direct naar inhoud van Regels
Plan: Chw Omgevingsplan Binnenstad en Singels
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.886-0301

Regels

van het omgevingsplan

Chw Omgevingsplan Binnenstad en Singels
(plannummer: NL.IMRO.0202.886-0301)

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan

Het bestemmingsplan Chw Omgevingsplan Binnenstad en Singels met identificatienummer NL.IMRO.0202.886-0301 van de gemeente Arnhem.

1.2 omgevingsplan

Een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, als bedoeld in artikel 7c van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet, bestaande uit geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.

1.3 aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik of het bebouwen van deze gronden.

1.4 ambachtelijk bedrijf

Een bedrijf, met uitzondering van beroep aan huis, dat is gericht op het geheel of overwegend door middel van handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen van goederen alsook - in verband hiermee en als nevenactiviteit van ondergeschikt belang – het verkopen en/of leveren van de ter plaatse vervaardigde, geproduceerde of bewerkte goederen.

1.5 ambulante handel

het ter uitoefening van de detailhandel goederen te koop aanbieden, verkopen of verstrekken vanuit een op een voor het publiek toegankelijk en in de open lucht gelegen locatie geplaatste kraam, verkoopwagen of enig ander middel.

1.6 amusementsbedrijf

Een bedrijf gericht op het bieden van gelegenheid tot commerciële recreatie, zoals een bioscoop, lasergame-, biljart- of snookercentrum, casino en speel- en automatenhal;

1.7 bebouwing

Eén of meer gebouwen of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.8 bebouwingspercentage

Een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage dat de grootte van een gedeelte van een gebiedsaanduidingsvlak of gedeelte van een bouwvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;

1.9 bed and breakfast

Overnachtingsaccomodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een kortdurend verblijf met het serveren van een ontbijt in een woning, gedreven door de bewoner van die woning.

1.10 bedrijf

Een onderneming of gedeelte van een onderneming, die een organisatorisch zelfstandige eenheid vormt en is gericht op de productie of de afzet van goederen of de verlening van diensten, hieronder begrepen ondernemingen of gedeelten van ondernemingen, die door of vanwege de overheid worden geleid.

1.11 bedrijf geschikt voor functiemenging

bedrijf, dat qua aard en invloed op de omgeving past binnen een gemengd gebied met wonen, ook indien gevoelige objecten zijn gelegen:

a direct naast het bedrijf;
b in hetzelfde gebouw of een aanpandig gelegen gebouw, indien in dat gebouw gevoelige objecten zijn toegelaten.

1.12 bedrijfswoning / dienstwoning

Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de functie van het gebouw of terrein noodzakelijk is.

1.13 bedrijven creatieve sector

Bedrijven hoofdzakelijk gericht op:

  • 1. creatieve zakelijke dienstverlening: design- en grafische bedrijven;
  • 2. toegepaste kunsten: audiovisuele en fotografiebedrijven, dienstverlenende bedrijven t.b.v. de kunsten, mode en interieurbedrijven etc.;
  • 3. autonome kunsten: beeldend kunstenaars, muzikanten, theatermakers etc.
1.14 Beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem

Onder de Beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem wordt verstaan: de 'Beleidsregels parkeren Arnhem 2022', dan wel zoals deze beleidsregels komen te luiden na wijziging ervan.

1.15 beroep aan huis

Een (para)medisch, juridisch, administratief, therapeutisch, verzorgend, ontwerptechnisch, kunstzinnig of daarmee gelijk te stellen beroep of bedrijf dat in een woning, inclusief bijbehorende bouwwerken, wordt uitgeoefend.

1.16 beschermd stadsgezicht

Groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang dan wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde.

1.17 bestaand(e)
  • a. bij bouwwerken: legale bouwwerken die aanwezig of in uitvoering zijn op het tijdstip van de tervisielegging van het ontwerp van het omgevingsplan en bouwwerken die mogen worden gebouwd krachtens een vergunning;
  • b. bij gebruik: legaal gebruik van grond en opstallen zoals aanwezig tijdens de inwerkingtreding van het omgevingsplan dat na de inwerkingtreding van het plan niet langer onderbroken is dan een jaar.
1.18 bestaande flitsbezorgdiensten binnenstad en singels

De op het moment van terinzagelegging van het ontwerp aanwezige flitsbezorgdiensten op de volgende adressen:

  • 1. Nieuwstad 41
  • 2. Beekstraat 71.
1.19 bijbehorend bouwwerk

Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aan gebouwd en met de aarde verbonden bouwwerk met een dak.

1.20 bijgebouw

Een zelfstandig bouwwerk dat niet in directe verbinding staat met het hoofdgebouw. Het bijgebouw wordt via een aparte toegangsdeur bereikt en kan tegen een hoofdgebouw worden aangebouwd. Voorbeelden van een bijgebouw zijn een garage of een schuur.

1.21 bijzondere woonvorm

Een woonvorm waar bewoners nagenoeg zelfstandig wonen met (voorzieningen voor) verzorging en begeleiding (ook 24-uurs begeleiding) en daar niet verblijven met het doel om therapeutisch behandeld te worden.

1.22 bioscoop

Een publieke uitgaansgelegenheid die zich hoofdzakelijk toelegt op het vertonen van commerciële films.

1.23 bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.

1.24 bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

1.25 bouwlaag

Een geheel van voor personen toegankelijke ruimten, waarbinnen de vloerhoogte niet meer dan 1,20 meter varieert, met uitsluiting van onderbouw en zolder of vliering casu quo kapruimte.

1.26 bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.27 bouwperceelgrens

Een grens van een bouwperceel.

1.28 bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.29 bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.30 brutovloeroppervlak:

De oppervlakte van een ruimte of een groep van ruimten, gemeten op vloerniveau langs de buitenomtrek van de opgaande scheidingswanden, die de desbetreffende ruimte of groep van ruimtes omhullen, waarbij de oppervlakte van delen van vloeren, waarboven de netto hoogte kleiner is dan 1,5 meter niet worden meegerekend.

1.31 culturele functies

Expositieruimten, ateliers, muziek- en kunstonderwijs en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen, met uitzondering van musea, muziektheaters, bioscopen en naar aard vergelijkbare voorzieningen.

1.32 cultuurhistorische waarde:

de kenmerken van het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van grond en gebouwen heeft gemaakt, zoals dat onder meer tot uitdrukking komt in de beplanting, de stedenbouwkundig structuur en/of de architectuur.

1.33 detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen het uitstallen ten verkoop, het verkopen of leveren van goederen aan diegenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit; dienstverlening door een horecabedrijf, internetverkoop en bezorgservices of bezorgdiensten zoals darkstores worden hieronder niet begrepen.

1.34 dienstverlenende bedrijven

Bedrijven met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak, die naar aard, verschijningsvorm en gevolgen voor de omgeving als verwant aan detailhandel kunnen worden aangemerkt, zoals een reis- of uitzendbureau, kap- of schoonheidssalon, zonnestudio, hypotheekwinkel, baliefunctie van banken en van andere kantoren, alsmede andere vormen van dienstverlening met een overwegende baliefunctie. Horeca, detailhandel, bezorgservices of bezorgdiensten zoals darkstores, seksinrichting en garagebedrijven worden hieronder niet begrepen.

1.35 dunning

Velling die uitsluitend is bedoeld als een verzorgingsmaatregel ter bevordering van de groei van de overblijvende bo(o)m(en), bos of houtopstand.

1.36 evenement

Een tijdelijke activiteit, gericht op het bereiken van publiek voor commerciële, educatieve, culturele, sportieve, levensbeschouwelijke of daarmee gelijk te stellen doeleinden, al dan niet met versterkt geluid door middel van één of meerdere muziek- en/of omroepinstallaties.

