Plan: | Harskamperweg III |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1115-0003 |
Ruimtelijke Verordening Gelderland
Op 15 december 2010 stelden Provinciale Staten de Ruimtelijke Verordening Gelderland vast. De Ruimtelijke Verordening Gelderland is op 2 maart 2011 in werking getreden. De Ruimtelijke Verordening is gebaseerd op reeds vastgesteld ruimtelijk beleid, zoals het 'Streekplan Gelderland 2005'. De Verordening vormt derhalve een beleidsneutrale vertaling van reeds vastgesteld ruimtelijk beleid. Dit betekent dat de Verordening geen beleidswijzigingen bevat.
Met de ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn. De onderwerpen die de provincie belangrijk vindt en waarvoor regels in de verordening zijn opgenomen, zijn:
De planlocatie aan de Harskamperweg ligt in een gebied waar een (tijdelijk) verbod geldt voor de nieuwvestiging en uitbreiding van glastuinbouw. Het plangebied ligt niet in een waardevol open gebied. Het bosgebied tegenover de planlocatie is aangewezen als EHS natuur.
Regionaal beleidskader
De bestaande niet-agrarische bedrijven spelen een rol in het vitaal en leefbaar houden van het buitengebied. De regio onderkent de noodzaak om ook voor deze bedrijven onder stringente voorwaarden ontwikkelingsruimte op de huidige locatie te bieden, zodat het economisch gezien perspectiefvolle bedrijven blijven, indien verplaatsing naar een bedrijventerrein niet mogelijk is.
Doorwerking plangebied
In de bestaande situatie is circa 310 m² aan bedrijfsbebouwing aanwezig, hierbij is de aanwezige tunnelkas niet meegerekend. Naast de bedrijfsgebouwen is een bedrijfswoning aanwezig. Het hoveniersbedrijf valt onder de bestemming "Landelijke bedrijven" zoals deze is opgenomen in het bestemmingsplan "Buitengebied 2000" die geldt voor het buitengebied in de gemeente Barneveld.
Binnen de geldende bestemming zijn zeer beperkt nevenactiviteiten en uitbreidingsmogelijkheden toegestaan. De hoveniersactiviteiten vinden elders plaats maar voor de opslag van machines, planten en overige materialen biedt het perceel voldoende ruimte. De aanwezige beplantingsvoorraad valt binnen de agrarische bestemming. Hoveniersbedrijven met een eigen beplantingsvoorraad zijn niet-agrarische bedrijven die thuishoren in het buitengebied. Een hoveniersbedrijf met de gevraagde horeca en recreatieve nevenactiviteiten wordt als een passende functie in het multifunctioneel gebied beschouwd.
Multifunctioneel gebied
Het multifunctionele gebied beslaat het grootste deel van de provincie. Dit gebied omvat de steden, dorpen, buurtschappen buiten de provinciaal ruimtelijke hoofdstructuur, waardevolle landschappen en het multifunctioneel platteland. In het provinciaal planologisch beleid wordt op deze gebieden geen expliciete provinciale sturing gericht.
Land- en tuinbouw
Grondgebonden landbouw speelt een belangrijke rol als beheerder van het landelijk gebied. Uitgangspunt van het ruimtelijk beleid is dat de bedrijfsontwikkeling in de landbouw wordt gefaciliteerd onder voorwaarden van economische en ecologische duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit.
De sector voor land- en tuinbouw staat onder grote druk en de algemene tendens is dat er veel bedrijven stoppen en een relatief gering aantal overblijft. De bedrijven die overblijven krijgen ruimte om hun agrarische activiteiten uit te breiden. Neveninkomsten uit andere bron dan voedselproductie kunnen voor een deel van de grondgebonden landbouwbedrijven belangrijk zijn voor vergroting van hun economische levensvatbaarheid.
Recreatie
Toeristische en recreatieve activiteiten zijn in het algemeen sterk gebonden aan landschappelijke kwaliteiten en specifieke gebiedskenmerken, zoals water of bosgebieden. Initiatieven voor toeristisch-recreatieve voorzieningen dienen daarom te worden beoordeeld op de mate van aansluiting bij de regionale gebiedskenmerken en hun bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het regionaal toeristisch-recreatieve product. Differentiatie naar aard en intensiteit wordt op die manier gebiedsgericht.