direct naar inhoud van Artikel 2.6 Groen - park
Plan: Bestemmingsplan Malburgen - Oost
Status: onherroepelijk
Plantype: ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling
IMRO-idn: NL.IMRO.02020000660-

Artikel 2.6 Groen - park

2.6.1. Bestemmingsomschrijving

De op de plankaart als "Groen - park" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. park- en groenvoorzieningen;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. watergangen;
  • d. fiets- en wandelpaden;
  • e. straatmeubilair;
  • f. inrichtingselementen;
  • g. ondergrondse parkeervoorzieningen uitsluitend in het daartoe op de plankaart als 'parkeren' aangegeven gebied;
  • h. het behoud of herstel van de op deze gronden voorkomende dan wel daaraan eigen monumentale en landschapswaarden.
2.6.2. Bouw- en inrichtingsregels
  • a. Op deze gronden mogen uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken, zoals speeltoestellen, worden gebouwd.
  • b. Op de gronden die op plankaart aangeduid zijn als 'parkeren' mogen uitsluitend beneden peil parkeervoorzieningen ten behoeve van de aangrenzende woonbestemming in één bouwlaag worden gerealiseerd, met dien verstande dat de hoogte, gemeten vanaf N.A.P. maximaal 15,5 meter bedraagt.
  • c. Fietspaden met een doorgaand karakter mogen slecht worden aangelegd op of nabij de aanduiding "langzaamverkeer route" op de plankaart.
2.6.3. Aanlegvergunning
  • a. Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van Burgermeester en Wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
    1. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen (waaronder drainageleidingen), constructies, installaties of apparatuur;
    2. het aanleggen of aanbrengen van beschoeiingen en puinstortingen;
    3. het vellen, rooien en beschadigen van houtgewassen;
    4. het graven of dempen van watergangen, waterpartijen en het afdammen van waterpartijen;
    5. het ophogen, bodem verlagen of vergraven, egaliseren en ontginnen van gronden, met uitzondering van de werken bedoeld in lid 2 sub c. van dit artikel;
    6. het aanleggen, verbreden of verharden van voet- of rijwielpaden en het aanbrengen van andere oppervlakte verhardingen met uitzondering van de werken bedoeld in lid 2 sub c. van dit artikel;
    7. het aanbrengen van reclame, voorlichtingspanelen en naamborden.
  • b. Het in lid 3, sub a. genoemde verbod is niet van toepassing op:
    1. werken of werkzaamheden ten behoeve van realisering van de bestemming dan wel binnen het kader van het op de bestemming gerichte normale onderhoud en beheer;
    2. werken of werkzaamheden die ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp van het plan in uitvoering waren;
    3. werken of werkzaamheden die reeds aanlegvergunningplichtig zijn op grond van het bepaalde in artikel 2.14 en 2.15.
  • c. Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 3, sub a. zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor, dan wel door de daarvan hetzij direct of indirect te verwachten gevolgen de natuur- en/of landschapswaarden en kwaliteiten van deze gronden niet of slechts in geringe mate zouden worden aangetast.
2.6.4. Verboden gebruik
  • a. Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming als bedoeld in art. 3.2 van deze voorschriften wordt in elk geval begrepen gebruik van gronden:
    1. als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
    2. voor het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
    3. voor het opstellen, opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop, van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines.
  • b. De hierboven in sub 2 en 3 genoemde gebruiksvormen zijn niet verboden, indien en voor zover deze onlosmakelijk zijn verbonden met werken en werkzaamheden, waarvoor een aanlegvergunning is verleend.