1.37 filmtheater

Een publieke uitgaansgelegenheid die zich hoofdzakelijk toelegt op het vertonen van films, die veelal artistiek of cultureel van karakter zijn en doorgaans niet in het reguliere bioscoopcircuit worden vertoond.

1.38 flitsbezorgdiensten

Een opslag-, distributie-, magazijnlocatie, al dan niet voorzien van een afhaalloket, niet of slechts in beperkte mate toegankelijk voor publiek, van waaruit zeer snel in hoofdzaak dagelijkse boodschappen worden geleverd bij klanten die op afstand hun bestelling plaatsen.

1.39 functiegrens

De grens van een functievlak.

1.40 functievlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde functie.

1.41 gebiedsaanduidingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde gebiedsaanduiding.

1.42 gebouw

Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.43 gebruiksoppervlakte

De vloeroppervlakte binnen de bouwmuren bepaald volgens NEN 2580 met dien verstande dat daarbij aangebouwde bergingen, garages en andere niet voor bewoning geschikte ruimtes niet worden meegeteld

1.44 gemeentelijk monument

Monument of archeologisch monument dat is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister, zoals bedoeld in de Erfgoedverordening gemeente Arnhem 2017.
Onder een gemeentelijk monument wordt voor de werking van dit omgevingsplan tevens begrepen een monument waarop een voornemen tot aanwijzing als gemeentelijk monument van toepassing is, zoals bedoeld in artikel 6 van de Erfgoedverordening gemeente Arnhem 2017.

1.45 gezondheids- en welzijnszorg
  • geneeskundige verzorging en verpleging zoals ziekenhuizen;
  • medische, tandheelkundige en paramedische praktijken;
  • apotheken;
  • verpleeg- en verzorgingshuizen;
  • dag- en nachtvoorzieningen voor gehandicapten, psychiatrische patiënten, jongeren en maatschappelijke opvang met (therapeutische) behandeling inclusief overnachting;
  • maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting: dienstverlening gericht op ouderen en gehandicapten, kinderopvang en buitenschoolse opvang, jeugdzorg, maatschappelijk werk en dergelijke.
1.46 hoofdgebouw

Eén of meer panden, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige functie van een perceel en, indien meer panden of bouwwerken op het perceel aanwezig zijn, gelet op die functie of activiteit het belangrijkst is.

1.47 horeca - 1

Een horecabedrijf gericht op het verstrekken van etenswaren, niet zijnde maaltijden, en het schenken van (zwak-alcoholische) dranken, met openingstijden overwegend tijdens de dagperiode, zoals lunchrooms, broodjeszaken, koffiezaken, juicebars, ijssalons.

1.48 horeca - 2

Een horecabedrijf gericht op het overwegend via counterverkoop verstrekken van etenswaren, zoals fastfood, niet zijnde maaltijden, en (zwak-alcoholische) dranken met openingstijden tijden dag- en avondperiode, zoals cafetaria's, snackbars, grill-rooms, shoarmaroom, pizzeria, fastfood restaurants en afhaalcentra.

1.49 horeca - 3

Een horecabedrijf gericht op het serveren van maaltijden en dranken in een restaurant-setting met openingstijden tijdens de namiddag en vroege avond, zoals restaurants, bistro, fastcasual concepten, grand-cafés en café-restaurants.

1.50 horeca - 4

Een horecabedrijf gericht op het verstrekken van (niet)-alcoholische drank als hoofdfunctie met daaraan ondersteunend het verstrekken van etenswaren met openingstijden zowel tijdens de dag- als avond- en nachtperiode, zoals cafés, cocktail-bars, wijnbars en shisha-lounges.

1.51 horeca - 5

Een horecabedrijf gericht op het verstrekken van dranken en eventueel etenswaren in combinatie met (live) entertainment of harde/elektronisch versterkte muziek, met openingstijden tijdens de avond- en nachtperiode, zoals discotheken, (nacht)clubs en andere uitgaansconcepten.

1.52 horeca - 6

Een horecabedrijf gericht op het bieden van nachtverblijf met openingstijden in de regel dagrond, al dan niet met een nachtportier of een onbemande receptie, zoals hotels, bed and breakfast met meer dan 4 slaapplaatsen, hostels en pensions.

1.53 horecabedrijf

Een bedrijf of instelling gericht op het verstrekken van logies, van maaltijden en spijzen of van dranken, alsmede het exploiteren van zaalaccommodatie; detailhandel wordt hier niet onder begrepen.

1.54 horecabedrijven Varkensstraat

De op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit omgevingsplan aanwezige horecabedrijven in de omgeving van de Varkensstraat in de categorieën 2, 4 en 5 zoals opgenomen in onderstaande tabel:

Adres    Horecabedrijf   Horecacategorie  
Varkensstraat 33   De keuken van India   Horeca 2  
Varkensstraat 36   Ten 11 Lounge/Dalia lounge   Horeca 4  
Varkensstraat 40-42   Dubbel10   Horeca 4  
Varkensstraat 46   Stichting Creas   Horeca 4  
Varkensstraat 48   Murphy's Home   Horeca 4  
Varkensstraat 50   Feestbeestencafe   Horeca 4  
Hoogstraat 12   Imparator   Horeca 4  
Hoogstraat 13   Imparator   Horeca 4  
1.55 hospes/hospita

De 100% economisch en juridisch eigenaar die zélf daadwerkelijk in het gebouw woont en minimaal 50% van de gebruiksoppervlakte van het gebouw gebruikt voor zijn eigen huishouden en maximaal 2 onzelfstandige wooneenheden verhuurt. Kenmerkend voor de hospes/hospita is dat de huurder van een wooneenheid de toiletruimte, badruimte en de keuken deelt met de eigenaar van de woning. De onzelfstandige wooneenheden mogen niet beschikken over eigen voorzieningen, als badgelegenheid,keuken en/of toilet.

1.56 hostel

Eenvoudig horecabedrijf gericht op het verstrekken van logies met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, waarbij hoofdzakelijk gericht wordt op reizigers (zoals backpackers) en jongvolwassenen en waarbij veelal sprake is van gemeenschappelijke slaapzalen en voorzieningen (sanitair/keuken).

1.57 huishouden

Eén of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen met de intentie om zelfstandig, bestendig, voor onbepaalde tijd, in gezinsverband of in een met een gezinsverband vergelijkbaar samenlevingsverband te wonen.

1.58 internetverkoop

Detailhandel zonder showroom, waarvan de handel voornamelijk via internet en andere media verloopt.

1.59 kamergewijze bewoning

Een gebouw waarin zich 3 onzelfstandige wooneenheden of meer bevinden.

1.60 kantoor

Voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch, softwarematig, ontwerptechnisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen functie.

1.61 maatschappelijk

voorzieningen gericht op onderwijs en zaalsport, gezondheids- en welzijnszorg, levensbeschouwelijke functies, politieke-, belangen- en ideële organisaties/verenigingen en hobbyclubs, openbare dienstverlening en andere vergelijkbare functies.

1.62 normaal onderhoud, gebruik en beheer

Gebruik gericht op het in zodanige conditie houden van objecten of de terreingesteldheid dat het voortbestaan van deze objecten of de terreingesteldheid op ten minste het bestaande kwaliteitsniveau wordt gehouden. Onder normaal onderhoud, gebruik en beheer wordt ook dunning van beplanting begrepen

1.63 nutsbedrijven

Bedrijven die uitsluitend of in hoofdzaak zijn gericht op

  • a. de levering van elektriciteit, gas, water en warmte;
  • b. de verzorging van telecommunicatie;
  • c. de afvoer en verwerking van afvalstoffen;
1.64 omgevingsplanactiviteit gemeentelijk monument

het slopen, verstoren, verplaatsen, wijzigen of onthouden van noodzakelijk onderhoud van een gemeentelijk monument of een voorbeschermd gemeentelijk monument, of het herstellen of gebruiken daarvan waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht.

