direct naar inhoud van Artikel 7 Algemene aanduidingsregels
Plan: Rijksweg III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1139-0003

Artikel 7 Algemene aanduidingsregels

7.1 Geluidzone - Spoor

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Spoor' tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu.

7.1.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Spoor' geen nieuwe (bedrijfs)woningen en andere in de zin van de Wet geluidhinder geluidsgevoelige gebouwen worden opgericht.

7.1.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 7.1.1 voor wat betreft gebouwen, welke zijn toegestaan overeenkomstig de ter plaatse geldende bestemming, mits de bij de Wet geluidhinder toegestane geluidbelasting op de gevel (voorkeursgrenswaarde) niet wordt overschreden, dan wel gebruik kan worden gemaakt van een, voor de vaststelling van het plan, door het bevoegd gezag verleende hogere waarde, met inachtneming van de daarbij gestelde voorwaarden.

7.2 Geluidzone - Weg

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Weg' tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu.

7.2.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'Geluidzone - Weg' geen nieuwe (bedrijfs)woningen en andere in de zin van de Wet geluidhinder geluidsgevoelige gebouwen worden opgericht.

7.2.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 7.2.1 voor wat betreft gebouwen, welke zijn toegestaan overeenkomstig de ter plaatse geldende bestemming, mits de bij de Wet geluidhinder toegestane geluidbelasting op de gevel (voorkeursgrenswaarde) niet wordt overschreden, dan wel gebruik kan worden gemaakt van een, voor de vaststelling van het plan, door het bevoegd gezag verleende hogere waarde, met inachtneming van de daarbij gestelde voorwaarden.

7.3 Milieuzone - geurzone

Ter plaatse van de aanduiding 'milieuzone - geurzone' geldt dat op die gronden geen geurgevoelige objecten mogen worden opgericht.

7.3.1 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat een aanduiding wordt gewijzigd of komt te vervallen, mits de desbetreffende bedrijfsactiviteit is gewijzigd of beëindigd, dan wel sprake is van wijziging in regelgeving of vergunningverlening.

a Afwegingskader

Een wijziging kan slechts worden vastgesteld mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de milieu- en/of externe veiligheidssituatie;
  • b. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • c. de waarden en functies die het plan beoogt te beschermen.
7.4 Ondergronds bouwwerk

Ongeacht de bestemming van de gronden is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ondergronds bouwwerk' ondergronds bouwen toegestaan.

7.4.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald onder meer omtrent de oppervlakte van een bouwwerk, mag ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - ondergronds bouwwerk' een ondergronds bouwen worden gebouwd.

7.5 Vrijwaringszone - Spoor

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - Spoor' tevens bestemd voor het railverkeersbelang.

7.5.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone – Spoor' geen bouwwerken worden opgericht.

7.5.2 Afwijken van de bouwregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 7.5.1 voor wat betreft het oprichten van:
    • 1. bouwwerken toegestaan op de als zodanig weergegeven bouwpercelen;
    • 2. bouwwerken, geen gebouw zijnde met een maximale bouwhoogte van 2 m;
    • 3. bebouwing ten behoeve van het beheer en onderhoud van het railverkeer binnen een afstand van 15 m uit de buitenste spoorstaaf, mits dit vanuit het oogpunt van veiligheid verantwoord wordt geacht;
    • 4. het oprichten van bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder lichtmasten, verwijsborden en seinpalen ten behoeve van het railverkeersbelang, met een maximale bouwhoogte van 10 m;
  • b. een en ander indien het uitzicht in verband met het railverkeersbelang hierdoor niet wordt belemmerd, in verband waarmee gehoord wordt de spoorwegbeheerder.

7.5.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
    • 2. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
    • 3. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen.
  • b. Het verbod uit artikel 7.5.3, sub a onder 1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    • 1. het normale onderhoud betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
  • c. De vergunning mag alleen en moet worden geweigerd indien verleend indien onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het railverkeersbelang.

7.6 Veiligheidszone - Bevi-inrichting

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone – Bevi-inrichting' tevens bestemd voor de bescherming van het woon- en leefmilieu.

7.6.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone – Bevi-inrichting' geen kwetsbare objecten worden gebouwd.

7.6.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 7.6.1 voor wat betreft (beperkt) kwetsbare objecten, welke zijn toegestaan overeenkomstig de ter plaatse geldende bestemming, indien de veiligheid van deze objecten is gegarandeerd.

7.7 Vrijwaringszone - Weg

Ongeacht de bestemming zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone - Weg' tevens bestemd voor het verkeersbelang.

7.7.1 Bouwregels

In afwijking van hetgeen in de bestemmingsregels is bepaald, mogen ter plaatse van de aanduiding 'Vrijwaringszone – Weg' geen nieuwe bouwwerken worden opgericht.

7.7.2 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 7.7.1 voor wat betreft het oprichten van:

  • a. bouwwerken toegestaan op de als zodanig weergegeven bouwpercelen;
  • b. bouwwerken, geen gebouw zijnde met een maximale bouwhoogte van 2 m;
  • c. het oprichten van bouwwerken, geen gebouw zijnde, waaronder lichtmasten, verwijsborden en seinpalen ten behoeve van het verkeersbelang, met een maximale bouwhoogte van 10 m.

7.7.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden, waaronder begrepen het kweken en telen van bomen, struiken en heesters;
    • 2. het aanbrengen van onder- en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
    • 3. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen.
  • b. Het verbod uit artikel 7.7.3, sub a onder 1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
    • 1. het normale onderhoud betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan.
  • c. De vergunning mag alleen en moet worden geweigerd indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan verkeersbelang.