direct naar inhoud van 4.5 Externe veiligheid
Plan: Harselaar West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0203.1002-0003

4.5 Externe veiligheid

Toetsingskader

Bij externe veiligheid gaat het om het gevaar dat de directe omgeving loopt in het geval er iets mis mocht gaan tijdens de productie, het behandelen of het vervoer van gevaarlijke stoffen. De daaraan verbonden risico's moeten aanvaardbaar blijven. Met het oog daarop heeft de rijksoverheid risiconomen vastgesteld waarmee bedrijven, wegbeheerders en vervoerders, maar ook gemeenten en provincies, rekening dienen te houden. Externe veiligheid moet altijd in preventieve zin deel uitmaken van de besluitvorming bij nieuwe situaties, en kan bij besluitvorming over bestaande situaties leiden tot aanvullende maatregelen.

Toetsing van ruimtelijke plannen aan het externe veiligheidsbeleid vindt plaats op basis van het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi). In het besluit zijn milieukwaliteitseisen geformuleerd. Het besluit maakt een onderscheid tussen:

  • Plaatsgebonden risico: risico op een plaats buiten een inrichting uitgedrukt als een kans per jaar dat een persoon die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
  • Groepsrisico: cumulatieve kansen per jaar dat ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een transportroute of inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.

Daarnaast maakt het besluit onderscheid tussen kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Het Bevi geeft een overzicht van type gebouwen en functies die onder één van deze twee categorieën valt. Samengevat kan de volgende onderverdeling gemaakt worden:

  • Kwetsbaar: woningen, gebouwen bestemd voor het verblijf van minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, en gebouwen waarin grote aantallen personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig plegen te zijn;
  • Beperkt kwetsbaar: woningen van derden met een dichtheid van maximaal twee woningen per hectare, kleinere kantoorgebouwen en hotels, restaurants, winkels, sporthallen, zwembaden en speeltuinen, bedrijfsgebouwen, objecten met een hoge infrastructurele waarde;

De toetsingnormen uit het Bevi zijn:

  • Plaatsgebonden risico:
    • 1. Kwetsbaar object: 10-6; dit is een grenswaarde waar aan voldaan moet worden.
    • 2. Beperkt kwetsbaar object: 10-6, dit is een richtwaarde waarvan alleen op basis van een zorgvuldige onderbouwing afgeweken mag worden.
  • Groepsrisico: De berekening van de cumulatieve kans dat 10, 100 of 1000 mensen komen te overlijden als gevolg van een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Deze wordt uitgedrukt in een F(N)-curve. Deze F(N)-curve wordt afgezet tegen de toetsingnorm. De toetsingsnorm is een oriënterende waarde waar alleen met gewichtige redenen van afgeweken mag worden. Overigens dient in principe iedere toename in het groepsrisico te worden onderbouwd.

Gemeentelijke externe veiligheidsbeleid
De gemeente Barneveld heeft in 2008 een de "beleidsvisie externe veiligheid Barneveld" vastgesteld. In dit beleid beschrijft de gemeente haar doelstelling bij ruimtelijke projecten ten aanzien van externe veiligheid.

Op bedrijventerreinen zijn de eisen op het gebied van groepsrisico minder scherp dan in woonwijken. Ook in deze gebieden moet worden voldaan aan de minimale wettelijke eisen. Gezien het economische belang van bedrijvigheid kunnen economische aspecten zwaarder wegen in de verantwoording van het groepsrisico dan bij de verantwoording in overige gebiedstypen.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen Bevi en niet-Bevi bedrijventerreinen. Gemeente Barneveld streeft naar concentratie van BEVI-bedrijven op een specifiek daarvoor aangewezen locatie. Dit betekent concreet:

  • Het bedrijventerrein Harselaar-Zuid wordt aangewezen als Bevi-bedrijventerrein. Binnen dit terrein mogen zich nieuwe Bevi-bedrijven vestigen en mogen bestaande Bevi-bedrijven hun activiteiten uitbreiden. Een verhoging van het groepsrisico hierdoor is toegestaan mits de activiteiten optimaal ontworpen worden. Ook een overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico is onder voorwaarden toegestaan. Om de vestigingsmogelijkheden van Bevi-bedrijven op Harselaar-Zuid niet onnodig te frustreren, zal gemeente Barneveld de vestiging van (beperkt) kwetsbare objecten daar zo veel mogelijk voorkomen. Dat betekent dat binnen of op korte afstand van Harselaar-Zuid geen bedrijfswoningen, bedrijven met consumentenverkoop, kantoorgebouwen en dergelijke gevestigd mogen worden.
  • Gemeente Barneveld wil op de overige industrieterreinen activiteiten met gevaarlijke stoffen zo veel mogelijk beperken. Dat betekent dat toename van het groepsrisico bij uitbreiding van bestaande Bevi-bedrijven onder voorwaarden wordt toegestaan, wanneer deze onder de oriëntatiewaarde blijft. Met nieuwvestiging van Bevi-bedrijven wordt terughoudend omgegaan. Wij streven naar beëindiging van de bestaande activiteiten met gevaarlijke stoffen.

