Plan: | Harselaar-Driehoek |
---|---|
Status: | geconsolideerde versie |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0203.1016-0004 |
De Europese Kaderrichtlijn Water (2003)
De Europese Kaderrichtlijn Water gaat er vanuit dat water geen gewone handelswaar is, maar een erfgoed dat moet worden beschermd en verdedigd. Het hoofddoel van de richtlijn is daarop gebaseerd. De Kaderrichtlijn Water geeft het kader voor de bescherming van landoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en grondwater. Dat moet ertoe leiden dat:
Vierde nota Waterhuishouding (Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 1998)
De vierde nota waterhuishouding geeft het kader voor het waterbeheer voor Nederland, nu en in de toekomst. De hoofddoelstelling is “een veilig en goed bewoonbaar land en het in stand houden/versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd”. Om de veerkracht van de watersystemen te vergroten dient de waterconservering en buffering te worden bevorderd en de afwenteling van (water-) problemen op naastgelegen gebieden te worden beperkt.
Waterbeleid in de 21e eeuw (2000)
De hoge waterstanden in de rivieren in 1995 en 1996 en de klimaatscenario's waarin naast de zeespiegelstijging ook meer en hevigere buien worden voorspeld hebben geleid tot vernieuwde aandacht voor water. Nederland is met zijn lage ligging en hoge verstedelijkingsgraad kwetsbaar voor wateroverlast en de veiligheid is in de toekomst in het geding. Maar ook door de drogere zomers is er het risico van watertekorten en verdroging. De commissie “Waterbeheer 21e eeuw” heeft in opdracht van de regering duidelijk gemaakt dat we anders moeten omgaan met water en ruimte. Ruimte die nu beschikbaar is voor de bescherming tegen overstromingen en wateroverlast moet ten minste behouden blijven. De aanwezige ruimte mag niet sluipenderwijs verloren gaan bij de uitvoering van nieuwe projecten voor infrastructuur, woningbouw, landbouw of bedrijventerreinen.
Waterplan provincie Gelderland
Het Provinciaal Waterplan 2010-2015 is mede kader voor de wijze waarop omgegaan wordt met water in het plangebied. Het waterplan is beschreven aan de hand van een aantal thema's zoals landbouw, wateroverlast, watertekort, natte natuur, grondwaterbescherming en hoogwaterbescherming. Voor deze thema's is beschreven welke doelstellingen voor 2007 en 2015 er liggen. Hierbij is rekening gehouden met de Europese Kaderrichtlijn Water en het beleid Waterbeheer 21e eeuw (WB21). Het thema “water als ordenend principe” loopt als een rode draad door het gehele plan. Dit houdt in dat, voordat er beslissingen worden genomen op ruimtelijk gebied, er wordt bekeken welke gevolgen die hebben voor watersystemen. Dit waterplan valt onder het regime van de nieuwe Waterwet (22 december 2009)
Waterbeheersplan Waterschap Vallei en Eem
In het Waterbeheersplan 2010 - 2015 heeft Waterschap Vallei & Eem zijn ambities en uitvoeringsprogramma vastgelegd voor de periode 2010 tot en met 2015. Het plan bepaalt in grote lijnen de agenda van Waterschap Vallei & Eem voor de komende zes jaar. Dit plan is mede kader voor de wijze waarop omgegaan wordt met water in het plangebied.
Waterplan Barneveld
In het visiedocument van het waterplan is aangegeven dat schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden wordt ingezameld. Het schone regenwater wordt bij voorkeur geïnfiltreerd of lokaal op oppervlaktewater geloosd.
Bij ruimtelijke plannen geldt vanaf 1 november 2003 de wettelijke verplichting van een waterparagraaf/watertoets. De watertoets is één van de pijlers van het Waterbeleid voor de 21e eeuw, waarin aan water een meesturende rol in de ruimtelijke ordening is toegekend. Met de watertoets wordt beoogd waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te betrekken. De watertoets betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Het doel van een waterparagraaf is een samenhangend beeld te geven van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met duurzaam waterbeheer en de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Het voorkomen van negatieve effecten op de waterhuishouding staat bij de watertoets voorop. Dan pas komen inrichtingsmaatregelen en compensatie in beeld.
Huidige Situatie in het plangebied.
Hemelwater
Het huidige terrein is in gebruik als agrarische grond. Hemelwater verdwijnt gewoon in de ondergrond en komt vertraagd tot afvoer via de sloten en greppels
Oppervlaktewater
Aan de zuidzijde van het plangebied ligt een spoorsloot welke voor de drooglegging van het spoor van belang is. Verder is er geen oppervlaktewater aanwezig.
Grondwater
Zowel de GHG (gemiddelde hoogste grondwaterstand) als de GLG (gemiddelde laagste grondwaterstand) zijn bekend. Grondwater is in de huidige situatie geen probleem.