1.65 onderbouw

Een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1,20 meter boven peil is gelegen.

1.66 ondergeschikte horeca

Een horecavoorziening welke dient ter ondersteuning van de hoofdactiviteit en daar onderdeel van uitmaakt, waarbij de horecavoorziening qua oppervlakte, aard en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt is aan de hoofdactiviteit, de horecavoorziening uitsluitend te bereiken is via de entree van de hoofdactiviteit en de openingstijden van de horecavoorziening niet afwijken van de openingstijden van de hoofdactiviteit, zoals een kantine of restaurant/café.

1.67 onderwijs

Georganiseerde communicatie van niet-incidentele aard met als doel overdracht van kennis, vermeerdering van inzicht en/of aanleren van vaardigheden zoals primair en speciaal onderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar (beroeps)onderwijs en educatie, tertiair onderwijs en overig onderwijs en bij onderwijs behorende sportvoorzieningen.

1.68 leisure

Voorzieningen ter zake van recreatie en ontspanning hoofdzakelijk binnen gebouwen, zoals bowling-, snooker- en biljartcentra, speel- en vermaaksvoorzieningen, sauna's, ballet-, dans- en sportscholen, bioscopen en daarmee naar hun aard vergelijkbare voorzieningen, met bijbehorende kantinevoorzieningen uitsluitend als ondergeschikte nevenactiviteit;
Onder deze voorzieningen zijn in ieder geval niet begrepen seksinrichtingen en daarmee naar hun aard vergelijkbare voorzieningen.

1.69 onzelfstandige wooneenheid

Een onzelfstandig gedeelte van een gebouw bedoeld voor de huisvesting van één huishouden.
Kenmerkend voor de wooneenheid is het gezamenlijk gebruik (met andere wooneenheden) van een toiletruimte, badruimte en/of een keuken. Een wooneenheid kan uit meerdere ruimten bestaan.

1.70 openbare dienstverlening
  • openbaar bestuur en overheidsdiensten zoals een politiebureau, gemeentehuis, gerechtsgebouw, brandweerkazerne, bibliotheek en penitentiaire inrichting;
  • uitvaartverzorging, crematoria en begraafplaatsen.
1.71 overig bouwwerk

Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.

1.72 pand

De kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig- constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.

1.73 peil
  • 1. voor een gebouw , waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of pad grenst: de hoogte van die weg of dat pad ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • 2. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • 3. voor een ander bouwwerk: de hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse bij voltooiing van de bouw.
  • 4. voor zover als zodanig aangegeven in de regels: Normaal Amsterdams Peil (N.A.P.)
1.74 productiegebonden detailhandel

detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd of toegepast in het productieproces, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie.

1.75 prostitutie

Het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.76 prostitué(e)

Degene, die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.77 raamprostitutie

Een vorm van prostitutie waarbij de werving van klanten geschiedt door een prostitué(e) die door houding, gebaren, kleding of anderszins, vanuit een vitrine de aandacht op zich vestigt en waarbij de seksuele handelingen in een voor het publiek besloten ruimte plaatsvinden.

1.78 seksinrichting

Een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte (hieronder wordt mede begrepen een voer- of vaartuig) waarin bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van pornografische aard plaatsvinden.
Onder seksinrichtingen wordt in elk geval verstaan een (raam)prostitutiebedrijf, een seksclub, een privé-huis, een erotische massagesalon, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater of parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.79 stadswinkel

Een gebouw of een ruimte in een gebouw, met een bedrijfsvloeroppervlak van maximaal 500 m2 voor zover in de regels geen ander maximumoppervlak is gegeven, dat door zijn inrichting kennelijk bedoeld is voor detailhandel in (hoofdzakelijk) een grote verscheidenheid aan levensmiddelen, voornamelijk door middel van zelfbediening, in combinatie met consumptie ter plaatse en - in verband met de detailhandelsfunctie en als nevenactiviteit van ondergeschikt belang de bezorging van levensmiddelen.

1.80 straatmeubilair

Onverminderd het bepaalde in bijlage II van het Besluit omgevingsrecht wordt onder straatmeubilair voor de werking van dit omgevingsplan mede verstaan: papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen; kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, alsmede abri's en kleinschalige bouwwerken ten behoeve van (openbare) nutsvoorzieningen.

1.81 thuisprostitutie

Vorm van prostitutie waarbij de seksuele dienstverlening plaatsvindt op het woonadres van de prostituté(e) en waarbij ook alleen door deze prostitué(e) op dit adres gewerkt wordt als prostitué(e).

1.82 vegetatiedak

Een dakbedekking waarop een laag is aangebracht die hoofdzakelijk bestaat uit aarde, levende planten, zoals sedum, mos of vergelijkbare vegetatie.

1.83 verkameren

Het gebruiken van een (gedeelte van een) gebouw waar wonen is toegestaan voor kamergewijze bewoning. Hieronder wordt tevens verstaan het toevoegen van onzelfstandige wooneenheden aan bestaande gevallen van kamergewijze bewoning.

1.84 vestigingsbeleid

Het beleid neergelegd in de nota 'van Rood naar Groen' (vastgesteld 26 juni 2000).

1.85 volumineuze detailhandel

detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstraling, zoals de verkoop van tuininrichtingsartikelen, meubelen, keukens, sanitair, (elektrische) fietsen, bromfietsen en scooters.

1.86 werken, werkzaamheden van geringe omvang

Werken of werkzaamheden die geen wezenlijke verandering van de terreingesteldheid of van een inrichting tot gevolg hebben.

1.87 werkplek

Een plaats, waar één prostitué(e) zijn of haar werk verricht.

1.88 wijk

Wijk, zoals gehanteerd wordt in de indeling van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

1.89 winkel

Een ruimte of bij elkaar behorende ruimten, die bestemd zijn voor de uitoefening van detailhandel, met inbegrip van bijbehorende magazijnruimte of werkruimte.

1.90 wonen

Voor de werking van dit omgevingsplan wordt onder wonen mede geval begrepen bijzondere woonvormen en bed and breakfast met ten hoogste vier slaapplaatsen;

1.91 woning

Een complex van ruimten, bedoeld voor de huisvesting van één huishouding, een bijzondere woonvorm of een kamerverhuurbedrijf.

1.92 woonwagen

Voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.93 woonwagenstandplaats

Een kavel, waarop nutsvoorzieningen aanwezig zijn, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen.

1.94 zelfstandige woning

Een zelfstandig (gedeelte van een) gebouw, dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Kenmerkend voor de woning is de aanwezigheid van eigen voorzieningen, waaronder minimaal een
toiletruimte, badruimte en een keuken met kooktoestel.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten

2.1 de dakhelling

Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de bovenste goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, liftopbouwen en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

Hoofdstuk 2 Functies

Artikel 3 Cultuurgebied

3.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie Cultuurgebied zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in Hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in Hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in de hoofdstukken 5 tot en met 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 4 Gemengd gebied

4.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie Gemengd gebied zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in Hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in Hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in de hoofdstukken 5 tot en met 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 5 Groengebied

5.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie Groengebied zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in Hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in de hoofdstukken 5 tot en met 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 6 Kantoorgebied

6.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie Kantoorgebied zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in Hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in Hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in de hoofdstukken 5 tot en met 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 7 Kernwinkelgebied

7.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie Kernwinkelgebied zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in Hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in Hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in de hoofdstukken 5 tot en met 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 8 Maatschappelijk

8.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie Maatschappelijk zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in Hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in Hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in de hoofdstukken 5 tot en met 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 9 Openbaar gebied

9.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie Openbaar gebied zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in Hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in Hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in de hoofdstukken 5 en 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 10 Oppervlaktewater

10.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie 'Oppervlaktewater' zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in hoofdstuk 5 tot en met 9 voor de verschillende activiteiten gegeven regels.

