direct naar inhoud van 5.1 Archeologie
Plan: Hoge Boeschoterweg I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1048-0004

5.1 Archeologie

5.1.1 Archeologie middelmatige of hoge verwachting

Er moet rekening worden gehouden met de in de grond aanwezige dan wel te verwachten monumenten. Voor het maken van een weloverwogen belangenafweging is minimaal een archeologisch bureauonderzoek nodig. De gemeente Barneveld heeft een archeologische beleidsadvieskaart opgesteld voor de gehele gemeente. Deze kaart kan gezien worden als een beknopt bureauonderzoek. Uit de 'archeologische waarden- en verwachtingskaart' van de gemeente blijkt dat voor het plangebied een middelmatige of hoge archeologische verwachting geldt. Dit betekent dat nader archeologisch onderzoek noodzakelijk is in de vorm van een gedetailleerd bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek.

afbeelding "i_NL.IMRO.0203.1048-0004_0005.jpg"  

Een archeologisch onderzoek heeft plaatsgevonden. Er geldt een specifiek hoge trefkans op het aantreffen van archeologische resten uit de periode laat-neolithicum tot en met de vroege bronstijd (complextype: grafveld, nederzetting). De hoogte in het centraal noordwestelijke deel van het plangebied kan op basis van de aanwezigheid van omringende reeds bekende grafheuvels, de cirkelachtige vorm en de bodemkundige opbouw (plaggendek, gelaagde afzettingen) met grote waarschijnlijkheid als een grafheuvel worden geduid.

Op basis van de middelhoge tot hoge verwachting op het aantreffen van een vindplaats uit het laat-paleolithicum tot en met de vroege middeleeuwen (complextype: grafheuvel, nederzetting, akkers) vanaf 20 tot 45 cm –mv en de verwachte verstoringsdiepte bestaat er een gerede kans dat eventueel aanwezige archeologische resten verstoord zullen worden door de voorgenomen bouwwerkzaamheden. Derhalve adviseert BAAC bv een vervolgonderzoek door middel van proefsleuven om zodoende eventueel aanwezige archeologische resten te karteren en vervolgens te waarderen. De vermoedelijke grafheuvel zal nader moeten worden geïdentificeerd door middel van een zeer gering kijkgat (smalle sleuf).

Het proefsleuvenonderzoek zal in het kader van de bouwvergunningsprocedure worden uitgevoerd. Voorafgaand aan verlening van de bouwvergunning moet een proefsleuvenonderzoek zijn uitgevoerd. In onderhavig bestemmingsplan is hiervoor een ontheffingsbevoegdheid opgenomen.


Indien bij de uitvoering van de werkzaamheden onverwacht toch archeologische resten worden aangetroffen, dan is conform artikel 53 van de Monumentenwet 1988 melding van de desbetreffende vondsten bij de minister (namens deze de RACM) verplicht.