Plan: | Barnseweg V |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1179-0003 |
De belangrijkste wetten voor natuurbescherming in Nederland zijn de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Beide wetten zijn een Nederlandse vertaling van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. De verplichtingen voor bescherming van natuurgebieden zijn overgenomen door de Natuurbeschermingswet 1998, terwijl de Flora- en faunawet zich richt op de bescherming van planten en dieren.
De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van natuurgebieden in Nederland. Daarnaast regelt deze wet de aanwijzing van natuurgebieden die van nationaal of internationaal belang zijn: Beschermde Natuurmonumenten en Natura 2000-gebieden. De Natuurbeschermingswet bepaalt vervolgens wat er wél en niet mag in deze beschermde natuurgebieden.
Het plangebied vormt geen onderdeel van een Natura 2000-gebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000-gebied, het Schaffelaarsebos, is gelegen op ongeveer een kilometer afstand. Daarnaast treden er met de realisatie van een woning geen schadelijke effecten op voor natuurgebieden. De Natuurbeschermingswet 1998 vormt dan ook geen belemmering voor voorliggend plan.
De Flora- en faunawet beschermt plant- en diersoorten in de beschermde natuurgebieden én daarbuiten. Ongeveer 500 soorten in Nederland vallen onder de bescherming van deze wet. Om te beoordelen of de beschermde soorten in het plangebied aanwezig zijn, wordt een natuurtoets uitgevoerd.
Op 23 maart 2012 is in het plangebied een quickscan natuurwaarden op locatie uitgevoerd. Tijdens dit bezoek is gekeken naar eventuele verblijfsplaatsen voor vleermuizen en / of vogels.
In de aanwezige agrarische bedrijfsbebouwing zijn weliswaar open stootvoegen in de spouwmuren aangetroffen, maar deze zitten te laag in de muur om aan te nemen dat daar vleermuizen verblijven (i.v.m. het lastig in- en uitvliegen). Omdat het dak bestaat uit golfplaten, wordt de aanwezigheid van vleermuizen ook daar niet verwacht. Tussen de golfplaten en het plafond is weliswaar ruimte, maar de vocht- en temperatuurbuffering is daar niet constant gewaarborgd voor een vleermuisverblijfplaats.
In de aanwezige agrarische bedrijfsbebouwing is verder slechts op één plaats een redelijke mogelijkheid voor vogels om de gebouwen te betreden, namelijk de ombouw van de voersilo's. Omdat er echter geen sporen van bewoning / betreding van vogels zijn gesignaleerd, is bewoning door extra beschermde soorten als de steenuil niet te verwachten. Daarnaast deelde de familie Van Maanen mee dat uit informatie van een adviesbureau zou zijn gebleken dat in de directe omgeving van het plangebied, twee bouwpercelen verderop, al een steenuil voorkomt. Omdat het plangebied zich bevindt in het territorium van deze steenuil, is de aanwezigheid van een tweede steenuil hier niet te verwachten. Omdat de nieuwbouw op dezelfde locatie plaats zal vinden als de locatie waar nu de agrarische bedrijfsbebouwing is gevestigd, lopen er geen extra beschermde natuurwaarden gevaar.
Om te voorkomen dat eventueel toch later ingevlogen vogels, bijvoorbeeld door open deuren van de lege stallen, tijdens de broeitijd worden verstoord, dienen de stallen buiten het voortplantingsseizoen van vogels te worden gesloopt. Dit betekent grofweg vòòr medio maart en na medio juli, tenzij onderzocht en geconstateerd is dat er geen broedgeval aanwezig is.
Omdat tijdens de quickscan geen aanwijzingen zijn aangetroffen voor de aanwezigheid van verblijfsplaatsen voor vleermuizen en vogels, vormt de Flora- en faunawet geen belemmering voor voorliggend plan.