Artikel 11 Parkgebied

11.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie Parkgebied zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in Hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in Hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in de hoofdstukken5 tot en met 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 12 Spoorgebied

12.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie 'Spoorgebied' zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in de hoofdstukken 5 tot en met 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 13 Stadscentrum

13.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie Stadscentrum zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in Hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in Hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in de hoofdstukken 5 en 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 14 Tuin

14.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie Tuin zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in Hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in Hoofdstuk 3 genoemde waarden en de in de hoofdstukken 5 tot en met 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Artikel 15 Woongebied

15.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de functie Woongebied zijn uitsluitend de op de verbeelding aangeduide en in hoofdstuk 4 nader omschreven activiteiten toegestaan, met inachtneming van de in hoofdstuk 2 genoemde genoemde waarden en de in de hoofdstukken 5 en 9 voor de afzonderlijke activiteiten gegeven regels.

Hoofdstuk 3 Waarden

Artikel 16 Waarde - Archeologie - Verwachting

16.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde-Archeologie-Verwachting' hebben een Archeologische verwachtingswaarde.
  • 2. Deze waarde is gericht op de bescherming en veiligstelling van de aanwezige archeologische waarde.
  • 3. Voor de gronden met een archeologische verwachting gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 17 Waarde - Archeologie - Waardevol gebied

17.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde-Archeologie-Waardevolg gebied' zijn archeologisch waardevol.
  • 2. Deze waarde is gericht op het bescherming en veiligstelling van archeologische waarden in een archeologisch waardevol gebied met bekende archeologische vindplaatsen.
  • 3. Voor de gronden met een archeologisch waardevolg gebied gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 18 Waarde - Bomenrij

18.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Bomenrij' bevindt zich een waardevolle bomenrij.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud, herstel en de versterking van de op de gronden voorkomende bomen die onderdeel uitmaken van een structurerende bomenlaan.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor werken en werkzaamheden.

Artikel 19 Waarde - Boom

19.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Boom' bevindt zich een waardevolle boom.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud en herstel van de op deze gronden voorkomende bomen.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 20 Waarde - Gemeentelijk beschermd stadsgezicht - Binnenstad en singels

20.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde - Gemeentelijk beschermd stadsgezicht - Binnenstad en singels' zijn aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsgezicht.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende architectonische, stedenbouwkundige en groene kwaliteiten van het gemeentelijk beschermd stadsgezicht.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 21 Waarde - Gemeentelijk monument

21.1 Doelstelling

De 'Waarde gemeentelijk beschermd monument' is gericht op het behoud van (cultuurhistorische en monumentale waarden van) de in het plangebied als 'gemeentelijk beschermd monument' aangewezen gebouwen, andere bouwwerken en gronden.

Artikel 22 Waarde - Geomorfologie

22.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Geomorfologie' hebben de gebieden geomorfologische waarde.
  • 2. Deze waarde is gericht op bescherming en instandhouding van de aanwezige leemlagen en de doorstroming van beken.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 23 Waarde - Landschap en natuur

23.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden ter plaatse van de aanduiding 'Waarde - Landschap en natuur' hebben een landschappelijke en natuurwaarde.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke-, ecologische-, cultuurhistorische- en natuurwaarden.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden mogelijk aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden

Artikel 24 Waarde - Rijksmonument

24.1 Doelstelling

De 'Waarde Rijksmonument' is gericht op het behoud van (cultuurhistorische en monumentale waarden van) de in het plangebied als 'rijks beschermd monument' aangewezen gebouwen, andere bouwwerken en gronden.

24.2 Toepassingsbereik

Voor deze gronden geldt het bepaalde in artikel 2, lid 1 onder f. van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel zoals deze regeling komt te luiden in de Omgevingswet na inwerkingtreding daarvan.

Artikel 25 Waarde - Rioolleiding

25.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Rioolleiding' bevindt zich een rioolleiding.
  • 2. Deze waarde is gericht op het beschermen van de rioolleiding.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 26 Waarde - Tuin

26.1 Doelstelling
  • 1. De gebieden met de aanduiding 'Waarde-Tuin' hebben een waarde als tuin.
  • 2. Deze waarde is gericht op bescherming van:
  • a. het groene karakter van de bestaande waardevolle groenelementen;
  • b. de cultuurhistorische waarde;
  • c. de mogelijkheden voor waterberging.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 27 Waarde - Waterkering

27.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Waterkering' bevindt zich een waterkering.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud en de bescherming van de in het plangebied aanwezige waterstaatkundige functies.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.
27.2 Voorrangsbepaling

Indien strijd ontstaat tussen het belang zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel en het bepaalde in de overige artikelen prevaleert de 'Waarde - Waterkering'.

Artikel 28 Waarde- Waterloop

28.1 Doelstelling
  • 1. Ter plaatse van de gebieden met de aanduiding ''Waarde - Waterloop' bevindt zich een waterloop.
  • 2. Deze waarde is gericht op het behoud en herstel van de drinkwatervoorziening waaronder begrepen de winning van drinkwater.
  • 3. Voor de gronden met deze waarde gelden aanvullende regels voor bouwen en voor werken en werkzaamheden.

Artikel 29 Waarde - Welstand zwaar in afwijking van de Welstandsnota

29.1 Doelstelling

De 'Waarde - Welstand zwaar in afwijking van de Welstandsnota' is gericht op de bescherming van de in het plangebied aanwezige waarden op het vlak van architectonische en ruimtelijke kwaliteit, vorm- en kleurgeving van bouwwerken en inpassing daarvan in de omgeving.

Hoofdstuk 4 Activiteiten

Artikel 30 Algemene regels over activiteiten

30.1 Gebruik conform maatvoering

Indien op de verbeelding omgevingsnormen zijn opgenomen, is gebruik uitsluitend toegestaan met inachtneming van deze normen.

30.2 Bijbehorende activiteiten

De volgende activiteiten zijn in het gehele plangebied toegestaan:

  • 1. groen en watervoorzieningen;
  • 2. overige voorzieningen en bijbehorende activiteiten, die qua aard, oppervlakte en ruimtelijke uitstraling ondergeschikt zijn aan de hoofdactiviteit, zoals fitnessvoorzieningen en kinderopvang ten behoeve van de hoofdactiviteit. Hieronder worden geen ondergeschikte horeca, niet zijnde bedrijfskantines, en detailhandel verstaan.
  • 3. voor parkeren geldt dat dit uitsluitend is toegestaan als bijbehorende activiteit indien:
    • a. dit binnen de gronden met 'Waarde Landschap en Natuur' of 'Waarde - Tuin' als dit expliciet is aangegeven;
    • b. op andere gronden indien in deze regels geen beperkingen gelden ten aanzien van parkeren.

Artikel 31 Activiteit aannemersbedrijf

31.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-Activiteit aannemersbedrijf' is een aannemersbedrijf toegestaan.

Artikel 32 Activiteit ambachtelijke bedrijven

32.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone Activiteit ambachtelijke bedrijven' is een ambachtelijk bedrijf toegestaan.

Artikel 33 Activiteit ambachtelijke bedrijven begane grond

33.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone Activiteit ambachtelijke bedrijven begane grond' is een ambachtelijk bedrijf op de begane grond toegestaan.

Artikel 34 Activiteit ambulante handel

34.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit ambulante handel' is ambulante handel toegestaan.

