direct naar inhoud van Artikel 6 Bedrijf - Niet agrarisch
Plan: Buitengebied 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1056-0004

Artikel 6 Bedrijf - Niet agrarisch

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Bedrijf - Niet agrarisch aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in Staat van Bedrijfsactiviteiten onder de categorieën 1 en 2;
  • b. het gebruik als omschreven in artikel 6.5.1;
  • c. ter plaatse van de aanduiding vermeld in onderstaande tabel mede voor het specifieke, met die aanduiding corresponderende bedrijf:

aanduiding   bedrijf   Maximale milieucategorie  
(brk)   brandweerkazerne   3.1  
(ga)   garage   2  
(gh)   groothandel   2  
(nv)   nutsvoorziening   -  
(p)   parkeerterrein   2  
(vm)   verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg   2  
(vml)   verkooppunt motorbrandstoffen met lpg < 500 m3 per jaar   4.1  
(zo)   zend-/ontvangstinstallatie   3.2  
(sb-5)   specifieke vorm van bedrijf - goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. > 1000 m2   3.2  
(sb-10)   specifieke vorm van bedrijf - veevoederfabriek   4.1  
(sb-15)   specifieke vorm van bedrijf - autowasserij   2  
(sb-25)   specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkfabriek < 200 m2   3.1  
(sb-30)   specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkfabriek   3.2  
(sb-31)   specifieke vorm van bedrijf - machine- en apparatenfabriek   3.2  
(sb-34)   specifieke vorm van bedrijf - meubelfabriek   3.2  
(sb-35)   specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf <= 2.000 m2 ten behoeve van natte waterbouw   3.2  
(sb-40)   specifieke vorm van bedrijf - transportbedrijf <= 1.000 m2   3.1  
(sb-41)   specifieke vorm van bedrijf - autoplaatwerkerij   3.2  
(sb-47)   specifieke vorm van bedrijf - handel in vrachtauto's   3.2  
(sb-48)   specifieke vorm van bedrijf - smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. < 200 m2   3.1  
(sb-49)   specifieke vorm van bedrijf - aannemersbedrijf > 1.000 m2   3.1  
(sb-50)   specifieke vorm van bedrijf - verhuurbedrijf voor machines en werktuigen   3.1  
(sb-53)   specifieke vorm van bedrijf - handel in en reparatie en opslag van caravans   3.2  
(sb-60)   specifieke vorm van bedrijf - smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   3.2  
(sb-74)   specifieke vorm van bedrijf - timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   3.2  
(sb-75)   specifieke vorm van bedrijf - vervaardiging van overige voedingsmiddelen   3.2  
(sb-79)   specifieke vorm van bedrijf - groothandel in vloeibare en gasvormige brandstoffen   4.1  
(sb-80)   specifieke vorm van bedrijf - afvalinzameldepot   3.1  
(sb-81)   specifieke vorm van bedrijf - drukkerij   3.2  
(sb-82)   specifieke vorm van bedrijf - glasbewerkingsbedrijven   3.1  
(sb-83)   specifieke vorm van bedrijf - groothandel in hout- en bouwmaterialen, algemeen: b.o. > 2000 m2   3.1  
(sb-85)   specifieke vorm van bedrijf - groothandel in zand en grind, algemeen: b.o. > 200 m2   3.2  
(sb-86)   specifieke vorm van bedrijf - machine- en apparatenfabriek met proefdraaien >= 1 Mw   4.2  
(sb-88)   specifieke vorm van bedrijf - slachterijen en pluimveeslachterijen   3.2  
(sb-89)   specifieke vorm van bedrijf - vervaardigen van transportmiddelen n.e.g   3.2  
(sb-90)   specifieke vorm van bedrijf - goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m2   3.1  
(sb-97)   specifieke vorm van bedrijf - onbemand tankstation   2  
(sb-99)   specifieke vorm van bedrijf - constructiewerkplaats, gesloten gebouw   3.2  
(sb-102)   specifieke vorm van bedrijf - autowasserij, onbemand   2  

