Plan: | Platanenstraat V |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1148-0003 |
Bij het opstellen van een bestemmingsplan dienen de bepalingen van de Wet geluidhinder in acht te worden genomen. Dit betekent onder meer dat wanneer in het bestemmingsplan gronden worden bestemd voor nieuwe woningbouw of andere geluidsgevoelige objecten, moet worden nagegaan of voor deze gronden een zogenaamde geluidszone van kracht is. Met uitzondering van een aantal wegen, bevinden zich in principe langs alle wegen geluidzones. Binnen een zone moet akoestisch onderzoek worden verricht, waaruit blijkt of de voorkeursgrenswaarde of de maximaal toelaatbare geluidbelasting wordt overschreden.
Door milieukundig adviesbureau HMB BV. is een akoestisch onderzoek uitgevoerd in maart 2010. Het onderzoek van 17 maart 2010 heeft het kenmerk 11209501N.
Uit het onderzoek blijkt dat de gecorrigeerde gevelbelasting ten gevolge van de Platanenstraat ten hoogste 51 dB bedraagt. Het is daarmee hoger dan de voorkeursgrenswaarde, maar lager dan de maximale ontheffingswaarde. Daarom is nader onderzoek uitgevoerd om maatregelen te treffen om de geluidbelasting terug te brengen tot beneden de voorkeursgrenswaarde.
Maatregelen aan de bron
Door bijvoorbeeld het verlagen van de rijsnelheid, het omleiden van de verkeersstroom en/of het aanbrengen van een akoestisch gunstigere wegverharding kan de geluiduitstraling vanwege de weg worden beperkt. Echter gezien de kleinschaligheid van het bouwplan lijken dergelijke ingrijpende en kostbare maatregelen geen haalbare optie.
Indien bijvoorbeeld de bestaande asfaltlaag op de Platanenstraat over 300m wordt vervangen door SMA/06, zal de geluidbelasting afnemen van 51 dB naar 49 dB en wordt nog altijd niet aan de voorkeursgrenswaarde voldaan. Bij toepassing van bijvoorbeeld Dunne Deklagen A neemt de geluidbelasting wel voldoende af om aan de voorkeursgrenswaarde te kunnen voldoen. Het aanbrengen hiervan is echter niet doelmatig. (aanbrengen van dunne deklagen kost 23400 maatregelpunten tegen een opbrengst van slechts 1600 reductiepunten).
Maatregelen in de overdrachtsweg
De geluidbelasting bij de nieuw te bouwen woning kan worden verlaagd door bijvoorbeeld het vergroten van de afstand van de woning tot de weg-as en/of het plaatsen van geluidschermen of -wallen. Om te kunnen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde dient de kortste afstand tot de weg-as minimaal 55 m te bedragen. Hoewel het perceel hiertoe voldoende ruimte biedt is het de vraag in hoeverre dit beantwoord met de wensen van de initiatiefnemer. Los van de vraag of een eventueel geluidscherm vanuit financieel, stedebouwkundig of verkeerstechnisch opzicht wenselijk of mogelijk is, dient dit geplaatst te worden tussen de woning en de maatgevende weg. Om effectief te zijn dient het scherm een minimale hoogte van 2 m te hebben, over een lengte van ten minste 70m. Het plaatsen hiervan is niet doelmatig. (een scherm kost 6510 maatregelpunten tegen een opbrengst van slechts 1600 opbrengstpunten).
Maatregelen bij de ontvanger
Indien eerder besproken maatregelen om bijvoorbeeld stedebouwkundige of financiele redenen niet wenselijk of mogelijk blijken, kan bij het college een ontheffing worden aangevraagd voor een hogere grenswaarde. Hierbij dient te worden aangetoond welke bouwkundige maatregelen aan de woning worden getroffen om een aanvaardbaar leefklimaat binnen de woning te waarborgen. De woning voorziet in een geluidluwe gevel, de achtergevel.
Uit berekeningen blijkt dat de ongecorrigeerde gevelgeluidbelasting nergens hoger is dan 53 dB. Het Bouwbesluit vereist een karakteristieke gevelgeluidwering van minimaal 20 dB en een binnengeluidniveau in de woning van ten hoogste 33 dB. Bij een geluidbelasting tot 53 dB zijn derhalve geen aanvullende akoestische maatregelen aan de woning noodzakelijk.
Conclusie
Uit onderzoek volgt dat de gecorrigeerde gevelbelasting ten gevolge van de Platanenstraat hoger is dan de voorkeursgrenswaarde, maar lager dan de maximale ontheffingswaarde. Maatregelen om de geluidbelasting tot beneden de voorkeursgrenswaarde te krijgen zijn niet doelmatig. Het is derhalve noodzakelijk om in het kader van de Wet geluidhinder een ontheffing te verlenen voor een hogere grenswaarde.
Uit het onderzoek volgt dat de ongecorrigeerde gevelgeluidbelasting nergens hoger is dan 53 dB. Het Bouwbesluit vereist een karakteristieke gevelgeluidwering van minimaal 20 dB en een binnengeluidniveau in de woning van ten hoogste 33 dB. Bij een geluidbelasting tot 53 dB zijn derhalve geen aanvullende akoestische maatregelen aan de woning noodzakelijk.