Artikel 35 Activiteit bedrijf geschikt voor functiemenging

35.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit bedrijf geschikt voor functiemenging' zijn de volgende bedrijfsmatige activiteiten geschikt voor functiemenging toegestaan:

  • a. het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen;
  • b. verhuur, opslag en distributie van goederen;
  • c. bouwnijverheid, hoveniersbedrijven of daarmee vergelijkbare bedrijven;
  • d. onderzoek en ingenieursbedrijven;
  • e. groothandel.
35.2 Verboden activiteiten

In afwijking van het bepaalde in lid 35.1 zijn de volgende bedrijven niet toegestaan:

  • a. distributiecentra;
  • b. agrarische bedrijven.
35.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  • 1. Tot een met de omgeving strijdig gebruik worden in ieder geval gerekend:
    • a. activiteiten die op grond van artikel 2.1 lid 2 van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als vergunningplichtige inrichting;
    • b. nieuwe activiteiten die genoemd zijn in onderdeel C en onderdeel D van de bijlage behorende bij het Besluit milieueffectrapportage, in de gevallen als genoemd in kolom 2 van die onderdelen,
    • c. activiteiten die op grond van in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als categorieën inrichtingen als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken,
    • d. activiteiten, waarvan de in het Activiteitenbesluit met betrekking tot die activiteiten voorgeschreven afstanden tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, reiken tot gronden waar kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zijn gelegen of op grond van het omgevingsplan zijn toegestaan.
  • 2. het gebruik van een bedrijf geschikt voor functiemenging mag niet leiden tot geluid-, geur-, stof- of trillinghinder buiten dat bedrijf, met dien verstande dat:
    • a. het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en het maximaal geluidsniveau veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, de niveaus op de in dit lid opgenomen tabel genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden, waarbij in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur de in de tabel opgenomen maximale geluidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.886-0301_0030.png"

Tabel 2. Geluidsnormen

      • 1. de in tabel 2 genoemde waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, gelden slechts in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten.
      • 2. het bepalen van de langtijdgemiddelde beoordelignsniveaus en de maximale geluidsniveaus worden uitgevoerd door middel van metingen of berekeningen overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.
    • a. trillingen, veroorzaakt door de tot de inrichting behorende installaties of toestellen alsmede de tot de inrichting toe te rekenen werkzaamheden of andere activiteiten, in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten, niet meer bedragen dan de trillingsterkte, die worden bepaalde aan de hand van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en de maximale geluidniveaus door middel van metingen of berekeningen welke worden uitgevoerd overeenkomstig de Handleiding
    • b. de aangegeven geluid- en trillingwaarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden, indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid uitvoeren of doen uitvoeren van geluids- of trillingmetingen;
    • c. de aangegeven geluid- en trillingwaarden niet gelden voor woningen behorende bij de betreffende inrichting;
    • d. indien er binnen een afstand van 10 meter van de grens van het bedrijf geen gevoelige gebouwen zijn toegestaan, geldt dat op een afstand van 10 meter van de grens van het bedrijf wordt voldaan aan de genoemde normen voor geluid en trillingen;
    • e. De normen voor geluid en trillingen niet van toepassing zijn op incidentele bedrijfssituaties als bedoeld in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.
35.4 Afwijken gebruiksregels door maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit

Voor de toepassing van de normen voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau of het maximale geluidsniveau op de gevel van gevoelige gebouwen in lid 2 van dit artikel opgenomen tabel kan van maximaal 5 dB(A) hogere waarden worden uitgegaan, voor zover daarvoor een maatwerkvoorschrift is vastgesteld.

Artikel 36 Activiteit bedrijf geschikt voor functiemenging begane grond

36.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit bedrijf geschikt voor functiemenging begane grond' zijn de volgende bedrijfsmatige activiteiten geschikt voor functiemenging toegestaan op de begane grond:

  • a. het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen;
  • b. verhuur, opslag en distributie van goederen;
  • c. bouwnijverheid, hoveniersbedrijven of daarmee vergelijkbare bedrijven;
  • d. onderzoek en ingenieursbedrijven;
  • e. groothandel.
36.2 Verboden activiteiten

In afwijking van het bepaalde in lid 36.1 zijn de volgende bedrijven niet toegestaan:

  • a. distributiecentra;
  • b. agrarische bedrijven.
36.3 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  • 1. Tot een met de bestemming strijdig gebruik worden in ieder geval gerekend:
    • a. activiteiten die op grond van artikel 2.1 lid 2 van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als vergunningplichtige inrichting;
    • b. nieuwe activiteiten die genoemd zijn in onderdeel C en onderdeel D van de bijlage behorende bij het Besluit milieueffectrapportage, in de gevallen als genoemd in kolom 2 van die onderdelen,
    • c. activiteiten die op grond van in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht zijn aangewezen als categorieën inrichtingen als bedoeld in artikel 41, derde lid, van de Wet geluidhinder, die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken,
    • d. activiteiten, waarvan de in het Activiteitenbesluit met betrekking tot die activiteiten voorgeschreven afstanden tot kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, reiken tot gronden waar kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten zijn gelegen of op grond van het bestemmingsplan zijn toegestaan.
  • 2. het gebruik van een bedrijf geschikt voor functiemenging mag niet leiden tot geluid-, geur-, stof- of trillinghinder buiten dat bedrijf, met dien verstande dat:
    • a. het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau en het maximaal geluidsniveau veroorzaakt door de in de inrichting aanwezige installaties en toestellen, alsmede door de in de inrichting verrichte werkzaamheden en activiteiten en laad- en losactiviteiten ten behoeve van en in de onmiddellijke nabijheid van de inrichting, de niveaus op de in dit lid opgenomen tabel genoemde plaatsen en tijdstippen niet meer bedragen dan de in die tabel aangegeven waarden, waarbij in de periode tussen 07.00 en 19.00 uur de in de tabel opgenomen maximale geluidsniveaus LAmax niet van toepassing zijn op laad- en losactiviteiten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0202.886-0301_0030.png"

Tabel 2. Geluidsnormen

      • 1. de in tabel 2 genoemde waarden in in- en aanpandige gevoelige gebouwen, gelden slechts in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten.
      • 2. het bepalen van de langtijdgemiddelde beoordelignsniveaus en de maximale geluidsniveaus worden uitgevoerd door middel van metingen of berekeningen overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.
    • a. trillingen, veroorzaakt door de tot de inrichting behorende installaties of toestellen alsmede de tot de inrichting toe te rekenen werkzaamheden of andere activiteiten, in geluidsgevoelige ruimten en verblijfsruimten, niet meer bedragen dan de trillingsterkte, die worden bepaalde aan de hand van de langtijdgemiddelde beoordelingsniveaus en de maximale geluidniveaus door middel van metingen of berekeningen welke worden uitgevoerd overeenkomstig de Handleiding
    • b. de aangegeven geluid- en trillingwaarden binnen in- of aanpandige gevoelige gebouwen niet gelden, indien de gebruiker van deze gevoelige gebouwen geen toestemming geeft voor het in redelijkheid itvoeren of doen uitvoeren van geluids- of trillingmetingen;
    • c. de aangegeven geluid- en trillingwaarden niet gelden voor woningen behorende bij de betreffende inrichting;
    • d. indien er binnen een afstand van 10 meter van de grens van het bedrijf geen gevoelige gebouwen zijn toegestaan, geldt dat op een afstand van 10 meter van de grens van het bedrijf wordt voldaan aan de genoemde normen voor geluid en trillingen;
    • e. De normen voor geluid en trillingen niet van toepassing zijn op incidentele bedrijfssituaties als bedoeld in de Handleiding meten en rekenen industrielawaai.
36.4 Afwijken gebruiksregels door maatwerkvoorschriften Activiteitenbesluit

Voor de toepassing van de normen voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau of het maximale geluidsniveau op de gevel van gevoelige gebouwen in lid 2 van dit artikel opgenomen tabel kan van maximaal 5 dB(A) hogere waarden worden uitgegaan, voor zover daarvoor een maatwerkvoorschrift is vastgesteld.