  • d. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'agrarisch' tevens voor bedrijfsmatige agrarische nevenactiviteiten door de bewoner van de bedrijfswoning, met dien verstande dat intensieve veehouderij uitsluitend is toegestaan ter plaatste van de aanduiding 'intensieve veehouderij';
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - onbemand tankstation' is uitsluitend een onbemand tankstation toegestaan en zijn gebouwen met verblijfsruimten voor mensen, waaronder kantoren en werkplaatsen, uitgesloten;
  • f. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'opslag' tevens voor buitenopslag;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'dienstverlening' uitsluitend voor dienstverlening;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - autowasserij, onbemand' zijn gebouwen met verblijfsruimten voor mensen uitgesloten;

met de daarbij behorende:

  • i. bedrijfswoning(en) met bijbehorende bijgebouwen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten', want daar zijn geen bedrijfswoningen toegestaan;
  • j. gebouwen;
  • k. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • l. werken, geen bouwwerken zijnde;
  • m. tuinen en erven;
  • n. parkeervoorzieningen;
  • o. groenvoorzieningen;
  • p. paden;
  • q. water.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. gebouwen mogen uitsluitend achter de voorgevelrooilijn worden gebouwd;
  • b. indien in een bestemmingsvlak een bouwvlak is aangegeven, mag uitsluitend worden gebouwd in het bouwvlak.

6.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de goothoogte van een bedrijfsgebouw mag niet meer bedragen dan 4 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)', want daar geldt de maximale goothoogte zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • b. de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw mag niet meer bedragen dan 10 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)', want daar geldt de maximale bouwhoogte zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • c. de totale bebouwde oppervlakte van de bedrijfsgebouwen mag per bestemmingsvlak niet meer bedragen dan de in onderstaande lijst aangegeven oppervlakte:

