direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf - Niet-agrarisch
Plan: Koningsweg V
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1177-0003

Artikel 4 Bedrijf - Niet-agrarisch

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor '4 Bedrijf - Niet-agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bijlage 1) onder de categorieën A en B, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding zoals in onderstaande tabel is opgenomen, want daar is alleen het specifieke, met die aanduiding corresponderende bedrijf toegestaan;
Aanduiding   Bedrijf  
(op)   opslag  
(sb-49)   specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m2  

  • b. één bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen en andere bouwwerken;
  • c. productiegebonden detailhandel, met uitzondering van detailhandel in voedings- en genotmiddelen, textiel, schoeisel en lederwaren, en huishoudelijke artikelen;

met daaraan ondergeschikt:

  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. wegen, straten en paden;

met de daarbij behorende:

  • g. gebouwen;
  • h. tuinen, erven en terreinen;
  • i. bouwwerken geen gebouwen zijnde.

4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen als bedoeld in artikel 4.1 gelden de volgende bepalingen:

  • 1. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • 2. de totale oppervlakte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' is weergegeven;
  • 3. de goothoogte van een bedrijfsgebouw mag niet meer bedragen dan 3,5 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)', want daar geldt de maximale goothoogte zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • 4. de nokhoogte van een bedrijfsgebouw mag niet meer bedragen dan 10 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale nokhoogte (m)', want daar geldt de maximale nokhoogte zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • 5. de oppervlakte van een ondergronds bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke ruimte vormt, mag niet meer bedragen dan 60 m2, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'oppervlakte (m2)', want daar geldt de maximale oppervlakte zoals op de verbeelding is weergegeven.

4.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van de bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • 1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is ten hoogste één bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen en andere bouwwerken toegestaan;
  • 2. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 3,5 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 10 m uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte', want daar geldt de maximale goot- en bouwhoogte zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • 3. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen.

4.2.3 Bijgebouwen bij bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bijgebouwen mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bedrijfswoning' worden gerealiseerd;
  • b. de goothoogte van het bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 6 m;
  • c. de totale oppervlakte van bijgebouwen die horen bij de bedrijfswoning mag niet meer dan 80 m² bedragen.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken mag niet meer dan 3 m bedragen.

4.3 Nadere eisen
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
    • a. een samenhangend bebouwingsbeeld;
    • b. de beeldkwaliteit;
    • c. de landschapskwaliteit;
    • d. de verkeersveiligheid;
    • e. de milieusituatie; en
    • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • 2. Bij het stellen van nadere eisen is de procedure zoals weergegeven in artikel 12.1 van toepassing.

4.4 Afwijken van de bouwregels
  • 1. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 4.2.1 en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • a. niet meer dan 10% van de toegestane oppervlakte aan gebouwen buiten het bouwvlak wordt gebouwd;
    • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit.
  • 2. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 4.2.1 en toestaan dat (een gedeelte van) een gebouw uit twee bouwlagen bestaat, mits verzekerd is dat overeenkomstig het op dat moment geldende beleid voor functieverandering naar werken die hiervoor vereiste oppervlakte aan gebouwen is of zal worden gesloopt;
  • 3. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 4.2.1 en toestaan dat de bouw- en/of goothoogte van een gebouw, zoals weergegeven op de verbeelding, word(en) vergroot met maximaal 2 m, mits:
    • a. hiervoor, gelet op het beoogde gebruik, een functionele noodzaak is;
    • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit.
  • 4. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 4.2.2 en toestaan dat de goothoogte van een bedrijfswoning wordt vergroot tot maximaal 6 m, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit.
  • 5. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 4.2.3 en toestaan dat de oppervlakte aan bijgebouwen wordt vergroot tot maximaal 80 m2, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit.

4.5 Specifieke gebruiksregels

De opslag van goederen is niet toegestaan op gronden die onbebouwd zijn tenzij dit op de verbeelding anders is weergegeven.

4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 4.1 voor het (be)bouwen en gebruiken van gronden en bouwwerken voor een ander bedrijf dan volgens de aanduiding op de verbeelding is toegestaan, mits dat bedrijf is genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten (bijlage 1) onder de categorieën A en B.