Artikel 37 Activiteit bedrijven creatieve sector

37.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit bedrijven creatieve sector' zijn bedrijven creatieve sector toegestaan.

Artikel 38 Activiteit bedrijven creatieve sector begane grond

38.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit bedrijven creatieve sector begane grond' zijn bedrijven creatieve sector op de begane grond toegestaan.

Artikel 39 Activiteit bestaande flitsbezorgdiensten

39.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'activiteit bestaande flitsbezorgdiensten' zijn de bestaande flitsbezorgdiensten toegestaan.

39.2 Uitsterfregeling flitsbezorgdiensten

Het gebruik van de gronden als flitsbezorgdienst, als bedoeld in lid 39.1 mag niet worden hervat indien dit gebruik gedurende een onafgebroken periode van ten minste één jaar gestaakt is geweest.

Artikel 40 Activiteit bioscoop

40.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Activiteit bioscoop' zijn bioscopen en filmtheaters toegestaan.

Artikel 41 Activiteit cultuur

41.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Activiteit cultuur' zijn toestaan:

  • a. culturele voorzieningen, zoals een (muziek)theater en schouwburg, waaronder mede begrepen congresfaciliteiten;
  • b. ondergeschikte horeca.

Artikel 42 Activiteit cultuur begane grond

42.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Activiteit cultuur begane grond' zijn toestaan op de begane grond:

  • a. culturele voorzieningen, zoals een (muziek)theater en schouwburg, waaronder mede begrepen congresfaciliteiten;
  • b. ondergeschikte horeca.

Artikel 43 Activiteit detailhandel - exclusief supermarkt

43.1 Toegelaten activiteiten
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Activiteit detailhandel - exclusief supermarkt' is detailhandel toegestaan met dien verstande dat detailhandel op de verdiepingen uitsluitend is toegestaan waar dit op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan aanwezig is;
  • b. Op deze gronden zijn supermarkten niet toegestaan.

Artikel 44 Activiteit detailhandel - inclusief supermarkt

44.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Activiteit detailhandel -inclusief supermarkt'' is detailhandel inclusief supermarkt toegestaan met dien verstande dat detailhandel op de verdiepingen uitsluitend is toegestaan waar dit op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan aanwezig is.

Artikel 45 Activiteit detailhandel begane grond - exclusief supermarkt

45.1 Toegelaten activiteiten
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - Activiteit detailhandel begane grond - exclusief supermarkt' is detailhandel op de begane grond toegestaan;
  • b. Op deze gronden zijn supermarkten niet toegestaan.

Artikel 46 Activiteit detailhandel begane grond - inclusief supermarkt

46.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit detailhandel- inclusief supermarkt' is detailhandel op de begane grond toegestaan met inbegrip van supermarkten.

Artikel 47 Activiteit dienstverlening

47.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit dienstverlening' zijn dienstverlenende bedrijven toegestaan.

Artikel 48 Activiteit dienstverlening begane grond

48.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit dienstverlening' zijn dienstverlenende bedrijven op de begane grond toegestaan.

Artikel 49 Activiteit evenement

49.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit evenement' zijn evenementen toegestaan.

Artikel 50 Activiteit filmtheater

50.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-Activiteit filmtheater' is een filmtheater toegestaan.

 

Artikel 51 Activiteit garagebedrijf

51.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit garagebedrijf' is een garagebedrijf toegestaan.

Artikel 52 Activiteit garagebox

52.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit garagebox' zijn voorzieningen ten behoeve van autostalling of de opslag van goederen ten behoeve van het wonen toegestaan.

Artikel 53 Activiteit gebouwde parkeervoorziening

53.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit gebouwde parkeervoorziening' is het parkeren in parkeergarages toegestaan.

Artikel 54 Activiteit gemeentelijk monument

54.1 Toepassingsbereik
  • a. De regels in dit artikel zijn van toepassing op omgevingsplanactiviteiten met betrekking tot gemeentelijk monumenten op de gronden binnen de aanduiding 'overige zone-activiteit gemeentelijk monument'.
  • b. Voor het plangebied van dit omgevingsplan blijven de artikelen 12 tot en met 16 van de Erfgoedverordening gemeente Arnhem 2017 buiten toepassing.
  • c. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing op monumentenactiviteiten met betrekking tot Rijksmonumenten, zoals bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet. Hiervoor geldt artikel 2, lid 1 onder f. van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht dan wel zoals deze regeling komt te luiden in de Omgevingswet na inwerkingtreding daarvan.
54.2 Specifieke zorgplicht

Degene die een activiteit zoals bedoeld in lid 54.3 of een omgevingsplanactiviteit gemeentelijk monument verricht en weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat die activiteit kan leiden tot het beschadigen of vernielen van een gemeentelijk monument, is verplicht alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van diegene kunnen worden gevraagd om deze beschadiging of vernieling te voorkomen.

54.3 Toegelaten activiteiten

De volgende activiteiten met betrekking tot gemeentelijk monumenten zijn toegestaan:

  • a. noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden die zijn gericht op het behoud van de monumentale waarden, mits detaillering, profilering, vormgeving, materiaalsoort en kleur niet worden gewijzigd en voor zover de aanleg van een tuin, park of andere aanleg niet wijzigt;
  • b. inpandige wijzigingen van een onderdeel van het gemeentelijk monument, voor zover het een onderdeel daarvan betreft dat vanuit het oogpunt van monumentenzorg zonder betekenis is.

Artikel 55 Activiteit gezondheids- en welzijnszorg

55.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit gezondheids- en welzijnszorg' zijn toegestaan:

  • a. gezondheids- en welzijnszorg en daarmee te vergelijken activiteiten, alsmede;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 56 Activiteit gezondheids- en welzijnszorg begane grond

56.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit gezondheids- en welzijnszorg begane grond' zijn toegestaan:

  • a. gezondheids- en welzijnszorg en daarmee te vergelijken activiteiten, alsmede;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 57 Activiteit gezondheids- en welzijnszorg niet - geluidgevoelig

57.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit gezondheids- en welzijnszorg niet - geluidgevoelig' zijn toegestaan:

  • a. gezondheids- en welzijnszorg en daarmee te vergelijken activiteiten voor zover hier geen sprake is van onderwijsgebouwen, ziekenhuizen en verpleeghuizen, verzorgingstehuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 58 Activiteit groen

58.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit groen' zijn activiteiten toegestaan met betrekking tot:

  • a. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van aanwezige groenvoorzieningen;
  • b. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van watergangen, waterpartijen, waterinfiltratievoorzieningen en andere voorzieningen voor de waterhuishouding
  • c. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van fiets- en wandelpaden, straatmeubilair en speelvoorzieningen.

Artikel 59 Activiteit historische kelders

59.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit historische kelders' zijn beneden peil evenementen toegestaan.

Artikel 60 Activiteit horeca van categorie 1

60.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit horeca van categorie 1' zijn horecabedrijven van categorie horeca - 1 toegestaan.

Artikel 61 Activiteit horeca van categorie 1 begane grond

61.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit horeca van categorie 1 begane grond' zijn op de begane grond horecabedrijven in de categorie horeca - 1 toegestaan.

Artikel 62 Activiteit horeca van categorie 2

62.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit horeca van categorie 2' zijn horecabedrijven van categorie horeca - 2 toegestaan.

Artikel 63 Activiteit horeca van categorie 2 begane grond

63.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit horeca van categorie 2 begane grond' zijn op de begane grond horecabedrijven van categorie horeca - 2 toegestaan.

Artikel 64 Activiteit horeca van categorie 3

64.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit horeca van categorie 3' zijn horecabedrijven van categorie horeca - 3 toegestaan.

