Plan: | Harselaar-Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1029-0004 |
Bij externe veiligheid gaat het om het risico op een ongeval waarbij een gevaarlijke stof aanwezig is. Het beleid voor externe veiligheid is gericht op het beheersen van risico's die mensen lopen door opslag, productie, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen in hun omgeving. De risico's moeten aanvaardbaar zijn. Met het oog daarop heeft de rijksoverheid risiconormen vastgesteld waarmee bedrijven, wegbeheerders en vervoerders, maar ook gemeenten en provincies, rekening dienen te houden. Voor situaties waarbij het ontwikkelingsgebied binnen het invloedsgebied van een risicobron ligt, moet het resultaat van een risicoanalyse getoetst worden aan de gestelde risiconormen.
BEVI Bedrijven
In het plan gebied Harselaar-Oost liggen twee bedrijven die onder het besluit externe veiligheid inrichtingen vallen, namelijk Denka International en Tankstation Tolboom. Denka is gelegen aan de Hanzeweg 1. Dit is een bedrijf dat bestrijdingsmiddelen produceert.
Denka International, Hanzeweg 1
Tankstation Tolboom aan de Baron van Nagellstraat 121 betreft een tankstation met aflevering van LPG.
Tolboom, Baron van Nagellstraat 121
Een derde BEVI-bedrijf dat tot voorkort op Harselaar Oost aanwezig was, BBS Food bv aan de Hanzeweg 22 is van ammoniak koeling overgegaan op een koeling dat niet onder het BEVI valt.
Plaatsgebonden risico
Denka
In de plaatsgebonden risicocontour van Denka International (op het kaartje hieronder de rode contour) mogen geen kwetsbare objecten gerealiseerd worden, zoals bijvoorbeeld kantoren met een bruto vloeroppervlak van meer dan 1500 vierkante meter. Deze zone is ook opgenomen op de verbeelding.
Denka International heeft een invloedsgebied van 680 meter rond het bedrijf de personen die zich binnen deze contour bevinden moeten in de groepsrisicoberekening worden meegenomen. De PR10-6 contour ligt buiten de inrichting. Hier zijn geen kwetsbare objecten gelegen. Uit de QRA blijkt dat zich binnen de bedrijfsgebouwen geen grote hoeveelheden mensen bevinden. De personen zijn zelfredzaam. Aangezien sanering financieel niet haalbaar is zijn er geen gronden om de bedrijfsgebouwen binnen de contour te saneren vanuit alleen het oogpunt van externe veiligheid. Binnen de PR10-6 contour mogen geen kwetsbare objecten worden opgericht en mogen beperkt kwetsbare objecten alleen met zwaarwegende argumenten worden opgericht.
Tolboom
Voor het tankstation is in de voorschriften vastgelegd dat de maximale LPG-doorzet op jaarbasis minder moet zijn dan 1.000 m3 per jaar. De afstanden voor het plaatsgebonden risico tot de verschillende onderdelen van het tankstation bedraagt dan:
Punt | Afstand |
Vulpunt | 45 |
Tank (Ondergronds) | 25 |
Afleverpunt | 15 |
Binnen deze contouren bevinden zich geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
Tevens is in de voorschriften bij de milieuvergunning vastgelegd dat de aflevermomenten van LPG ter bevoorrading van het tankstation zullen moeten plaatsvinden tussen 19.00 en 07.00 uur.
Groepsrisico
Het invloedsgebied voor het groepsrisico ligt binnen de contour van 150 meter tot het vulpunt van de LPG tank.
Aannemelijk moet worden gemaakt dat de oriënterende waarde van het groepsrisico's ten gevolge van beide bedrijven niet wordt overschreden, als gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheden binnen het bestemmingsplan. Hiertoe is onderzoek uitgevoerd door het servicebureau gemeenten d.d. 11 januari 2012. Dit onderzoek is als bijlage aan dit bestemmingsplan toegevoegd.
Geconcludeerd wordt dat er voor wat betreft de LPG alsmede voor Denka, gezien de hoogte van het groepsrisico's geen aanvullende maatregelen genomen worden om dit te verlagen.
In de beleidsvisie externe veiligheid (zie bijlage) is opgenomen dat zoveel mogelijk wordt gezorgd dat op het bestaande Harselaar ontmoedigd wordt om BEVI bedrijven te laten vestigen en Harselaar Zuid een industrieterrein te laten zijn waar zich BEVI bedrijven kunnen vestigen.
Op Harselaar Oost en aan de westkant van Harselaar Oost bevinden zich een aantal kwetsbare objecten met een groot aantal personen.