straat   huisnummer(s)   oppervlakte (m2)  
Achterveldseweg   25, 25A en 25A bis   437  
Achterveldseweg   2A   199  
Apeldoornsestraat   40-02   22  
Apeldoornsestraat   56   303  
Appelseweg   13 en 15   2.321  
Barnseweg   114   88  
Baron van Nagellstraat   53 en 53A   2.624  
Baron van Nagellstraat   96-01   347  
Bellemanweg   2   747  
Bellemanweg   3   712  
Bosweg   kadastraal Vhz F, 1638   206  
Breihutterweg   12   315  
Breihutterweg   18 en 18bis   194  
Briellaerdseweg   32 en 32A   1.100  
Damweg   53   1.825  
De Pelmolen   9 en 11   157  
Den Akker   2   460  
Drieenhuizerweg   5   770  
Drieenhuizerweg   7 en 7A   1.000  
Dunenkamperweg   4   1.004  
Dunenkamperweg   13 en 13A   256  
Dwarsgraafweg   6   339  
Dwarsgraafweg   19 en 19A   363  
Eendrachtstraat   61   165  
Espeterweg   9   75  
Essenerweg   66 en 66 bis   1.565  
Essenerweg   100, 102A en102   999  
Essenerweg   104, 104A en 106   278  
Essenerweg   108 en 108A   800  
Essenerweg   124 en 126   967  
Essenerweg   146-01   187  
Essenerweg   164-1 (achter)   1.515  
Garderbroekerweg   59   0  
Garderbroekerweg   102-01   25  
Garderbroekerweg   130 en 138   446  
Garderbroekerweg   131 en 131bis   440  
Garderbroekerweg   173   327  
Garderbroekerweg   175A en B   974  
Garderbroekerweg   219 en 219A   446  
Garderbroekerweg   233   924  
Graafhorstweg   24   157  
Grote Muntweg   5   1.000  
Harderwijkerkarweg   6   44  
Harderwijkerkarweg   11   73  
Harremaatweg   41   363  
Harskamperweg   30   6.500  
Harskamperweg   32 en 34   5.895  
Harskamperweg   54   830  
Harskamperweg   58   2.070  
Harskamperweg   80 en 80bis   1.166  
Harskamperweg   84   767  
Harskamperweg   86   557  
Heideweg (Esso)   30   440  
Helweg   1   817  
Helweg   18   550  
Hoevelakenseweg   77   545  
Hoevelakenseweg   82   407  
Hoevelakenseweg   204A   528  
Hoevelakenseweg   204, 204B, 200 en 202   2.871  
Hoevelakenseweg   210   418  
Horselerweg   9   242  
Hunnenweg   50, 52, 52a, 54 en 54A   1.760  
Kapweg   12   105  
Kapweg   41 en 41bis   569  
Kerkweg   2 en 6   707  
Kerkweg   7 en 7A   861  
Kerkweg   27 en 27A   809  
Klettersteeg   10-10a-12   663  
Kootwijkerdijk   19, 19A en19bis   623  
Kruisweg   4 en4A   4.660  
Laageinderweg   49 en 49A   436  
Laageinderweg   55   143  
Lange Zuiderweg   36   1.738  
Lange Zuiderweg   78   875  
Nieuw Vellerseweg   7 en 5-01   895  
Nijkerkerweg   187   110  
Nijkerkerweg   121   1.275  
Nijkerkerweg   126   433  
Oldenbarnevelderweg   66   308  
Oosterbrinkweg   5   1.116  
Oosterbrinkweg   22   221  
Otelaarseweg   9   6.370  
Otelaarseweg   11   3.790  
Oude Essenerweg   16   2.230  
Oude Zeumerseweg   6   95  
Palmpol (Total)    -   400  
Plaggenweg   6   583  
Plaggenweg   43 en 45   1.040  
Platanenstraat   65 en 67   407  
Prinsenweg   1 en 1A   78  
Putterweg   64-01   12.000  
Putterweg   85   292  
Puurveenseweg   29 en 31   344  
Renswoudsestraatweg   65   254  
Rijksweg   85   28  
Rijksweg   88   121  
Ringlaan   13-01   345  
Rondweg   10   222  
Rondweg   24   796  
Rubensstraat   28   485  
Rubensstraat   30   702  
Rubensstraat   38 en 40   286  
Scherpenzeelseweg   56 (tankstation)   0  
Scherpenzeelseweg   56   399  
Scherpenzeelseweg   73   405  
Stationsweg   183   947  
Stoutenburgerweg   12   351  
Stoutenburgerweg   15 en 15A   1.650  
Stoutenburgerweg   52 en 54   327  
Stroeerweg   2   315  
Thorbeckelaan   114 en 116   1.061  
Tolnegenweg   63 en 65   46.600  
Topperweg   34   498  
Topperweg   54   1.617  
Valkseweg   168 en 168A   920  
Valkseweg   180   594  
Valkseweg   184   72  
Valkseweg   194   199  
Valkseweg   209, 211 en 213   1.331  
Verbindingsweg   4-01   33  
Verbindingsweg   14   121  
Vossenweg   4, 4Aen4-01   66  
Welgelegenweg   11   125  
Wesselseweg   48 en 50   818  
Wesselseweg   56 en 56A   1.000  
Wesselseweg   60   1.086  
Wesselseweg   117A   779  
Wesselseweg   125   121  
Westerhuisweg   35   1.062  
Wielweg   34 en 34A   407  
Wielweg   44 en 46   1.232  
Wolfsesteeg   9 en 9A   1.265  
Wolweg   2, 2-01 en 2A   6.330  
Wolweg   62   4.402  
Zelderseweg   63B   0  
Zeumerseweg   59   780  
Zeumerseweg   63   211  

  • d. de totale bebouwde oppervlakte van gebouwen ten behoeve van de agrarische nevenactiviteiten mag niet meer bedragen dan de daarvoor aangewende bestaande oppervlakte, vermeerderd met 10%;
  • e. onderbouwen zijn toegestaan met een totale oppervlakte van niet meer dan 500 m2 per bestemmingsvlak, mits de onderzijde van de beganegrondvloer niet hoger ligt dan het maaiveld.