Riolering
Op het huidige terrein is geen riolering aanwezig. De panden aan de Oude Goorderweg en de Grote Bosweg zijn niet aangesloten op drukriolering maar hebben, zover nog bewoont, een voorziening op eigen terrein. Er is, bij de aanleg van de drukriolering, bewust gekozen om deze panden niet aan te sluiten gezien de ontwikkeling van Harselaar-Driehoek.
Bluswater
Primair de tankwagen in combinatie met de drinkwaterleiding, secundair oppervlaktewater.
Nieuwe/Toekomstige situatie in het plangebied
Hemelwater
In de toekomstige situatie zal hemelwater in een aparte leiding worden ingezameld en op óf het oppervlaktewater aan de zuidzijde en langs de ontsluitingsweg óf rechtstreeks op de wadi aan de noordzijde van het plangebied (strook tussen A1 en Harselaar-Driehoek) worden geloosd. Er mag vanuit dit plangebied in principe geen regenwater op het vuilwaterriool worden geloosd. Uitzondering hierop zijn bedrijven/terreinen die volgens de afkoppelbeslisboom van het waterschap Vallei en Eem niet mogen lozen op een wadi of oppervlaktewater.
Uit het bestemmingsplan blijkt het volgende:
Oppervlaktes:
Een kaartje van de bestemmingen is hieronder weergegeven.
Bij een maatgevende afvoer van 1,44 l/s/ha gerelateerd aan het bruto oppervlak (=461 m³) dient bij T=10 nog +/- 40 mm geborgen te worden. Dit komt neer op 10.500 m³. Verdeeld over het aanwezige wateroppervlak komt dit neer op een peilstijging van 0,31 m. Dit past daarbij binnen de maximale waterschijf in de wadi en de maximale peilstijging in het wateroppervlak. Hieruit blijkt dat de spoorsloot niet verbreedt hoeft te worden. Het verbreden van de spoorsloot blijft wel een optie om meer waterberging te creëren maar lijkt niet noodzakelijk.
Oppervlaktewater
Het extra oppervlaktewater is gepland langs de ontsluitingsweg van Harselaar. Dit oppervlaktewater is in de vorm van een sloot. Om de bergingseis te halen zijn stuwen in de sloot en de wadi naar alle waarschijnlijkheid nodig.
Deze nieuwe watergang voert af in de richting van de nieuwe ontwikkeling Harselaar-Zuid. In de hydraulische analyse van het watersysteem van Harselaar-Zuid dient het effect van de ontwikkeling van Harselaar-Driehoek meegenomen te worden.
Grondwater
Op basis van de bekende GHG en GLG is de drooglegging bepaald volgens de normen van het waterschap Vallei en Eem en de gemeente Barneveld. De uitgangspunten en de verdere uitwerking hiervan zijn te vinden in het Waterstructuurplan Harselaar-Zuid en de Driehoek welke is geschreven door de firma Witteveen + Bos (d.d. 10 december 2008).
Riolering
Er komt, in de toekomstige situatie, een gescheiden rioolstelsel. Het hemelwater zal op de wadi worden geloosd. Het vuilwaterriool krijgt een aansluiting op geplande DWA riool van Harselaar-Zuid. Een tijdelijke koppelingen met het riool van Harselaar-Oost is mogelijk.
Bluswater
Primair het drinkwaterleidingstelsel, secundair moet er een bron geslagen worden welke haar water haalt uit het tweede watervoerende pakket. De aanwezigheid van oppervlaktewater, ten tijden van droogte, kan niet gegarandeerd worden.
Het waterschap is bij het opstellen van het Waterstructuurplan Harselaar-Zuid en de Driehoek welke is geschreven door de firma Witteveen + Bos (d.d. 10 december 2008) nauw betrokken geweest. Voordat de plannen uitgevoerd kunnen worden is er een keurvergunning nodig van het waterschap. Deze keurvergunning wordt aangevraagd als de totale inrichting bekend is. De aanvraag keurvergunning wordt getoetst aan de gestelde randvoorwaarde in het Waterstructuurplan Harselaar-Zuid en de Driehoek.
De ontwikkelingen van Harselaar-Driehoek vormen geen problemen van riolering en de waterhuishouding van de gemeente Barneveld. De Driehoek voorziet in zijn eigen berging en wentelt zijn waterberging niet af op de omliggende omgeving. Het DWA riool zal worden aangesloten op het DWA riool van Harselaar-Zuid. Een mogelijke tijdelijke afvoer via Harselaar-Oost is mogelijk. Door te voldoen aan de droogleggingseis zijn er voor het grondwater geen problemen te verwachten. Bluswater is primair als secundair in de directe omgeving beschikbaar of beschikbaar te maken.