Nieuwe bedrijven die onder het BEVI vallen worden op Harselaar Oost niet bij recht toegestaan.
Transport routes van gevaarlijke stoffen.
Er zijn 2 transport routes namelijk de A1 en de spoorlijn Amersfoort – Apeldoorn. Hiervoor zijn de basisnetten weg en spoor opgezet. Voor deze routes is tevens een berekening van de externe veiligheidsrisico's uitgevoerd (servicebureau gemeenten, 11 januari 2012)
A1
Geconcludeerd wordt dat voor wat betreft de A1 het groepsrisico niet verder toeneemt en niet wordt overschreden. Het levert formeel geen probleem op voor de externe veiligheid. Verdere verantwoording van het groepsrisico is conform de Risiconormering Vervoer Gevaarlijke Stoffen (Rnvgs) niet noodzakelijk.
Spoor
Voor het spoor is geen risicocontour voor het plaatsgebonden risico aanwezig. Het groepsrisico blijft beneden de oriënterende waarde. Aangezien het groepsrisico niet toeneemt en de oriënterende waarde niet wordt overschreden is groepsrisico formeel geen probleem voor de externe veiligheid en is verdere verantwoording conform Rnvgs niet noodzakelijk.
Als gekeken wordt naar de marktverwachting geeft het spoor, uitgaande van deze marktverwachting, een gereduceerd groepsrisico tot nul.
Hulpverleningsdiensten
Om een veilige omgeving te creëren of te behouden zijn er op het gebied van fysieke veiligheid een aantal aspecten waarmee rekening gehouden moet worden.
Zo worden er eisen gesteld aan de bereikbaarheid van de openbare wegen voor de hulpverleningsdiensten. Dit leidt tot het stellen van minimale afmetingen en bochtstralen zodat hulpverleningsvoertuigen een object of calamiteit goed kunnen bereiken en adequate hulp kunnen verlenen.
Met betrekking tot voldoende bluswater in het openbare wegennet zijn er ook eisen gesteld. Deze eisen hebben betrekking op de afstanden vanaf de bluswatervoorziening tot aan een gebouw en de capaciteit ervan. In de "Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid" een uitgave van de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding worden deze eisen uitgeschreven.
Tevens worden er eisen gesteld aan de opkomsttijden voor brandweervoertuigen. Deze zijn afhankelijk van de bestemming. Voor gebouwen waarin geslapen wordt en verminderd zelfredzame mensen verblijven worden strengere eisen gesteld dan gebouwen waar dit niet zo is. De opkomsttijden zijn gesteld in de Wet veiligheidsregio's (1 oktober 2010) met het daarbij behorende Besluit veiligheidsregio's. In het Besluit zijn de tijdnormen voor de opkomsttijden vastgelegd.
Deze nieuwe ontwikkelingen zullen worden getoetst aan het gestelde in de "Handleiding Bluswatervoorziening en bereikbaarheid" en aan het Besluit veiligheidsregio's. Met ontwikkelingen worden zowel de nieuwbouw- of verbouwplannen bedoeld als de (her)inrichting van het openbare gebied.
5.5 Geluid
Bij het opstellen van een bestemmingsplan dienen de bepalingen van de Wet geluidhinder in acht te worden genomen. Dit betekent onder meer dat wanneer in het bestemmingsplan gronden worden bestemd voor nieuwe woningbouw of andere geluidsgevoelige objecten, moet worden nagegaan of voor deze gronden een zogenaamde geluidszone van kracht is. Met uitzondering van een aantal wegen, bevinden zich in principe langs alle wegen geluidzones. Binnen een zone moet akoestisch onderzoek worden verricht, waaruit blijkt of de voorkeursgrenswaarde of de maximaal toelaatbare geluidbelasting wordt overschreden.
Voorliggend plan is voornamelijk een beheersgericht plan. Nieuwe ontwikkelingen worden niet of nauwelijks mogelijk gemaakt. Een akoestisch onderzoek is dan ook niet noodzakelijk.
5.6 Geur
Ten zuiden van het plangebied Harselaar-Oost zijn enkele agrarische bedrijven gevestigd. De mogelijke aanwezigheid van agrarische bedrijven in de omgeving van het plangebied is daarbij geen directe beperking voor de actualisatie van het bestemmingsplan Harselaar-Oost, aangezien dit bestemmingsplan conserverend van aard is en dus niet (rechtstreeks) mogelijk maakt dat nieuwe geurgevoelige objecten komen binnen mogelijk aanwezige geurcontouren. Daarnaast zijn er slechts weinig geurgevoelige objecten in het plangebied aanwezig.