Artikel 65 Activiteit horeca van categorie 3 begane grond

65.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - 'activiteit horeca van categorie 3' zijn op de begane grond horecabedrijven van categorie horeca - 3 toegestaan.

Artikel 66 Activiteit horeca van categorie 4

66.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - 'activiteit horeca van categorie 4' zijn horecabedrijven van categorie horeca - 4 toegestaan.

Artikel 67 Activiteit horeca van categorie 4 begane grond

67.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - 'activiteit horeca van categorie 4' zijn op de begane grond horecabedrijven van categorie horeca - 4 toegestaan.

Artikel 68 Activiteit horeca van categorie 5

68.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - 'activiteit horeca van categorie 5' zijn horecabedrijven van categorie horeca - 5 toegestaan.

Artikel 69 Activiteit horeca van categorie 5 begane grond

69.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - 'activiteit horeca van categorie 5' zijn op de begane grond horecabedrijven van categorie horeca - 5 toegestaan.

Artikel 70 Activiteit horeca van categorie 6

70.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - 'activiteit horeca van categorie 6' zijn horecabedrijven van categorie horeca - 6 toegestaan.

Artikel 71 Activiteit horecabedrijven Varkensstraat

71.1 Toegelaten activiteiten
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit horecabedrijven Varkensstraat' zijn uitsluitend de horecabedrijven in de categorie 2 en 4 toegestaan zoals aangegeven in artikel 1 lid 1.54 horecabedrijven Varkensstraat;
  • b. Het gebruik van de bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit horecabedrijven - Varkensstraat' als horecabedrijf in de categorie 2 en 4, zoals bedoeld onder a. mag niet worden hervat indien dit gebruik gedurende een onafgebroken periode van ten minste één jaar gestaakt is geweest.

Artikel 72 Activiteit kantoor

72.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit kantoor' zijn kantoorvoorzieningen toegestaan.

Artikel 73 Activiteit kantoor op verdieping

73.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit kantoor op verdieping' zijn uitsluitend op de boven de beganegrondverdieping gelegen verdiepingen kantoorvoorzieningen toegestaan.

Artikel 74 Activiteit leisure

74.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit leisure' is leisure toegestaan.

Artikel 75 Activiteit levensbeschouwing

75.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit levensbeschouwing' zijn toegestaan:

  • a. instellingen en organisaties op levensbeschouwelijk en religieus gebied en daarmee te vergelijken activiteiten;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 76 Activiteit levensbeschouwing begane grond

76.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit levensbeschouwing begane grond' zijn op de begane grond toegestaan:

  • a. instellingen en organisaties op levensbeschouwelijk en religieus gebied en daarmee te vergelijken activiteiten;
  • b. ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel, uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 77 Activiteit maatschappelijke organisaties

77.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit maatschappelijke organisaties' zijn toegestaan:

  • a. politieke-, belangen- en ideële organisaties/ verenigingen en hobbyclubs en de daarmee te vergelijken activiteiten toegestaan;
  • b. en ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 78 Activiteit maatschappelijke organisaties begane grond

78.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit maatschappelijke organisaties begane grond' zijn op de begane grond toegestaan:

  • a. politieke-, belangen- en ideële organisaties/ verenigingen en hobbyclubs en de daarmee te vergelijken activiteiten toegestaan;
  • b. en ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van bovengenoemde activiteiten.

Artikel 79 Activiteit nutsvoorziening

79.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit nutsvoorziening' zijn nutsbedrijven of soortelijke instellingen toegestaan.

Artikel 80 Activiteit onderwijs en educatie

80.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit onderwijs en educatie' zijn toegestaan:

  • a. onderwijs- en educatieve voorzieningen, daarmee te vergelijken activiteiten en de daarbij behorende sportvoorzieningen toegestaan.
  • b. en ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van de bovengenoemde activiteiten.

Artikel 81 Activiteit onderwijs en educatie begane grond

81.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit onderwijs en educatie begane grond' zijn op de begane grond toegestaan:

  • a. onderwijs- en educatieve voorzieningen, daarmee te vergelijken activiteiten en de daarbij behorende sportvoorzieningen toegestaan.
  • b. en ondergeschikte kleinschalige horeca en detailhandel uitsluitend ten dienste van de bovengenoemde activiteiten.

Artikel 82 Activiteit ontspanning

82.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit ontspanning' zijn voorzieningen gericht op ontspanning toegestaan.

Artikel 83 Activiteit ontspanning begane grond

83.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit ontspanning begane grond ' zijn op de begane grond voorzieningen gericht op ontspanning toegestaan.

Artikel 84 Activiteit openbaar vervoersstation

84.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit openbaar vervoersstation' aangewezen locaties zijn voorzieningen toegestaan ten behoeve van een spoorwegstation en een busstation, waaronder in ieder geval begrepen:

  • a. overkappingen;
  • b. fietsenstallingen;
  • c. wachtruimten;
  • d. kunstwerken;
  • e. informatievoorzieningen;
  • f. technische installaties;
  • g. luifels;
  • h. stijgpunten;
  • i. toegangsgebouwen en trappartijen;
  • j. een ondergrondse parkeergarage;

Artikel 85 Activiteit openbare dienstverlening

85.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit openbare dienstverlening' is toegestaan:

  • a. openbare dienstverlening en daarmee te vergelijken activiteiten;
  • b. en kleinschalige horeca en detailhandel ondergeschikt aan en uitsluitend ten dienste van de onder a. genoemde activiteiten.

Artikel 86 Activiteit openbare dienstverlening begane grond

86.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - activiteit openbare dienstverlening begane grond' is toegestaan:

  • a. openbare dienstverlening en daarmee te vergelijken activiteiten;
  • b. en kleinschalige horeca en detailhandel ondergeschikt aan en uitsluitend ten dienste van de onder a. genoemde activiteiten.

Artikel 87 Activiteit park

87.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit park' zijn activiteiten toegestaan met betrekking tot:

  • a. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van groen- en park voorzieningen;
  • b. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van fiets- en wandelpaden, straatmeubilair en speelvoorzieningen.
87.2 Verboden activiteiten
  • a. Onder gebruik in strijd met het omgevingsplan, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden:
    • 1. als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
    • 2. voor het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
    • 3. voor het opstellen, opslaan, lozen c.q. storten, al dan niet ten verkoop, van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines.
  • b. De in dit lid onder a. genoemde gebruiksvormen zijn niet verboden, indien en voorzover deze onlosmakelijk verbonden zijn met werken en werkzaamheden, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

Artikel 88 Activiteit railverkeer

88.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit railverkeer' aangewezen gronden zijn de volgende activiteiten toegestaan:

  • a. personen- en goederenvervoer per spoor met de daarbij behorende technische en administratieve voorzieningen, zoals bouwwerken voor energievoorziening ten behoeve van het treinverkeer en wacht- en werkruimtes voor het spoorwegpersoneel;
  • b. stations;
  • c. (on)gelijkvloerse kruisingen, over- en onderbouwingen ten behoeve van weg- en waterverkeer;
  • d. geluidwerende voorzieningen;
  • e. onderdoorgangen, alsmede toegangen tot ondergrondse voorzieningen ten behoeve van direct aangrenzende functies.

Artikel 89 Activiteit rioolleiding

89.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit rioolleiding' is een rioolleiding toegestaan.

Artikel 90 Activiteit sauna

90.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit sauna' is een sauna toegestaan, waarbij tevens op de eerste verdieping een tv-/videoruimte en op de tweede verdieping relaxruimten zijn toegelaten.

Artikel 91 Activiteit sportschool

91.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-sportschool' zijn voorzieningen voor fitness- en conditietraining toegestaan.

Artikel 92 Activiteit sportschool begane grond

92.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-sportschool begane grond' zijn voorzieningen voor fitness- en conditietraining toegestaan op de begane grond.

