direct naar inhoud van Artikel 3 Detailhandel
Plan: Baron van Nagellstraat III
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1061-0003

Artikel 3 Detailhandel

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van detailhandel tot een maximum van 30% van het bouwvlak inclusief de gebouwen genoemd onder sub d;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', één bedrijfswoning met bijbehorende bijgebouwen en andere bouwwerken;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. gebouwen ten behoeve van een bouwmarkt tot een maximum van 70% van het bouwvlak;
  • d. gebouwen ten behoeve van een wasstraat;
  • e. wegen en paden;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. in- en uitritten;

met de daarbij behorende:

  • i. tuinen, erven en terreinen;
  • j. bouwwerken geen gebouwen zijnde.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd;
  • c. de gronden buiten het bouwvlak mogen voor maximaal 1% worden bebouwd;
  • d. de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding is weergegeven;
  • e. de bouwhoogte van andere gebouwen mag niet meer bedragen dan de goothoogte die voor een hoofdgebouw is toegestaan.

3.2.2 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan;
  • b. de goothoogte van een bedrijfswoning, die geen onderdeel uitmaakt van het hoofdgebouw, mag niet meer dan 6 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 11 m;
  • c. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen.

3.2.3 Bijgebouwen bij bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. indien een bijgebouw geen onderdeel uitmaakt van het hoofdgebouw, dan mag van het bijgebouw de goothoogte niet meer dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 6 m bedragen;
  • b. de totale oppervlakte van bijgebouwen die horen bij de bedrijfswoning mag niet meer dan 45 m² bedragen.

3.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 1 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van erf- of terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevelrooilijn mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • c. per bouwvlak is één overkapping toegestaan met een bouwhoogte van niet meer dan 3 m en een oppervlakte van niet meer dan 5% van de oppervlakte van het bouwvlak;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen.

3.3 Nadere eisen
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
    • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • b. een goede woonsituatie;
    • c. de verkeersveiligheid;
    • d. de sociale veiligheid; en
    • e. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • 2. Bij het stellen van nadere eisen is de procedure zoals weergegeven in artikel 10.3 van toepassing.

3.4 Ontheffing van de bouwregels
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.2.1, sub a en toestaan dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • a. de gronden buiten het bouwvlak voor maximaal 10% worden bebouwd;
    • b. de goothoogte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 5 m bedraagt;
    • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
      • het straat- en bebouwingsbeeld;
      • de verkeersveiligheid;
      • de sociale veiligheid;
      • de milieusituatie; en
      • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.2.3, sub b en toestaan dat de totale oppervlakte van bijgebouwen die horen bij de bedrijfswoning wordt vergroot tot 60 m², mits de leefbaarheid van de woonomgeving niet onevenredig wordt aangetast.
  • 3. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van artikel 3.2 ten behoeve van het bouwen van erf- of terreinafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn (of het denkbeeldige verlengde daarvan) tot een bouwhoogte van 2 m.
  • 4. Bij het verlenen van een ontheffing is de procedure zoals weergegeven in artikel 10.1 van toepassing.