direct naar inhoud van 2.2 Geldende bestemmingen
Plan: Kootwijkerbroekerweg I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1094-0003

2.2 Geldende bestemmingen

Het plangebied ligt in het bestemmingsplan 'Buitengebied 2000' (vastgesteld op 30 oktober 2001 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland op 11 juni 2002) en heeft de bestemming 'Agrarisch Gebied I' (zie figuur 2). Hieronder zijn de relevante voorschriften weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.1094-0003_0002.png"Figuur 2: kaart bestemmingsplan Buitengebied 2000

Agrarische gebied I

Doeleindenomschrijving
De gronden met de bestemming 'Agrarisch gebied I' zijn bestemd voor de uitoefening van het agrarisch bedrijf.
Tevens zijn deze gronden bestemd voor:

  • a. bijzondere agrarische bedrijven (indien nader aangeduid);
  • b. aan de agrarische functie ondergeschikte niet-agrarische nevenactiviteiten (indien nader aangeduid);
  • c. verblijfsrecreatie in de vorm van een kleinschalig kampeerterrein (in aangegeven gebieden);
  • d. extensieve dagrecreatie.

een en ander met dien verstande dat binnen elk agrarisch bouwperceel uitsluitend één agrarisch bedrijfscomplex, waaronder ten hoogste één bedrijfswoning met daarbijbehorende bijgebouwen is toegestaan.

Bouwvoorschriften
De bebouwing dient te voldoen aan de volgende voorschriften:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen de aangegeven agrarische bouwpercelen worden gebouwd;
  • b. binnen het agrarisch bouwperceel dient de bebouwing te voldoen aan de volgende voorschriften:
    • 1. Maatvoering:

Bouwwerken   Maximale goothoogte   Maximale hoogte   Maximale oppervlakte  
Bedrijfsgebouwen
Bedrijfswoningen
Bijgebouwen
Erf- en terreinafscheidingen
Overige bouwwerken, geen gebouw zijnde  
6 m

3,5 m
3 m


 
10 m

10 m
2 m

6 m  


60 m2
 

    • 1. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m³;
    • 2. de oppervlakte van de bebouwing ten behoeve van de niet-agrarische nevenactiviteiten bedraagt maximaal de in bijlage 1 genoemde oppervlakte;
    • 3. ten aanzien van de op de plankaart aangeduide 'kleine woning I' gelden de volgende voorschriften:
      • de afstand tussen de woning en de bij die woning behorende bijgebouwen bedraagt maximaal 30 m;
      • herbouw van de woning is uitsluitend toegestaan binnen een afstand van 30 m van de op het moment van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaande locatie;
      • de voorschriften zoals opgenomen in artikel 16 lid 2 zijn van overeenkomstige toepassing;
  • c. buiten het agrarisch bouwperceel zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan met een maximale hoogte van 2 m.