Plan: | Leemweg I |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1075-0003 |
Er moet rekening worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Voor het maken van een weloverwogen belangenafweging is minimaal een archeologisch bureauonderzoek nodig. Wij hebben een archeologische beleidsadvieskaart voor de gehele gemeente. Deze kaart kan gezien worden als een beknopt bureauonderzoek. Uit de 'archeologische waarden- en verwachtingskaart' van de gemeente blijkt dat voor het perceel waar de uitbreiding van de begraafplaatsen zelf op is geprojecteerd een hoge archeologische verwachting geldt. De houtsingel die nu de bestemming 'Natuurgebied' heeft (bestemmingsplan "Buitengebied 2000") heeft een middelmatige verwachtingswaarde. De bestaande begraafplaats zelf heeft overigens zowel een hoge als een middelmatige verwachtingswaarde.
De gemeenteraad heeft op 28 september 2010 besloten dat voor de zone met een hoge verwachtingswaarde nader archeologisch onderzoek noodzakelijk is bij een oppervlakte van 250 m² voor grondverstorende werkzaamheden dieper dan 30 cm.
BAAC bv heeft een bureau- en inventariserend veldonderzoek met behulp van boringen (karterende fase) uitgevoerd. Op basis van het uitgevoerde onderzoek wordt geadviseerd om ter plaatse van het zuidelijke deel van het terrein waarvoor een middelhoge (hoog op de gemeentelijke beleidskaart) archeologische verwachting is vastgesteld (zie bijlage 1) geen bodemverstorende activiteiten uit te voeren, zodat de eventueel aanwezige archeologische resten in situ behouden kunnen blijven. Indien dit niet mogelijk is, wordt aanbevolen om een proefsleuvenonderzoek uit te voeren voor de locaties waar bodemverstoringen gepland zijn. Voor het noordelijke deel van het plangebied waarvoor een lage (middelmatig op de gemeentelijke beleidskaart) archeologische verwachting geldt wordt een archeologisch vervolgonderzoek niet noodzakelijk geacht. Met andere woorden betekent dit dat de gewenste ontwikkeling geen nadelige invloed heeft op de archeologische waarden.
Het bevoegd gezag (de gemeente Barneveld) stemt, gelet op het door de regio-archeoloog uitgebrachte advies, niet in met de conclusie wat betreft de aanbeveling van het rapport om proefsleuven te laten graven. Er is geen verder onderzoek nodig. De reden hiervoor is dat er ondanks het feit dat er zeven megaboringen zijn gezet in een betrekkelijk klein plangebied geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen. Ook ontbreken aanwijzingen op bewoning uit de onmiddellijke omgeving.
Doordat op de bestaande begraafplaats reeds bodemverstorende activiteiten hebben plaatsgevonden, is er voor die locatie geen archeologisch onderzoek noodzakelijk. Er behoeft op de verbeelding geen bestemming 'Waarde - Archeologie 1' opgenomen te worden.
Indien er bij de voorgenomen werkzaamheden vondsten (aardewerk, vuursteen, metaal, funderingen of opvallende verkleuringen) worden gedaan waarvan aangenomen mag worden dat zij een archeologische betekenis hebben dient dit onmiddellijk te worden gemeld. Melding hiervan is conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988 verplicht bij de minster (namens deze de RCE).
Archeologie compensatielocatie
Het gebied van de compensatielocatie (kadastraal bekend gemeente Barneveld, sectie G, nummer 5990) heeft een lage archeologische verwachting waarvoor een ondergrens van 1 ha geldt. Er is geen informatie beschikbaar die aanleiding geeft om hiervan af te wijken. De plannen blijven beneden de genoemde ondergrens waardoor er geen archeologisch onderzoek uitgevoerd behoeft te worden.
Indien bij de werkzaamheden vondsten worden gedaan waarvan redelijkerwijs kan worden vermoed dat zij van archeologische betekenis zijn (scherven, vuursteen funderingen of opvallende verkleuringen in de gele bodem), dan dient dit onmiddellijk te worden gemeld (artikel 53 van de Monumentenwet 1988).