Plan: | Leemweg I |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1075-0003 |
4.2.1 Ruimtelijke Verordening Gelderland
De Ruimtelijke Verordening Gelderland (hierna: de verordening) is een gevolg van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) die in juli 2008 in werking trad. Deze wet geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Met een ruimtelijke verordening stelt de provincie regels aan bestemmingsplannen van gemeenten. De provincie richt zich hierbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, natuur, nationale landschappen, water en glastuinbouw. Gemeenten krijgen op sommige terreinen meer beleidsvrijheid, terwijl ze op andere gebieden te maken krijgen met strikte provinciale richtlijnen. Gedeputeerde staten hebben op 15 december 2010 de verordening vastgesteld. De verordening is in werking getreden op 2 maart 2011. Voor de provincie betekent de Wet ruimtelijke ordening dat het goedkeuringsvereiste voor gemeentelijke bestemmingsplannen vervalt. De verordening is gebaseerd op reeds vastgesteld ruimtelijk beleid, zoals het 'Streekplan Gelderland 2005'. De verordening vormt derhalve een beleidsneutrale vertaling van reeds vastgesteld ruimtelijk beleid. Dit betekent dat de verordening geen beleidswijzigingen bevat.
Op 27 juni 2012 volgde een eerste herziening van deze verordening, omdat dit noodzakelijk was als gevolg van de Spoedwet ruimtelijke ordening (Wro).
De locatie Leemweg is op de kaart 'Verstedelijking' behorende bij de verordening aangeduid als 'nieuwe bebouwing buitengebied' en 'nieuwe en intergemeentelijke en lokale bedrijventerreinen'. Op de kaart 'EHS' behorende bij de verordening is de uitbreiding van de begraafplaats gelegen binnen 'EHS-natuur', terwijl de bestaande begraafplaats gelegen is binnen 'EHS-verbindingszone'.
De compensatielocatie is op de kaart 'Verstedelijking' bij de verordening ook aangeduid als 'nieuwe bebouwing buitengebied' en 'nieuwe en intergemeentelijke en lokale bedrijventerreinen', en is daarnaast op de kaart 'EHS' aangeduid als 'EHS-natuur'.
Verstedelijking
Het beleid voor stedelijke ontwikkeling is opgenomen in artikel 2 van de verordening. Volgens de verordening is nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken onder meer toegestaan binnen bestaand bebouwd gebied. De planlocatie is echter niet gelegen binnen bestaand bebouwd gebied, maar is op de kaart 'Verstedelijking' -zoals die onderdeel uitmaakt van de RVG- aangeduid als 'nieuwe bebouwing buitengebied'. Artikel 2.2 van de verordening heeft betrekking op nieuwe bebouwing ten behoeve van wonen en werken. Dit impliceert dat dit artikel enkel toepasselijk is indien het betreffende bestemmingsplan voorziet in het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, veranderen, vernieuwen of vergroten van een bouwwerk of standplaats. Nu er hier geen sprake is van het toevoegen van extra bebouwing, is er derhalve geen sprake van strijdigheid met het bepaalde in artikel 2.2.
EHS
In artikel 18.1 van de verordening is aangegeven dat in een bestemmingsplan in een gebied gelegen binnen de EHS geen bestemmingen worden toegestaan waardoor de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied, zoals aangegeven in de streekplanuitwerking "Kernkwaliteiten en omgevingscondities van de Gelderse ecologische hoofdstructuur" en het Waterplan Gedlernad 2010-2015, welke zijn opgenomen als bijlage 4 en bijlage 10 bij deze verordening, significant worden aangetast.
De wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied worden door de onderhavige planherziening niet significant aangetast. Immers door Tauw (bijlage 3) is onderzocht wat de wezenlijke waarden en kenmerken in en rondom het plangebied zijn en wat de effecten van de begraafplaats zijn op deze wezenlijke waarden en kenmerken. In de conclusie van de rapportage wordt aangegeven dat de toestsing van de EHS bestaat uit toetsing aan de aangewezen waarden binnen 'kernkwaliteiten en omgevingscondities', 'natte landnatuur' en 'waardevol landschap'.
Het areaalverlies van de toegangsweg door de bosrand wordt gecompenseerd door een nieuwe houtsingel aan de oostzijde van het plangebied. De nieuwe houtsingel is twee keer zo groot als de benodigde oppervlakte voor de toegangsweg.
De inrichting van het weiland als begraafplaats betekent een oppervlakte verlies van de EHS van 0,36 ha. Aangezien de waarde van dit weiland, zowel landschappelijk als voor flora en fauna niet hoog is, draagt dit verlies aan oppervlak niet bij aan een verlies van kwaliteit van de EHS. Tauw heeft geadviseerd om die voorgaande conclusie (betreffende het verlies aan oppervlakte van 0,36 ha) voor te leggen aan de provincie.
Er heeft vervolgens overleg met de provincie plaatsgevonden en dit heeft er in geresulteerd dat er elders een locatie is gevonden waar compensatie plaatsvindt. Ook is er een ontheffingsverzoek ingediend bij gedeputeerde staten. De compensatielocatie is gelegen in Kallenbroek. Er zal in het gebied Kallenbroek langs de beek (Grote Barneveldse beek) compensatie plaats gaan vinden (0,39 ha) ten behoeve van het areaalverlies van circa 0,36 ha bij de Leemweg. Gelet op die compensatie elders is er geen sprake van verlies van areaal van EHS.
De bestemming is nu nog 'Agrarisch gebied II' (zonder bouwperceel). De compensatielocatie is meegenomen in dit bestemmingsplan, waarbij de locatie in Kallenbroek de bestemming 'Natuur' zal krijgen. Overigens is deze strook op de kaart 'EHS', behorende bij de verordening, gelegen binnen EHS-natuur. Ook hiervoor is er onderzoek uitgevoerd, zie bijlage 4 bij deze toelichting. Uit dat rapport kan worden geconcludeerd dat de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast (zie ook paragraaf 5.4 van deze toelichting).
Ook is Tauw in de rapportage ingegaan op de effecten op de kwaliteit. Gesteld wordt dat de uitbreiding van de begraafplaats geen effecten heeft op de kwaliteit van de EHS. Er vindt geen aantasting plaats van de landschapsstructuur, samenhang of verbindingen van elementen. De es blijft behouden, maar wordt wat minder zichtbaar. Wel blijft zichtbaar dat zowel de huidige als nieuwe begraafplaats hoger gelegen zijn in het landschap. Er blijft voldoende foerageergebied voor de das behouden. Daarnaast biedt de nieuwe houtsingel ook foerageermogelijkheden voor de das en zorgt voor geleiding door het open gebied. Effecten op de kernkwaliteiten, omgevingscondities en waardevol landschap worden daarom uitgesloten. Er vinden geen activiteiten plaats in het grondwater. Ook vindt er geen aantasting plaats van de Hoevelakense Beek. Effecten op natte landnatuur worden daarom ook uitgesloten.
Op 1 oktober 2012 is de Wet van 21 juni 2012 tot wijziging van de Wet ruimtelijke ordening en enige andere wetten (voorzien in een wettelijke grondslag voor provinciaal medebewind en voor de mogelijkheid tot afwijking van algemene regels), ook wel aangehaald als 'Spoedwet ruimtelijke ordening (Wro)', in werking getreden. Ingevolge deze wet wordt een besluit van gedeputeerde staten waarbij toestemming is verleend tot afwijking van een provinciale verordening als bedoeld in artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening, dat is vastgesteld voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel B, van deze wet, gelijkgesteld met een ontheffing als bedoeld in artikel 4.1a, eerste lid van die wet. Als gevolg van de Spoedwet ruimtelijke ordening (Wro) heeft er ook een eerste herziening van de verordening plaatsgevonden (27 juni 2012), waardoor ontheffingsbepalingen nu alleen nog voor onverwachte situaties toegepast kunnen worden.
Gedeputeerde staten hebben d.d. 14 maart 2012 reeds een ontheffing verleend voor het onderhavige plan. Het verzoek om ontheffing van het toen geldende artikel 19.3 van de verordening is ingewilligd onder de voorwaarde dat mitigerende respectievelijk compenserende maatregelen worden getroffen als in het verzoek omschreven, waaronder een zo goed mogelijke landschappelijke inpassing van de uitbreiding ter plaatse. Compensatie van het areaalverlies als gevolg van de aanleg van de toegangsweg door een nieuwe houtwal aan de oostzijde van het plangebied dient er plaats te vinden. Daarnaast vindt er compensatie van het areaalverlies als gevolg van de uitbreiding van de begraafplaats in het gebied Kallenbroek, bestaande uit een oppervlakte van 3900 m². De niet af te graven delen worden ingeplant als bosplantsoen. De verleende ontheffing is toegevoegd als bijlage 5.
Concluderend
De ruimtelijke kwaliteit zal door de uitbreiding van de begraafplaats toenemen. Bij de Leemweg komt er een houtsingel bij, waarbij de al bestaande houtsingel verder wordt verstevigd. Ook wordt er elders in de EHS geïnvesteerd (bij Kallenbroek, de Grote Barneveldse Beek).
4.2.2 Structuurvisie Gelderland (voormalig streekplan)
Provinciale staten hebben op 29 juni 2005 het Streekplan Gelderland 2005 vastgesteld. Het streekplan geeft de beleidskaders aan voor de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2015. Het streekplan is er op gericht de verschillende functies in regionaal verband een zodanige plek te geven dat de ruimtelijke kwaliteiten worden versterkt en er zuinig en zorgvuldig met de ruimte wordt omgegaan. Op de kaart Ruimtelijke structuur van het streekplan, is de uitbreiding van de begraafplaats aangewezen als EHS ('EHS-natuur' en 'EHS-verweving'). De bestaande begraafplaats is op deze kaart aangewezen als 'EHS-verbindingszone'. Binnen de herbegrenzing van de EHS is de bestaande begraafplaats gelegen binnen 'EHS-verbindingszone' en is de uitbreiding van de begraafplaats binnen 'EHS-natuur' gelegen.
Hieronder volgt een samenvatting van de relevante passages uit het streekplan:
EHS
Door de vergroting van natuurgebieden, de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden en de aanleg van ecologische verbindingszones ontstaat het beoogde samenhangende netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen.
Hoofddoel van het ruimtelijk beleid voor de EHS is het bijdragen aan een samenhangend netwerk van kwalitatief hoogwaardige natuurgebieden en natuurrijke cultuurlandschappen door bescherming, instandhouding en ontwikkeling van de aanwezige bijzondere ruimtelijke waarden en kenmerken.
Binnen de EHS geldt de 'nee, tenzij'-benadering. Dit houdt in dat bestemmingswijziging niet mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Bij bestemmingsplanwijzigingen die leiden tot aantasting van de wezenlijke kenmerken of waarden van de EHS-natuur moet in hetzelfde bestemmingsplan voorzieningen worden getroffen waarmee de schade zoveel mogelijk wordt beperkt door mitigerende maatregelen.
Ruimtelijke ingrepen/ontwikkelingen in natte delen van de EHS mogen niet leiden tot verlaging van de grondwaterstand in en om de natte natuur of (bij wateren) tot verslechtering van de waterkwaliteit en aantasting van de morfologie van de beken en waterlopen.
Rood raamwerk
In het provinciaal beleid voor stedelijke ontwikkeling wordt onderscheid gemaakt tussen 'bestaand bebouwd gebied' en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied.
Om krachtige en vitale regio's te bevorderen zijn de belangrijkste uitgangspunten 'bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur' en het 'organiseren in stedelijke netwerken'. Bundeling in Gelderland heeft tot doel:
Stedelijke uitbreidingen dienen qua milieu te passen bij of aan te sluiten op het reeds aanwezige bebouwde gebied. Daarnaast dienen aard en functie van nieuw te vestigen bedrijven, voorzieningen en instellingen e.d. te passen bij of een goede aanvulling te zijn op het bestaande productie milieu en de werkgelegenheidsstructuur.
Doorwerking plangebied, toetsing EHS
De voorgestelde uitbreiding van de begraafplaats is gelegen in de EHS. Voor de beoordeling van ruimtelijke ontwikkelingen binnen de EHS geeft het streekplan Gelderland 2005 aan dat binnen de EHS de 'nee, tenzij'-benadering geldt. Dit houdt in dat een bestemmingsplanwijziging slechts mogelijk is als daarmee de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied niet significant worden aangetast. Indien de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant worden aangetast is een bestemmingswijziging niet mogelijk, tenzij er geen reële alternatieven zijn en er sprake is van redenen van groot openbaar belang.
Voor de nadere onderbouwing wordt verwezen naar hetgeen hierboven reeds onder de Ruimtelijke Verordening Gelderland is aangegeven en hetgeen in paragraaf 5.4.3, de Natuurtoets, is vermeld.
Aantasting van oppervlakte en kwaliteit van natuur en bos is ingevolge het Streekplan Gelderland 2005 niet acceptabel. Onttrekking dient dan ook gecompenseerd te worden. Door de aanleg van een nieuwe houtsingel wordt voldaan aan de boscompensatieplicht, zoals gesteld in het Streekplan Gelderland 2005 (zie paragraaf 5.11 'Natuur en landschap').
Toetsing stedelijke ontwikkeling
In paragraaf 3.1 van deze toelichting is reeds aangegeven dat het hier in principe gaat om een stedelijke ontwikkeling, waarbij er voor gekozen is om deze te laten plaatsvinden in het buitengebied. Dit vanwege de aansluiting bij de bestaande begraafplaats.