6.2.3 Bedrijfswoning

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. per bestemmingsvlak is ten hoogste één bedrijfswoning toegestaan, met dien verstande dat indien het bestaande aantal bedrijfswoningen meer bedraagt, het aantal bedrijfswoningen maximaal dat aantal mag bedragen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning uitgesloten' is geen bedrijfswoning toegestaan;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning inpandig' is uitsluitend een inpandige bedrijfswoning toegestaan in een bedrijfsgebouw met een maximale inhoud van 750 m3;
  • d. bij vervangende nieuwbouw dient de bedrijfswoning te worden gebouwd ter plaatse van de bestaande woning;
  • e. de goothoogte van een bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 3,5 m en de bouwhoogte niet meer dan 10 m, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)' want daar gelden de maten zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • f. de inhoud van de bedrijfswoning mag niet meer dan 750 m³ bedragen;
  • g. onder een bedrijfswoning is een onderbouw toegestaan, waarbij geldt dat de ruimte tussen de onderzijde van de begane grondvloer en maaiveld meetelt voor de inhoud van de bedrijfswoning.

6.2.4 Bijgebouwen bij bedrijfswoning

Voor het bouwen van bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:

  • a. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de totale oppervlakte van bijgebouwen die horen bij de bedrijfswoning mag niet meer dan 80 m² bedragen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (m2)', want daar geldt de maximale oppervlakte zoals op de verbeelding is weergegeven;

6.2.5 Kleine woning

Voor het bouwen van een kleine woning gelden de volgende bepalingen:

  • a. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - kleine woning' is naast de reguliere bedrijfswoning(en) als bedrijfswoning één kleine woning toegestaan, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden', want daar geldt dat aantal als maximum aantal kleine woningen het aantal zoals op de verbeelding is weergegeven;
  • b. bij vervangende nieuwbouw dient de kleine woning te worden gebouwd ter plaatse van de bestaande kleine woning;
  • c. de inhoud van de kleine woning mag niet meer bedragen dan 350 m2;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 3,5 m;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 6 m.
  • f. onder een kleine woning is een onderbouw toegestaan, waarbij geldt dat de ruimte tussen de onderzijde van de begane grondvloer en maaiveld meetelt voor de inhoud van de kleine woning.

6.2.6 Bijgebouwen bij kleine woning

Voor het bouwen van bijgebouwen bij een kleine woning gelden de volgende bepalingen:

  • a. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de totale oppervlakte van bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 40 m2, met dien verstande dat indien de bestaande oppervlakte groter is, die grotere oppervlakte als maximum geldt, mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 80 m2.

6.2.7 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer dan 10 m bedragen, uitgezonderd ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie', want daar bedraagt de bouwhoogte maximaal 45 m;
  • b. de bouwhoogte van overkappingen ten behoeve van een verkooppunt motorbrandstoffen, toegestaan ter plaatse van de aanduidingen 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg < 500 m3 per jaar', 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' en 'specifieke vorm van bedrijf - onbemand tankstation' mag niet meer dan 6 m bedragen;
  • c. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3,5 m bedragen;
  • e. de oppervlakte van overkappingen telt mee bij de berekening van de totale bebouwde oppervlakte als bedoeld in artikel 6.2.2 met inachtneming van artikel 31.4, met uitzondering van overkappingen als aangegeven in artikel 6.2.7 lid b want daar geldt dat er maximaal 400 m2 aan overkappingen is toegestaan ten behoeve van een verkooppunt motorbrandstoffen.

6.3 Nadere eisen
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:
    • a. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;
    • b. de verkeersveiligheid;
    • c. de milieusituatie;
    • d. de bereikbaarheid voor hulpdiensten;
    • e. de gebruiksmogelijkheden de nabijgelegen gronden;
    • f. de landschappelijke inpassing van de bebouwing;
    • g. architectonische en/of cultuurhistorische waarde van andere bebouwing.

  • 2. Bij het stellen van nadere eisen is de procedure zoals weergegeven in artikel 36.1 van toepassing.

6.4 Afwijken van de bouwregels

  • 1. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.2.2 voor wat betreft de maximale goothoogte en toestaan dat de goothoogte van een bedrijfsgebouw niet meer dan 6 m bedraagt, mits:
    • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit;
    • b. de verhoging bedrijfstechnisch noodzakelijk is;
    • c. het aantal bouwlagen niet toeneemt.

  • 2. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.2.2 voor wat betreft de maximale bouwhoogte en toestaan dat de bouwhoogte van een bedrijfsgebouw niet meer dan 12 m bedraagt, mits:
    • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit;
    • b. de verhoging bedrijfstechnisch noodzakelijk is;
    • c. het aantal bouwlagen niet toeneemt.

  • 3. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.2.3 en/of 6.2.5 voor wat betreft de plaats van de bedrijfswoning en/of de kleine woning en vervangende nieuwbouw van de bedrijfswoning en/of de kleine woning op een andere plaats toestaan, mits:
    • a. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie.

  • 4. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.2.3 voor wat betreft de maximale goothoogte van een bedrijfswoning en toestaan dat de goothoogte van een bedrijfswoning niet meer dan 6 m bedraagt, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit.

  • 5. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.2.7 voor wat betreft de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde en toestaan dat de hoogte van windturbines niet meer dan 20 m bedraagt, mits:
    • a. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit;
    • b. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • c. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie.

  • 6. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.2.3 voor wat betreft het toestaan dat binnen de inhoud van een bedrijfswoning of kleine woning een tweede zelfstandige wooneenheid wordt gerealiseerd, mits:
    • a. de tweede wooneenheid rechtstreeks ten dienste staat van een situatie waarin mantelzorg verleend wordt binnen de bedrijfswoning of kleine woning dan wel dat er sprake is van een zodanige relatie tussen de bewoners van de beide wooneenheden en van zodanige omstandigheden, dat in redelijkheid aannemelijk is dat men om reden van het mogelijk in de toekomst kunnen verlenen van mantelzorg in dezelfde bedrijfswoning of kleine woning wil wonen;
    • b. schriftelijke verklaringen worden overgelegd van de (hoofd)bewoners van beide wooneenheden waaruit blijkt dat er sprake is, of zo nodig zal zijn, van mantelzorg;
    • c. maximaal 35% van de totale vloeroppervlakte van de woning of kleine woning, tot ten hoogste 65 m2, wordt benut voor de tweede wooneenheid;
    • d. de woning waarin de tweede wooneenheid wordt gerealiseerd in visueel opzicht de uitstraling van één woning behoudt;
    • e. de woning waarin de tweede wooneenheid wordt gerealiseerd een minimale toegelaten inhoud heeft van meer dan 350 m3;
    • f. er sprake is van sloop van gebouwen, met een oppervlakte van ten minste 300 m2, met dien verstande dat:
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze afwijkingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 7. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.2.3 voor wat betreft de maximale inhoud van een bedrijfswoning en toestaan dat een bedrijfswoning wordt gebouwd met een grotere inhoud, mits:
    • a. de inhoud niet meer bedraagt dan 1.000 m3;
    • b. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van landschap en beeldkwaliteit en mits de architectonische en/of cultuurhistorische waarden van de bebouwing niet in onevenredige mate worden geschaad;
    • c. sprake is van vermindering (door sloop) van gebouwen op basis van de staffeling in de onderstaande tabel:

Inhoud woning   Sloopeis  
Tot 1.000 m3   2 m2 sloop voor iedere 1 m3 vergroting  

met dien verstande dat:

