direct naar inhoud van 6.1 Juridische aspecten
Plan: Hoevelakenseweg V
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1064-0003

6.1 Juridische aspecten

De Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft gemeenten de plicht tot het opstellen van een bestemmingsplan. In de Wro en het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is nader uitgewerkt uit welke onderdelen een bestemmingsplan in ieder geval moet bestaan. Dit zijn een verbeelding (hierna wordt gesproken over de plankaart) met planregels en een toelichting daarop. Daarnaast bieden zowel de Wro als het Bro opties voor een nadere juridische inrichting van een bestemmingsplan. Hierbij moet onder meer worden gedacht aan de toepassing van ontheffingsmogelijkheden en wijzigingsbevoegdheden en het toepassen van nadere eisen. De bruikbaarheid van deze instrumenten is geheel afhankelijk van het doel van het bestemmingsplan en de gewenste bestemmingsmethodiek van de gemeente Barneveld. Het uitgangspunt is dat het bestemmingsplan moet voorzien in een passende regeling voor de komende tien jaar, dit is de geldigheidsduur van een bestemmingsplan.

Het juridische deel van het bestemmingsplan bestaat uit de plankaart en de regels. De regels bevatten het juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en gebouwen en bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing. De plankaart heeft een ondersteunende rol voor de toepassing van de regels alsmede de functie van visualisering van de bestemmingen. De plankaart vormt samen met de regels het voor de burgers bindende onderdeel van het bestemmingsplan.

De planregels vallen in vier hoofdstukken uiteen. Hoofdstuk 1 bevat de algemene voor het plangebied geldende bepalingen, de inleidende regels. Hoofdstuk 2 regelt de bestemmingen en het daarop toegestane gebruik. Hoofdstuk 3 bevat de algemene regels, zoals de anti-dubbeltelbepaling, algemene bouwregels, algemene ontheffing- en algemene wijzigingsregels en tot slot de algemene procedureregels. Tenslotte komt in hoofdstuk 4 het overgangsrecht en de slotbepaling aan bod.

Inleidende regels

Begrippen

In dit artikel worden de begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing van het bestemmingsplan wordt uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende begrippen toegekende betekenis. Voor zover er geen begrippen zijn gedefinieerd wordt aangesloten bij het normale spraakgebruik.

Wijze van meten

Dit artikel geeft aan hoe hoogte- en andere maten (die bij het bouwen in acht dienen te worden genomen) moeten worden gemeten. De bepalingen uit bijlage 12 van SVBP2008 zijn overgenomen in de standaardregels van gemeente Barneveld.

Bestemmingsregels

Bestemming 'Bedrijf'

Normaliter wordt de bestemming 'Bedrijf' gebruikt in gebieden met een variatie aan functies, bijvoorbeeld het centrum of een woongebied met bedrijven. Binnen deze bestemming zijn dan bedrijven toegestaan die in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd. In dit bestemmingsplan is er echter voor gekozen om één specifiek bedrijf met een aanduiding op de verbeelding weer te geven. Dit betekent dat alleen dit specifieke bedrijf ten behoeve van de opslag van veevoederbenodigheden is toegestaan. Andere (zwaardere) bedrijven op de locatie zijn niet wenselijk. Aangezien het oprichten van een bedrijfswoning op de locatie tevens als niet wenselijk wordt gezien, is hieromtrent een aanduiding op de verbeelding weergegeven. Binnen de bestemming 'Bedrijf' is derhalve wonen niet toegestaan.

De gebouwen ten behoeve de opslag van veevoederbenodigheden dienen binnen het bouwvlak te worden gerealiseerd, waarbij de goot- en bouwhoogte van deze gebouwen maximaal 6 respectievelijk 10 meter mogen bedragen. Opslag van goederen buiten het bouwvlak is niet toegestaan.

In verband met de bereikbaarheid van objecten voor de hulpdiensten (met name de brandweer) is bepaald dat de onderlinge afstand van een bedrijfsgebouw tot een zijdelingse perceelsgrens en tussen bedrijfsgebouwen onderling niet minder dan 5 meter mag bedragen (Notitie Proacties Gemeentebrandweer Barneveld).

De maximale hoogte voor overige bouwwerken is drie meter, tenzij op de verbeelding anders is aangegeven. Bij bestemming 'Bedrijf' is een ontheffing opgenomen voor een hoogte van 4 meter.

Bestemming 'Groen'

De bestemming 'Groen' wordt opgenomen voor structurele groenvoorzieningen. Deze bestemming wordt toegepast op zowel openbare gronden als particuliere terreinen. Er mogen op of in deze gronden geen gebouwen en/of overkappingen worden gebouwd. De bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag binnen de bestemming 'Groen' niet meer dan 2 meter bedragen, met uitzondering van palen en masten waarvoor een bouwhoogte van maximaal 9 meter geldt.

Algemene regels

Anti-dubbeltelbepaling

Het doel van de anti-dubbeltelbepaling is te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde gebouwen niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.

Algemene ontheffingsregels

Er is een algemene ontheffingsregel opgenomen wanneer dit voor een betere technische realisering van bouwwerken dan wel in verband met de werkelijke toestand van het terrein noodzakelijk is. Deze ontheffingsregel dient bij uitzondering te worden toegepast. De noodzaak om van de bestemmingsregeling af te wijken dient te worden aangetoond.

Algemene wijzigingsregels

Ten behoeve van de flexibiliteit en bruikbaarheid in de praktijk is voorzien in wijzigingsregels. Deze geven burgemeester en wethouders de bevoegdheid een bestemmingsgrens of bebouwingsgrens te wijzigen na vaststelling, indien en voor zover dringende redenen die na het vaststellen van het plan tot hun kennis zijn gekomen hiertoe aanleiding geven.

Algemene procedureregels

Voor het verlenen van een ontheffing, het wijzigen van het plan en het stellen van een nadere eis zijn procedureregels aangegeven. In afwijking van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ligt het voornemen om ontheffing te verlenen met bijbehorende stukken twee weken ter inzage.

Overgangs- en slotregels

Overgangsregels

Onderscheid is gemaakt tussen de overgangsbepalingen ten aanzien van bouwwerken en de overgangsbepalingen ten aanzien van gebruik. De overgangsbepalingen ten aanzien van bouwwerken gelden vanaf terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, de overgangsbepalingen ten aanzien van gebruik vanaf het van kracht worden (inwerkingtreding) van het bestemmingsplan. Uitgangspunt is dat zo weinig mogelijk gebruik wordt gemaakt van het overgangsrecht. Vooraf dient een afweging te worden gemaakt tussen legaliseren (positief bestemmen) dan wel handhaving van illegale situaties.

De overgangsbepalingen voor bouwwerken en gebruik zijn overgenomen uit artikelen 3.2.1 en 3.2.2 Besluit ruimtelijke ordening (Bro).

Slotregel

Het laatste artikel van de regels betreft de citeertitel van het voorliggende bestemmingsplan.