateren) tot verslechtering van de waterkwaliteit en aantasting van de morfologie van de beken en waterlopen.

Met het onderhavige plan zullen de kernkwaliteiten ten opzichte van de oorspronkelijk situatie niet veranderen. Er worden geen landschapselementen verwijderd. De EHS zal derhalve in dit opzicht niet worden aangetast door de herbestemming van de planlocaties. Sterker nog, de milieubelasting van de twee agrarische bedrijven verdwijnt wat een positieve ontwikkeling is.

Functieverandering

In de regio Vallei wordt de mogelijkheid geboden om in regionaal verband een alternatief beleid te ontwikkelen voor functieverandering van gebouwen in het buitengebied. In 2008 is door regio De Vallei de Regionale beleidsinvulling functieverandering en nevenactiviteiten vastgesteld. Het beleid voor functieverandering is hierin verwoord. Zie voor de beschrijving van dit regionale beleid paragraaf 4.3.

Reconstructieplan Gelderse Vallei / Utrecht Oost

Het reconstructieplan moet de problemen die zich voordoen in het landelijk gebied (de 'gestapelde' problematiek) in de concentratiegebieden integraal aanpakken en moet een goede ruimtelijke structuur bevorderen, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water, milieu en infrastructuur.

Daarnaast moet de reconstructie het woon-, werk- en leefklimaat en de economische structuur verbeteren. De problematiek binnen de bebouwde kom van dorpen en steden in het gebied is geen onderdeel van dit plan.

De locaties die onderdeel uitmaken van het onderhavige plan behoren tot het verwevingsgebied (zie afbeelding 10). Het beleid voor verwevingsgebieden is gericht op het bevorderen van een passende combinatie van landbouw, natuur, landschap, recreatie, werken en wonen met bijbehorende kwaliteiten. De te realiseren woonbestemmingen passen binnen het beleid voor verwevingsgebieden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.1181-0002_0010.png"

afbeelding 10

Ruimtelijke Verordening Gelderland

De Ruimtelijke Verordening Gelderland (hierna: de verordening) is een gevolg van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die in juli 2008 in werking trad. Deze wet geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Met een ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, natuur, nationale landschappen, water en glastuinbouw. Gemeenten krijgen op sommige terreinen meer beleidsvrijheid, terwijl ze op andere gebieden te maken krijgen met strikte provinciale richtlijnen. Gedeputeerde staten hebben op 15 december 2010 de verordening vastgesteld. De verordening is in werking getreden op 2 maart 2011. Voor de provincie betekent de Wet ruimtelijke ordening dat het goedkeuringsvereiste voor gemeentelijke bestemmingsplannen vervalt. De verordening is gebaseerd op reeds vastgesteld ruimtelijk beleid, zoals het 'Streekplan Gelderland 2005'. De verordening vormt derhalve een beleidsneutrale vertaling van reeds vastgesteld ruimtelijk beleid. Dit betekent dat de verordening geen beleidswijzigingen bevat.

Op de kaarten behorende bij de Ruimtelijke Verordening Gelderland zijn de planlocaties aan de Schoonderbekerweg bij het thema verstedelijking aangeduid als 'nieuwe bebouwing buitengebied' en bij het thema EHS als 'EHS verbindingszone'.

In artikel 2 van de regels van de verordening is bepaald dat nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen is toegestaan in geval van functieverandering, mits 1) sprake is van de vervanging van bestaande bebouwing door nieuwe bebouwing welke leidt tot een substantiƫle vermindering van het bebouwde oppervlak, en 2) buiten de concentratiegebieden glastuinbouw en de regionale clusters glastuinbouw, en 3) in de toelichting bij een bestemmingsplan wordt aangegeven op welke manier nieuwe bebouwing landschappelijk wordt ingepast. Aan deze voorwaarden wordt voldaan, waardoor het onderhavige plan op dit punt niet in strijd is met de verordening.

In artikel 19 van de regels van de verordening is bepaald dat in een gebied gelegen binnen de EHS geen bestemmingen zijn toegestaan waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast. Gelet op de onderhavige ontwikkeling, waarbij twee agrarische bedrijven worden geamoveerd en in het kader van functieverandering twee woningen worden gerealiseerd, zullen de kernkwaliteiten ten opzichte van de oorspronkelijk situatie niet veranderen. De verwachting is dan ook dat de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast.