direct naar inhoud van 5.9 Luchtkwaliteit
Plan: Vinkelaar I
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1047-0003

5.9 Luchtkwaliteit

Sinds 2001 stelt de Europese regelgeving strengere regels aan de luchtkwaliteit. In de Nederlandse regelgeving zijn daarvoor in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer eisen opgenomen voor onder andere stikstofdioxide en fijn stof. Deze normen zijn vastgesteld op basis van onderzoek van de World Health Organization. Ze zijn bedoeld om mens en milieu te beschermen tegen de negatieve gevolgen van luchtverontreiniging. Om te bepalen of de kwaliteit van de lucht ter plaatse voldoet aan de eisen neergelegd in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer en de daarop gebaseerde regelgeving, dient bij nieuwe ontwikkelingen onderzoek gedaan te worden naar de luchtkwaliteit.

Projecten waarvan aannemelijk is dat deze niet in betekende mate bijdragen aan de luchtverontreiniging hoeven niet getoetst te worden aan de grenswaarden voor de luchtkwaliteit.
De ontwikkelingen in het plangebied zijn dermate kleinschalig, dat ze vallen binnen de randvoorwaarden van het 'Besluit niet in betekende mate'.

Verder is het van belang om af te wegen of het aanvaardbaar is om het plan op de gewenste plek te realiseren.
Daarbij speelt de mate van blootstelling en de gevoeligheid van bepaalde groepen mensen voor luchtverontreiniging een rol. Wat dat laatste betreft is het 'Besluit gevoelige bestemmingen' van belang.
Dit besluit is gericht op bescherming van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijn stof en stikstofdioxide, met name kinderen, ouderen en zieken. Het besluit kent zones waarbinnen luchtkwaliteitsonderzoek nodig is: 300 meter aan weerszijden van rijkswegen en 50 meter langs provinciale wegen, gemeten vanaf de rand van de weg.
Het plangebied ligt weliswaar binnen de onderzoekszone 300 m. vanaf de Rijksweg A1, maar voorziet niet in het mogelijk maken een gevoelige bestemming, zoals bedoeld in het 'Besluit niet in betekende mate'.

Op basis van het voorgaande is er geen aanleiding om een luchtkwaliteitsonderzoek uit te voeren. Echter uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening en omdat er sprake is van een knelpunt v.w.b. de luchtkwaliteit, vanwege de aanwezigheid van een spoorlijn en de A 1, is hiertoe toch overgegaan.

Met behulp van de BLK 2006 tool is vastgesteld dat op 200 m. afstand ten zuiden van de A1 en ter hoogte van het plangebied (hectometerpaal 49,0) de berekende totale jaargemiddelde fijn stof concentratie 30,2 ug/m³ is. Voor de totale jaargemiddelde stikstofdioxide concentratie bedraagt de berekende waarde 30,0 ug/m³. De totale concentraties blijven in het plan daarmee ruim onder de jaargemiddelde grenswaarden (40 ug/m³) voor beide stoffen.

Uit de jaargemiddelde concentratie voor fijnstof kan afgeleid worden dat er minder dan 35 dagen zijn waarop 24-uursgemiddelde grenswaarde wordt overschreden (kritische waarde volgens de handleiding van het CAR II model is 31,2 ug/m³). Met andere woorden, aan de dagnorm wordt in het plangebied voldaan.

De uurgemiddelde grenswaarde voor stikstofdioxide wordt in Nederland relatief beperkt overschreden, maar zeker niet op grote afstand tot de wegrand zoals hier het geval is. Daarom kan gesteld worden dat in het plangebied aan de uurnorm wordt voldaan.
Tot slot wordt opgemerkt dat er in de directe omgeving van het plangebied geen andere bronnen dan de reeds genoemde bronnen van luchtverontreiniging zijn met een relevante bijdrage.