direct naar inhoud van 5.5 Geluid
Plan: Rijksweg III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1139-0003

5.5 Geluid

Bij het opstellen van een bestemmingsplan dienen de bepalingen van de Wet geluidhinder in acht te worden genomen. Dit betekent onder meer dat wanneer in het bestemmingsplan gronden worden bestemd voor nieuwe woningbouw of andere geluidsgevoelige objecten, moet worden nagegaan of voor deze gronden een zogenaamde geluidszone van kracht is. Met uitzondering van een aantal wegen, bevinden zich in principe langs alle wegen geluidzones. Binnen een zone moet akoestisch onderzoek worden verricht, waaruit blijkt of de voorkeursgrenswaarde of de maximaal toelaatbare geluidbelasting wordt overschreden.

Door G&O consult is een onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van het bouwplan aan de Rijksweg 178. Hieruit blijkt dat de geluidbelasting op de de voorgevels van de geplande woningen ten gevolge van het wegverkeer (Hoevelakenseweg/Rijksweg en A1) en het railverkeer (spoortraject Amersfoort-Apeldoorn) hoger ligt dan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB voor wegverkeer en 55 dB voor railverkeer.

Wegverkeer

Voor beide beschouwde wegen geldt dat de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden. Uit de rekenresultaten blijkt tevens dat de geluidbelasting op de voorgevels ten gevolge van het wegverkeer op beide wegen de maximale ontheffingswaarde van 53 dB overschrijdt. De geveldelen ter plaatse van deze overschrijding dienen hierdoor als 'dove gevel' te worden uitgevoerd.

Railverkeer

Uit rekenresultaten blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 55 dB voor railverkeer op een groot aantal toetspunten wordt overschreden, de maximale ontheffingswaarde van 68 dB wordt echter nergens overschreden.

Cumulatie geluid

Ingevolge de Wgh (art 110f) dient tevens in het akoestisch onderzoek te worden aangegeven wat de effecten van de samenloop van de verschillende geluidbronnen (wegverkeer en railverkeer) zijn en op welke wijze de samenloop is in het bovenvermelde akoestisch onderzoek.Ingevolge art 110a, zesde lid, Wgh mag cumulatie van geluid niet leiden tot onaanvaardbare geluidniveaus. Uit de cumulatie blijkt dat de negatieve effecten door samenloop van geluidbronnen acceptabel zijn. De cumulatieve geluidbelasting dient in het kader van de omgevingsvergunningverlening gebruikt te worden om de benodigde geluidwering voor verblijfsgebieden en verblijfsruimten te bepalen.