direct naar inhoud van 5.12 Water
Plan: Hoevelakenseweg VII
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1136-0004

5.12 Water

Deze waterparagraaf vormt het resultaat van het procesinstrument watertoets. De watertoets betreft het vroegtijdig informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten bij de totstandkoming van ruimtelijke plannen. Het is verplicht de watertoets toe te passen. Hiermee wordt beoogd om het belang van water een evenwichtige plaats te geven in het ruimtelijk planproces.

De watertoets heeft betrekking op alle grond- en oppervlaktewateren en behandelt alle relevante waterhuishoudkundige aspecten zoals ontwatering, wateroverlast en waterkwaliteit. De waterparagraaf beschrijft het relevante waterbeleid, de betrokkenheid en het advies van de waterbeheerder en de waterhuishoudkundige uitwerking van het plan.

Waterbeleid

Waterbeheersplan 2010-2015 Waterschap Vallei & Eem

In het plan heeft het waterschap zijn ambities en uitvoeringsprogramma vastgelegd. De plannen zijn gebundeld in de drie programma's Veilige dijken, Voldoende en schoon water en Zuivering afvalwater.

  • Het programma Veilige dijken richt zich op de bescherming tegen overstroming en daardoor op veiligheid voor de bewoners en gebruikers.
  • Het programma Voldoende en schoon water gaat over het oppervlakte- en grondwater. De doelstelling is dat het beschikbaar is waar er behoefte aan is, dat het van goede kwaliteit is en dat het geen overlast veroorzaakt. In dat kader bestrijdt het waterschap de verdroging van natuurgebieden en zorgt zij voor het dagelijks beheer van watergangen.
  • Het programma Zuivering afvalwater behandelt de inzameling (riolering), het transport en het zuiveren van afvalwater. Het waterschap wil door een intensieve samenwerking met gemeenten het beheer van de verschillende schakels beter op elkaar afstemmen. Enerzijds om kosten te besparen, anderzijds om het zuiveringsrendement te verhogen.

De klimaatontwikkelingen worden intensief gevolgd. Er worden maatregelen genomen om ook op de lange termijn het beheersgebied te beschermen tegen hoog water, wateroverlast en droogte, en om de capaciteit van de rioolwaterzuiveringen op peil te houden.


Waterplan Barneveld (2005) en Hemelwaterbeleidsplan (2011)

Het Waterplan geeft een integrale watervisie op het verhogen van de gebruikswaarde en belevingswaarde van water. Door een verantwoord gebruik en duurzame ontwikkeling van het water kan ook in de toekomst gebruik worden gemaakt van een gezond watersysteem. De volgende ambities worden genoemd:

  • vasthouden en/of vertraagd afvoeren van hemelwater.
  • het scheiden van vuil en schoon water. Bij nieuwbouw het hemelwater van schone oppervlakken niet op de riolering lozen en bij voorkeur lokaal gebruiken, infiltreren of lozen op oppervlaktewater. In bestaand gebied hemelwater afkoppelen van het gemengd riool indien technisch en financieel haalbaar.
  • de afvoer van schoon hemelwater vindt bovengronds plaats.
  • Rioolwateroverstorten beperken om de doelstellingen voor waterkwaliteit te bereiken.

In het plan is een concrete doelstelling opgenomen: in 2025 is 10% van het verharde oppervlak afgekoppeld van de gemengde riolering (referentiejaar 2005). Dit betreft 18 ha. afkoppelen. In het Hemelwaterbeleidsplan is deze doelstelling uitgewerkt in concrete maatregelen.


Huidige en toekomstige situatie

Het perceel Hoevelakenseweg 122 wordt aan drie zijden omgeven door watergangen. Deze staan indirect in verbinding met de Hoevelakensebeek.

De planontwikkeling betreft de realisatie van een kantoor, de aanleg van bijbehorende parkeerplaatsen en een herinrichting van de buitenruimte. Ten opzichte van de huidige situatie neemt het verhard oppervlak volgens de inrichtingstekening/beplantingsplan (d.d. 31-10-2011) toe met ca. 645 m2. Daarmee blijft het plan ruim onder de norm van 2.500 m2, waarboven een watervergunning van het Waterschap verplicht is.

Het hemelwater dat op de nieuwe verharding (met name noordzijde plangebied) valt, zal afvloeien naar de groenvoorzieningen welke rondom de verhardingen zijn gelegen. Daarmee infiltreert het hemelwater in de bodem en voert het via het grondwater vertraagd af naar bovengenoemde watergangen langs het plangebied.

Gezien de beperkte toename van verhard oppervlak en de verwachte vertraagde afvoer naar de watergangen is de realisatie van extra waterberging op het terrein of in de watergangen niet nodig.

Afvalwater dat in de kantoorruimte vrijkomt, wordt aangesloten op de bestaande riolering in de openbare weg.

De doelen van het waterschap en de gemeente komen niet in het gedrang door dit bestemmingsplan.