direct naar inhoud van 5.2 Bodem
Plan: Hunnenweg II
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1099-0003

5.2 Bodem

In het kader van de ontwikkeling van het gebied dient te worden beoordeeld of de uiteindelijke bodemkwaliteit binnen dit gebied uit oogpunt van volksgezondheid en milieu aan zekere kwaliteitsnormen voldoet om te voorkomen dat op verontreinigde grond wordt gebouwd.
Voor zowel de locatie aan de Hunnenweg als de locatie aan de Valkseweg is een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd. Hieronder worden slechts de conclusies van deze onderzoeken weergegeven.
De volledige rapportages zijn separate bijlagen bij dit bestemmingsplan

Hunnenweg 19

In het kader van het bodemonderzoek voor het perceel Hunnenweg 19 is de onderzoekslocatie in deellocaties onderverdeeld.

Deellocatie A: erfverharding en halfverhardingsweg
de halfverhardingslaag heeft een gewogen asbestgehalte onder de restconcentratienorm voor hergebruik van 100 mg/kgds.

Deellocatie B: 1000 liter bovengrondse olietank en olievaten.
In de hierdoor verdachte bovengrond is slechts een lichte dieselverontreiniging aangetoond. De opslag van olieproducten is inmiddels beëindigd. De hypothese 'verdacht, plaatselijke bodembelasting' wordt verworpen.

Deellocatie C: 3000 liter ondergrondse olietank.
In de grond en in het grondwater zijn geen verhoogde gehalten aan minerale olie en/of vluchtige aromaten aangetroffen. Het gebruik van de ondergrondse olietank heeft in het verleden niet geleid tot aantoonbare verontreiniging van de bodem. De hypothese 'verdacht, ondergrondse olietank' wordt verworpen.

Deellocatie D: 5000 liter ondergrondse HBO-tank.
Het gebruik van de ondergrondse HBO tank heeft in het verleden niet geleid tot aantoonbare verontreiniging van de bodem. De Hypothese 'verdacht, ondergrondse opslagtank' wordt verworpen.

Deellocatie E: Overig terrein.
Onderzoek toont aan dat de hypothese 'grootschalig, onverdacht' gehandhaafd blijft

Op basis van het voorgaande wordt geconcludeerd dat de milieuhygiënische bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie van een zodanige kwaliteit is dat er geen sprake is van reële risico's voor de volksgezondheid en het milieu. In dit kader zijn geen belemmeringen aanwezig voor het vastleggen van de nieuwe bestemming.

Valkseweg 247
Zintuiglijk zijn tijdens de veldwerkzaamheden geen bijmengingen aan bodemvreemde materialen waargenomen. Zintuiglijk is geen asbestverdacht materiaal op of in de bodem aangetroffen.

In de vaste bodem zijn, van de geanalyseerde parameters, geen gehalten aangetoond boven de achtergrondwaarden. In het mengmonster van de bovengrond, rond de woning, is analytisch geen asbest aangetoond boven de bepalingsgrens. In het grondwater zijn licht verhoogde gehalten aan zware metalen aangetoond. De aangetoonde gehalten overschrijden de streefwaarden, maar vormen geen aanleiding tot nader onderzoek.

Geconcludeerd wordt dat de milieuhygiënische bodemkwaliteit van de onderzoekslocatie van een zodanige kwaliteit is dat er geen sprake is van reële risico's voor de volksgezondheid en het milieu.
In dit kader zijn geen belemmeringen aanwezig voor het vastleggen van de nieuwe bestemming.