      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze afwijkingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

6.5 Specifieke gebruiksregels
6.5.1 Gebruik overeenkomstig de bestemming

Als gebruik overeenkomstig de bestemming wordt aangemerkt:

  • a. gebruik van ruimten binnen de bedrijfswoning ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep, kleinschalig bedrijf en/of bed & breakfast, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
    • 1. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning, tot ten hoogste 60 m2 van de bedrijfswoning mag worden gebruikt voor het aan huis verbonden beroep, kleinschalig bedrijf en/of bed & breakfast;
    • 2. degene die de onder 1 genoemde activiteiten in de bedrijfswoning uitvoert, dient tevens de bewoner van deze woning te zijn;
    • 3. vergunningplichtige of meldingsplichtige activiteiten ingevolge de Wet milieubeheer zijn niet toegestaan.

  • b. het gebruik van grond als paardrijbak, mits:
    • 1. de paardrijbak wordt gebruikt ten dienste van bewoners van de bedrijfswoning;
    • 2. de paardrijbak ligt binnen het bestemmingsvlak of aansluitend aan het bestemmingsvlak met inachtneming van het bepaalde in 3.5.1 aanhef en onder d;
    • 3. de paardrijbak achter de voorgevelrooilijn ligt;
    • 4. de oppervlakte niet meer bedraagt dan 800 m2;
    • 5. de afstand tot een woning van een derde niet minder dan 50 m bedraagt.

  • c. het gebruik van grond voor het plaatsen van zonnecollectoren, mits:
    • 1. de zonnecollectoren geplaatst worden achter de voorgevelrooilijn
    • 2. de totale oppervlakte die gebruikt wordt voor het plaatsen van zonnecollectoren maximaal 150 m2 bedraagt.

6.5.2 Gebruik strijdig met de bestemming

Als gebruik strijdig met de bestemming wordt aangemerkt:

  • a. het gebruik van gronden voor buitenopslag tenzij op de verbeelding de aanduiding 'opslag' is aangegeven;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken voor Wgh-inrichtingen.

6.6 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.1 onder c en toestaan dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en de invloed op de omgeving lager dan wel gelijk te stellen zijn met de ter plaatse toegestane bedrijven, mits:
    • 1. de belangen van eigenaren/gebruikers van de nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. er geen aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
    • 3. het te vestigen bedrijf moet binnen dezelfde of een lagere milieucategorie met dien verstande dat uitsluitend bedrijven zijn toegestaan die genoemd worden in Bijlage 2 Staat van Bedrijfsactiviteiten mits het geen Wgh-inrichtingen of Bevi-inrichtingen betreft;
    • 4. er mag geen afbreuk worden gedaan aan de ecologische en landschappelijke waarden ter plaatse
    • 5. er aangetoond wordt dat er geen sprake zal zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking en dat het parkeren binnen het bestemmingsvlak plaatsvindt.

  • b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.5.1 ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of kleinschalig bedrijf en/of bed & breakfast in een bijgebouw, mits:
    • 1. maximaal 25% van de totale vloeroppervlakte van de bedrijfswoning en de bijgebouwen wordt gebruikt voor het aan huis verbonden beroep, kleinschalig bedrijf en/of de bed & breakfast;
    • 2. de totale gezamenlijke vloeroppervlakte die wordt aangewend voor het aan huis verbonden beroep, kleinschalig bedrijf en/of bed & breakfast niet meer bedraagt dan 60 m2;
    • 3. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • 4. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie.

  • c. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 6.5.1 ten behoeve van het gebruik van grond als paardrijbak waarbij de paardrijbak ligt voor de voorgevelrooilijn, mits:
    • 1. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van aangrenzende gronden niet onevenredig worden geschaad;
    • 2. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
    • 3. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige landschapswaarden, tenzij hieraan door het nemen van maatregelen voldoende tegemoet kan worden gekomen.