Waterafhankelijke natuur
Het provinciale beleid voor waterafhankelijke natuur is opgenomen in paragraaf 2.7.7 van de structuurvisie en in het als structuurvisie geldende Waterplan Gelderland 2010-2015. Het onderhavige plangebied is deels gelegen binnen waterafhankelijke natuur.
Voor de natte delen van de EHS geldt het "nee, tenzij"-beleid. Voor de HEN-wateren geldt dat ruimtelijke ingrepen of ontwikkelingen niet mogen leiden tot verlaging van de grondwaterstand in en om de natte natuur of (bij wateren) tot verslechtering van de waterkwaliteit en aantasting van de morfologie van de beken en waterlopen.
Ter bescherming van de natte natuurwaarden zijn hydrologische beschermingsgebieden noodzakelijk voor water-afhankelijke landnatuur en beschermingszones in verband met de waterkwaliteit langs de HEN-wateren. Deze ruimtelijke bescherming betekent minimaal stand still. Veranderingen in de waterhuishouding mogen in ieder geval niet nadelig zijn voor de natuurwaarden ter plekke. Om die reden zijn binnen de beschermingszones ruimtelijke en natuurlijke ontwikkelingen die de natuurwaarden negatief beïnvloeden in principe niet toegestaan.
Toetsing waterafhankelijke natuur
Er vindt -naast het feit dat effecten op de kernkwaliteiten, omgevingscondities en waardevol landschap uitgesloten worden- ook geen aantasting plaats van de Hoevelakense Beek en er vinden geen activiteiten in het grondwater plaats. Effecten op natte landnatuur worden daarom ook uitgesloten, zodat de uitbreiding van de begraafplaats de natuurwaarden niet negatief beïnvloedt. Dit blijkt uit bijlage 3, het ecologische onderzoek.
Waardevol landschap
Het plangebied is gelegen in het provinciale Waardevolle landschap De Veldbeek. Het provinciale beleid voor waardevolle landschappen is in paragraaf 2.12 van de structuurvisie opgenomen. Binnen waardevolle landschappen geldt de "ja, mits"-benadering. Dit betekent dat een bestemmingswijziging is toegestaan als daarmee de kernkwaliteiten worden behouden en versterkt. Deze kernkwaliteiten zijn vastgelegd in de streekplanuitwerking "Kernkwaliteiten waardevolle landschappen" (2006).
Toetsing waardevol landschap
De uitbreiding past binnen de kernkwaliteiten van het waardevolle landschap. Dit volgt uit bijlage 3, het ecologisch onderzoek.
4.2.3 Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost
Het reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost moet de problemen die zich voordoen in het landelijk gebied (de 'gestapelde' problematiek) in de concentratiegebieden integraal aanpakken en moet een goede ruimtelijke structuur bevorderen, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water, milieu en infrastructuur.
Daarnaast moet de reconstructie het woon-, werk- en leefklimaat en de economische structuur verbeteren. De problematiek binnen de bebouwde kom van dorpen en steden in het gebied is geen onderdeel van dit plan.
Het plangebied is in het reconstructieplan aangewezen als "bestaand bos en natuurgebieden, extensiveringsgebied" en "extensiveringsgebied". Volgens de Reconstructiewet zijn extensiveringsgebieden ruimtelijk begrensde gedeelten van het reconstructiegebied met het primaat wonen of natuur, waar uitbreiding en nieuwvestiging van een intensieve veehouderij onmogelijk is of wordt gemaakt. In dit plan worden in de extensiveringszone de meest kwetsbare functies opgenomen, zoals de bestaande bos- en natuurgebieden. Terugdringen van de aantasting van natuurwaarden staat voorop. Grondgebonden veehouderij, biologische landbouw, nieuwe landgoederen, verbreding van de landbouw en functieverandering van landbouw naar wonen worden gestimuleerd.
Doorwerking plangebied
De uitbreiding van de begraafplaats vindt aan de noordoostzijde van de bestaande begraafplaats plaats, op gronden die grotendeels bestaan uit weiland. De uitbreiding van de graven wordt landschappelijk ingepast, rekening houdend met de natuurwaarden in het gebied. De landschappelijke inpassing gaat gepaard met een kwaliteitsversterking van een bestaande houtsingel en de toevoeging van een nieuwe houtsingel met gebiedseigen beplantingssoorten. De wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS worden niet aangetast, deze worden mogelijk zelfs versterkt. Dit geldt eveneens voor de compensatielocatie.