direct naar inhoud van 5.12 Water
Plan: Aarderweg I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1129-0004

5.12 Water

Om water als één van de principes voor de ruimtelijke ordening verder te ontwikkelen, heeft de Commissie Waterbeheer 21e eeuw doelstellingen geformuleerd om water prominenter in beeld te krijgen. Één van die doelstellingen is het uitvoeren van een 'Watertoets' bij alle ruimtelijke plannen en besluiten. Hiertoe dient de initiatiefnemer van een plan de waterbeheerder vroegtijdig bij de planvorming te betrekken. Het betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en uiteindelijk beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel is om te waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundige relevante ruimtelijke plannen en besluiten. De resultaten van het overleg tussen initiatiefnemer en waterbeheerder worden verwoord in de waterparagraaf.

Het gaat in het plan om een afname van het verharde oppervlak. Daardoor is het plan niet voorgelegd aan het waterschap ter beoordeling. Daarnaast bedraagt de nieuw te bouwen oppervlakte aan bebouwing minder dan 1.000m2 .

Allereerst dient gestreefd te worden naar een scheiding van vuil water en schoon regenwater. Daarnaast dient er bij de inrichting, het bouwen en het beheer zo min mogelijk vervuilende stoffen te worden toegevoegd aan de bodem en aan het grond- en oppervlaktewatersysteem.

Het afvalwater wordt afgevoerd naar het gemengde rioolsysteem.

Bij de uitwerking van de plannen zal in een vroeg stadium rekening moeten worden gehouden met afkoppeling van regenwater en met het gebruik van de juiste materialen. Hierbij dienen uitlogende materialen zoals zink, lood en chroom vermeden te worden.

De nadrukkelijke voorkeur gaat uit naar het afkoppelen van regenwater wat van het dak en erf-tuinverharding komt en dit via een voorziening (vijver/wadi) te infiltreren in de bodem of gedoseerd naar de kavelsloten van het perceel af te voeren indien bij hevige regenval de voorziening het regenwateraanbod niet kan verwerken.