6.7 Wijzigingsbevoegdheid
  • 1. Burgemeester en wethouders kunnen de maximaal toegestane bebouwde oppervlakte zoals opgenomen in artikel 6.2.2 onder c wijzigen, met inachtneming van de volgende bepalingen:
    • a. De totale oppervlakte in het totaal maximaal 1.000 m2 bedraagt per bestemmingsvlak, met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 750 m2 mag bedragen ter plaatse van:
    • b. het terrein dient te worden voorzien van een goede landschappelijke inpassing;
    • c. er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
    • d. de belangen van gebruikers en/of eigenaren van nabijgelegen gronden mogen niet onevenredig worden geschaad;
    • e. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de milieusituatie;
    • f. er mag geen significante aantasting plaatsvinden van ecologische waarden;
    • g. om een bepaalde oppervlakte nieuw te bouwen aanvullend op de bestaande oppervlakte genoemd in artikel 6.2.2 onder c, dient sprake te zijn van de sloop van gebouwen op basis van de in de onderstaande tabel genoemde staffeling:

hergebruik of nieuwbouw   te slopen bij hergebruik   te slopen bij nieuwbouw  
tot 500 m²   dezelfde oppervlakte   tweemaal zoveel  
501 – 750 m²   tweemaal zoveel   driemaal zoveel  
751 – 1.000 m²   driemaal zoveel   viermaal zoveel  

met dien verstande dat:

      • de staffeling is gebaseerd op de in totaal na de wijziging toegestane oppervlakte aan gebouwen, waarbij de sloopeis geldt voor de oppervlakte aan gebouwen doe wordt toegevoegd aan de oppervlakte die op grond van artikel 6.2.2 onder c reeds is toegestaan, gerelateerd aan de plaats die deze toe te voegen oppervlakte in de in de bovenstaande tabel genoemde staffeling inneemt;
      • de oppervlakte van gesloopte gebouwen ter plaatse van de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied V of de aanduiding reconstructiewetzone - extensiveringsgebied GV voor 125% meetelt in de berekening van de in het kader van deze wijzigingsbevoegdheid in te zetten sloopoppervlakte;
      • uitsluitend indien de sloopmogelijkheden op het betreffende perceel volledig zijn benut, mag de sloopoppervlakte van meerdere locaties worden meegerekend om aan de vereiste sloopoppervlakte te komen;
      • monumentale gebouwen wel meetellen in de bepaling van de sloopoppervlakte, maar niet mogen worden gesloopt;
      • de te slopen gebouwen moeten zijn gelegen binnen het buitengebied van de gemeente Barneveld, dan wel binnen het reconstructiegebied Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, opgenomen in het Reconstructieplan Gelderse Vallei/Utrecht-Oost, vastgesteld door Provinciale Staten van Gelderland op 22 december 2004 en 26 januari 2005, voor zover dit reconstructiegebied is gelegen binnen de provincie Gelderland;
      • verzekerd is dat herbouw van de gesloopte gebouwen niet mogelijk is.

  • 2. Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Bedrijf - Niet agrarisch wijzigen in de bestemming Wonen, met inachtname van de volgende bepalingen:
    • a. er moet sprake zijn van bedrijfsbeëindiging;
    • b. uitsluitend de bestaande bedrijfswoning met de tot dezelfde bouwmassa behorende voormalige bedrijfsruimte mag worden gebruikt voor één woning;
    • c. het nieuwe bestemmingsvlak kan kleiner zijn dan het bestaande bestemmingsvlak, in welk geval de bestemming van de grond die niet wordt gewijzigd in Wonen wordt gewijzigd in de bestemming Agrarisch, Groen en/of Natuur;
    • d. op gronden waarvan de bestemming 'Bedrijf' wordt gewijzigd in de bestemming Agrarisch, Groen en/of Natuur kunnen dubbelbestemmingen en gebiedsaanduidingen worden gelegd, indien en voor zover deze op aangrenzende gronden met de bestemming Agrarisch liggen.