direct naar inhoud van 4.1 Bodem
Plan: Dronkelaarseweg I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1127-0003

4.1 Bodem

In het kader van de ontwikkeling van het gebied dient te worden beoordeeld of de uiteindelijke bodemkwaliteit binnen dit gebied uit oogpunt van volksgezondheid en milieu aan zekere kwaliteitsnormen voldoet om te voorkomen dat op verontreinigde grond wordt gebouwd.

In het kader van een WRO procedure is onderzocht of de milieuhygiënische bodemkwaliteit ter plaatse van de Dronkelaarseweg 30 te Terschuur voldoet aan de eis van uitvoerbaarheid en uit oogpunt van volksgezondheid en milieu aanvaardbaar mag worden geacht voor het beoogde gebruik. De procedure betreft het bestemmen van een kinderdagverblijf.

In februari 2010 is door Vink MAB op bovengenoemde locatie een verkennend bodemonderzoek volgens de NEN 5740 uitgevoerd (projectnr. M10.0004). In samenspraak met de afdeling milieu is alleen de actuele contactzone (bodemlaag tot 0,5m-mv) onderzocht van het directe buitenterrein. De betreffende loods is immers geheel voorzien van een aaneengesloten betonvloer.

In de contactzone is een geringe overschrijding van de achtergrondwaarde van PCB aangetroffen. Waarschijnlijk is sprake geweest van een zeer geringe morsing van bestrijdingsmiddelen of hydraulische olie. De aangetroffen concentratie geeft geen aanleiding tot aanvullend bodemonderzoek.

Ondanks het aangetroffen licht verhoogde PCB gehalte in de vaste bodem bestaat er geen enkele aanleiding om te veronderstellen dat de bodem van de onderzoekslocatie van een zodanige kwaliteit is dat er sprake is van reële risico's voor de volksgezondheid en het milieu.

In dit kader zijn geen belemmeringen aanwezig voor het vastleggen van de nieuwe bestemming.

Opgemerkt wordt dat de actualiteitswaarde van bodemonderzoeksgegevens vijf jaar bedraagt. Dit houdt in dat binnen een termijn van vijf jaar, gerekend vanaf de datum van uitvoering van het bodemonderzoek, de nieuwe bestemming moet zijn vastgelegd. Na deze termijn moet, in overleg met het bevoegd gezag, een herijking plaatsvinden.

Met het uitgevoerde onderzoek is in redelijkheid inzicht verkregen in de aanwezigheid van mogelijke verontreinigingen in de bodem. Er kan echter geen uitspraak worden gedaan over de kwaliteit van een afgebakende hoeveelheid grond. Als bij graafwerkzaamheden, bijvoorbeeld ten behoeve van bouwactiviteiten, grond vrijkomt mag deze grond binnen de onderzoekslocatie worden verwerkt.

Als grond wordt afgevoerd, moet de samenstellingwaarde ervan zijn vastgesteld op het moment van hergebruik. Afhankelijk daarvan mag de grond, met of zonder beperkingen, elders worden toegepast. Afvoer van grond mag ook plaatsvinden naar een daarvoor bestemde milieuvergunninghoudende inrichting. Op het elders hergebruik van grond zijn de regels van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing. Zie bijlage 1 voor het onderzoeksrapport.