direct naar inhoud van 5.6 Geur
Plan: Baron van Nagellstraat III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1061-0003

5.6 Geur

Per 1 januari 2007 is de nieuwe wet 'Geurhinder en veehouderij' (Wgv) in werking getreden. In navolging hierop heeft de gemeente Barneveld een eigen Geurbeleid ontwikkeld, de 'Gebiedsvisie en verordening Wet geurhinder en veehouderij' (29 mei 2008).

De visie is gericht op twee sporen:

  • Bij grondgebonden veehouderij dient in het buitengebied 50 meter aangehouden te worden tussen het bedrijf en een geurgevoelig object en naar de bebouwde kom 100 meter.
  • Intensieve veehouderij waarbij de maximale geurbeslasting op een geurgevoelig object wordt berekend in odour units.

Deze geuremissies per dier zijn vastgelegd in de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv). De geuremissie per dier is uitgedrukt in Europese odour units ('Europese geureenheden') per tijdseenheid per dier (ouE/s/dier). Europese odour units worden gemeten volgens de norm NEN-EN 13725. Voor het onderhavige gebied geldt een maximum van 14 ouE/s/dier (zie figuur 9).

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.1061-0003_0010.png"

Ten behoeve van de gewenste ontwikkeling is het van belang dat omliggende agrarische bedrijven niet belemmerd worden in hun bedrijfsontwikkeling. Er zal duidelijkheid gegeven moeten worden wat de invloed van nabijgelegen veehouderijbedrijven op het plangebied is en andersom. Een functie als een bouwmarkt kan geschaard worden onder geurhindergevoelige objecten. De definitie onder geurhindergevoelige functies staat hieronder beschreven.

Het object is een gebouw.

Het moet gaan om een gebouw. Aan een terrein wordt in de Wgv geen bescherming (meer) geboden. In de bouwregelgeving is een gebouw elk bouwwerk, dat a) een voor mensen toegankelijke, b) overdekte, c) geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt (vergelijk artikel 1, van de Woningwet). Als gebouw kunnen woningen, woonboten (met vaste ligplaats) of woonwagens (met vaste standplaats) worden aangemerkt, maar ook andere gebouwen zoals kantines of kantoren – mits uiteraard ook aan de drie andere onderdelen van de definitie van geurgevoelig object wordt voldaan.

Het gebouw is bestemd voor menselijk wonen of menselijk verblijf.

Een gebouw moet niet alleen feitelijk voor wonen of verblijven zijn bedoeld (zie derde onderdeel van de definitie) maar die functie moet ook juridisch-planologisch toegestaan. Gebouwen die in strijd met (een ontheffing van) het bestemmingsplan worden gebruikt, zoals sommige permanent bewoonde recreatiewoningen, worden niet tegen overmatige geurhinder beschermd.

Het gebouw is blijkens aard, indeling en inrichting geschikt om te worden gebruikt voor menselijk wonen of menselijk verblijf.

Hiermee wordt voorkomen dat bijvoorbeeld een half ingestorte woning nog beschermd wordt. Dit criterium kan ook houvast bieden bij de vraag welke delen van een gevoelig object, beschermd moeten worden. Zo hoeft bijvoorbeeld een garage niet tot het geurgevoelige object te worden gerekend. Ook niet als de garage een vaste constructie vormt met de woning, tenzij sprake is van een open verbinding met de woning.

Het gebouw wordt permanent -of op een daarmee vergelijkbare wijze van gebruik- voor menselijk wonen of menselijk verblijf gebruikt.

De mens is gevoelig voor geurhinder, maar de gebouwen, waar die mens woont of verblijft, worden aangemerkt als geurgevoelig object. Het is niet relevant of het verblijf wordt uitgeoefend door hetzelfde individu of door verschillende personen. Ook de omvang van de groep mensen, die op de locatie verblijft, bepaalt niet of een object geurgevoelig is. De verblijfsduur is bepalend. Dat heeft als consequentie dat, voor zover de totale verblijfsduur overeenkomt, de kortdurende aanwezigheid door meerdere mensen is gelijkgesteld met de langdurige aanwezigheid door één of enkele mensen. In het oorspronkelijke wetsvoorstel was opgenomen 'permanent of regelmatig verblijf'.

Doorwerking plangebied

Volgens het bestemmingsplan is er een aantal agrarische bedrijven in de omgeving van het plangebied gelegen. Er zal duidelijkheid verschaft moeten worden of de hindercirkels van deze bedrijven over het plangebied liggen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.1061-0003_0011.png"

Met behulp van gegevens over de agrarische bedrijven is door middel van het programma V-stacks een berekening gemaakt van de hindercirkels (zie figuur 10). De bouwmarkt wordt niet binnen de 14 OUE/ M³ contour ontwikkeld. Tevens is bij de positionering van de bouwmarkt rekening gehouden met de 50 meter contour van het agrarisch rundveebedrijf. Het gebouw is achter op het terrein geplaatst zodat het buiten de contour valt. Het aspect geurhinder vormt geen belemmering voor de realisering van het onderhavige project.