De situatie op het bedrijventerrein
De volgende risicobronnen kunnen worden onderscheiden. Daarbij is een onderscheid gemaakt in:

  • bedrijven;
  • gastransportleidingen;
  • routes gevaarlijke stoffen (wegen en spoor).

Bedrijven
In het plangebied bevinden zich 2 BEVI-bedrijven:
PFW Aroma Chemicals, Nijverheidsweg 60, het betreft een inrichting voor de productie van geurstoffen. Deze inrichting moet worden gerekend tot CPR 15-2 inrichting, er ligt meer dan 10 ton gevaarlijke stoffen opgeslagen. De PR-contour van 10-6 ligt om een opslaggebouw van gevaarlijke stoffen, deze contour ligt binnen de inrichting. Het invloedsgebied voor de berekening van het groepsrisico is 300 meter.

Givaudan Nijverheidsweg 60, het betreft een inrichting voor productie van smaakstoffen. In de inrichting worden natuurlijke en natuuridentieke smaakstoffen geproduceerd, met voorzieningen zoals opslagruimten, laboratorium, kantoorruimten en researchafdeling. Deze inrichting moet worden gerekend tot CPR 15-2 inrichting, er ligt meer dan 10 ton gevaarlijke stoffen opgeslagen. De PR-contour van 10-6ligt om een opslaggebouw van gevaarlijke stoffen, deze contour ligt binnen de inrichting. Het invloedsgebied voor de berekening van het groepsrisico is 90 meter.

Op Harselaar Oost ligt een LPG station Tolboom Baron van Nagellstraat 121 het invloedsgebied voor het groepsrisico dat dit bedrijf veroorzaakt ligt over een klein deel van Harselaar West. De Wet milieubeheer vergunning van dit bedrijf is opgenomen dat de aflevermomenten van LPG ter bevoorrading van het tankstation zullen moeten plaatsvinden tussen 19.00 en 07.00 uur. De bedrijven die binnen het invloedsgebied van dit tankstation gerealiseerd worden zullen zoveel mogelijk alleen in de dagperiode in werking moeten zijn.

Op de Harselaarseweg 133 is het transport bedrijf Harthoorn coldstores gevestigd. De ammoniakkoelinstallatie heeft een inhoud van minder dan 1500 m3 kg ammoniak en valt dus niet onder het BEVI.

Voor deze bedrijven geldt dat in de huidige situatie het plaatsgebonden risico toelaatbaar is. De oriënterende waarde van het groepsrisico wordt nergens overschreden.

Gastransportleidingen
In en rond Harselaar West liggen geen aardgastransportleidingen waar in het kader van externe veiligheid rekening me moet worden gehouden.

Routes gevaarlijke stoffen (wegen en spoor)
De A1 (Amersfoort – Apeldoorn) en de spoorlijn Amersfoort – Apeldoorn baanvak 24 zijn routes voor het transport van gevaarlijke stoffen. De PR contouren van 10-6 liggen op de weg en. de spoorweg. De invloedsgebieden in verband met het groepsrisico liggen over het bedrijventerrein. Uit onderzoek blijkt dat de oriënterende waarde van het groepsrisico niet wordt overschreden. Er is hier sprake van een conserverend bestemmingplan het groepsrisico zal niet sterk wijzigen.

Met de komst van het Basisnet en het 'Besluit transportroutes externe veiligheid' wordt ook een nieuw toetsingselement toegevoegd: het plasbrandaandachtsgebied. Uitgaande van deze komende wetgeving betreft dit voor de A1 en het spoortracé een strook van 30 meter, gemeten vanaf de buitenzijde van het buitenste spoor en de rand van het asfalt voor de A1. Het plasbrandaandachts-gebied wordt een zone waarbinnen verboden gaan geleden zoals bij het plaatsgebonden risico. Binnen dit gebied moet onderzocht worden hoe schade en letsel ten gevolge van de warmte van een plasbrand beheerst kan worden.

Conclusie
Zowel in de bestaande situatie, als bij de ontwikkelingen die het bestemmingsplan toelaat, zijn er geen problemen ten aanzien van het plaatsgebonden risico. In de bestaande situatie wordt de oriënterende waarde van het groepsrisico nergens overschreden. Er is hier sprake van een conserverend bestemmingplan het groepsrisico zal niet sterk wijzigen.