Artikel 93 Activiteit stadswinkel

93.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit stadswinkel' is detailhandel in de vorm van een stadswinkel met de daarbij behorende voorzieningen toegestaan.

Artikel 94 Activiteit tuin

94.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-activiteit tuin' is de aanleg, instandhouding en gebruik van een tuin toegestaan.

94.2 Verboden activiteiten
  • a. Onder gebruik van de gronden in strijd met de functie, wordt in ieder geval begrepen gebruik van gronden voor:
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen, tenzij het gaat om een ondergeschikte oppervlakte aan functionele verharding;
    • 2. het gebruik van een tuin voor parkeeractiviteiten.
  • b. De in dit lid onder a. genoemde gebruiksvormen zijn niet verboden, indien en voorzover deze onlosmakelijk verbonden zijn met werken en werkzaamheden, waarvoor een omgevingsvergunning is verleend.

Artikel 95 Activiteit vegetatiedak

95.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'activiteit vegetatiedak' wordt ten behoeve van hemelwaterberging een vegetatiedak in stand gehouden.

Artikel 96 Activiteit verblijfsgebied

96.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit verblijfsgebied' zijn activiteiten met betrekking tot aanleg, bouw, gebruik en instandhouding van de volgende voorzieningen toegestaan:

  • a. ten behoeve van bestemmingsverkeer en verblijfsfuncties;
  • b. voorzieningen voor het openbaar vervoer, zoals busstations;
  • c. terrassen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. onderdoorgangen, alsmede toegangen tot ondergrondse voorzieningen ten behoeve van direct aangrenzende functies of activiteiten.

Artikel 97 Activiteit water

97.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit water' zijn toegestaan:

  • a. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van watergangen met een waterhuishoudkundige of waterstaatkundige functie;
  • b. aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van waterpartijen;
  • c. aanleg, beheer en onderhoud van bermen, beplanting en oevers.

Artikel 98 Activiteit wegverkeer

98.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-activiteit wegverkeer' zijn activiteiten met betrekking tot aanleg, bouw, gebruik en instandhouding van de volgende voorzieningen toegestaan:

  • a. gericht op de afwikkeling van het doorgaande verkeer;
  • b. voorzieningen voor het openbaar vervoer, zoals busstations;
  • c. geluidwerende voorzieningen.

Artikel 99 Activiteit wonen

99.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit wonen' zijn de volgende activiteiten toegelaten:

  • 1. het wonen, hieronder niet begrepen bewoning van woonwagens of woonschepen;
    en daaraan ondergeschikt voor:
  • 2. beroep aan huis
99.2 Specifieke gebruiksregels

Beroep aan huis, waaronder mede begrepen bed and breakfast, is uitsluitend toegelaten tot maximaal 33% van het vloeroppervlakte van de woning, mits:

  • 1. dit door de bewoner wordt uitgeoefend;
  • 2. dit geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse of een onevenredige parkeerdruk tot gevolg heeft en;
  • 3. het geen detailhandel, internetverkoop hiervan uitgezonderd, prostitutie of horeca betreft.
99.3 Verboden activiteiten

Onder gebruik van de locaties en opstallen in strijd met het wonen wordt in elk geval begrepen:

  • a. gebruik als beroeps- of bedrijfsmatige werk- of opslagruimte, anders dan voor beroep aan huis.
  • b. het bewonen, of laten bewonen, van een kamergewijze bewoning door meer dan één persoon per 18m2 gebruiksoppervlakte;
  • c. het verschaffen van kortdurend verblijf van maximaal 3 maanden, te vergelijken met logies, al dan niet als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden aan werknemers in een kamergewijze bewoning;
  • d. het gebruik van bijgebouwen als onzelfstandige wooneenheid in een kamergewijze bewoning.

Artikel 100 Activiteit wonen op verdieping

100.1 Toegelaten activiteiten

Ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - activiteit wonen op verdieping ' zijn de volgende activiteiten op de boven de beganegrondverdieping gelegen verdiepingen toegelaten:

  • 1. het wonen, hieronder niet begrepen bewoning van woonwagens of woonschepen;
    en daaraan ondergeschikt voor:
  • 2. beroep aan huis.
100.2 Specifieke gebruiksregels

Beroep aan huis, waaronder mede begrepen bed and breakfast is uitsluitend toegelaten tot maximaal 33% van het vloeroppervlakte van de woning, mits:

    • a. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse of een onevenredige parkeerdruk;
    • b. het geen detailhandel, internetverkoop hiervan uitgezonderd, prostitutie of horeca betreft.
100.3 Verboden activiteiten

Onder gebruik van de locaties en opstallen in strijd met het wonen wordt in elk geval begrepen:

  • a. gebruik als beroeps- of bedrijfsmatige werk- of opslagruimte, anders dan voor beroep aan huis.
  • b. het bewonen, of laten bewonen, van een kamergewijze bewoning door meer dan één persoon per 18m2 gebruiksoppervlakte;
  • c. het verschaffen van kortdurend verblijf van maximaal 3 maanden, te vergelijken met logies, al dan niet als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden aan werknemers in een kamergewijze bewoning;
  • d. het gebruik van bijgebouwen als onzelfstandige wooneenheid in een kamergewijze bewoning.

Hoofdstuk 5 Bouwen

Artikel 101 Algemene bouwregels

101.1 Bouwen passend binnen functie/activiteit

Bouwwerken mogen uitsluitend worden opgericht, voor zover deze passen binnen de functies dan wel activiteiten zoals omschreven in deze regels.

101.2 Bouwen binnen bouwvlak
  • a. Indien op de verbeelding een bouwvlak is aangegeven mag, behoudens andersluidende bepalingen in deze regels, uitsluitend worden gebouwd binnen dit bouwvlak.
  • b. Indien geen bouwvlak is aangegeven, mag uitsluitend worden gebouwd voor zover daartoe in de betreffende functie- dan wel activiteitenregel uitdrukkelijk mogelijkheden zijn opgenomen.
101.3 Bouwen conform maatvoering
  • a. Indien op de verbeelding ter plaatse van een locatie maatvoeringsaanduidingen zijn opgenomen, mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de ter plaatse van deze locatie gegeven maximum-,minimum-, verplichte dan wel andere maten, zoals bepaald door deze aanduidingen.
  • b. Voor een locatie waar geen maatvoeringsaanduidingen op de verbeelding zijn opgenomen, mag uitsluitend worden gebouwd met inachtneming van de eventueel in de regels opgenomen maten, die van toepassing zijn op de betreffende locatie.
101.4 Bebouwingspercentage
  • a. Indien in een bouwvlak geen maatvoeringsaanduiding met betrekking tot een bebouwingspercentage is aangegeven, mag dit vlak geheel worden bebouwd.
  • b. Indien een bouwvlak en een maatvoeringsaanduiding met betrekking tot een bebouwingspercentage zijn aangegeven is ditt bebouwingspercentage van toepassing op de locaties binnen het bouwvlak.
  • c. Indien in een werkingsgebied, respectievelijk bouwvlak slechts één maatvoeringsaanduiding met betrekking tot een bebouwingspercentage is aangegeven geldt dit percentage voor het gehele werkingsgebied, respectievelijk bouwvlak.
  • d. Indien in een werkingsgebied , respectievelijk bouwvlak meerdere maatvoeringsaanduidingen met betrekking tot bebouwingspercentages bebouwingspercentages zijn aangegeven, gelden deze percentages voor die delen van werkingsgebied, respectievelijk bouwvlak waarin ze zijn aangegeven.
101.5 Bouwen boven goothoogte

Voor zover op de verbeelding een maatvoeringsaanduiding met betrekking tot een maximumgoothoogte is aangegeven, mogen boven deze maat uitsluitend worden gebouwd:

  • a. een kapconstructie of
  • b. een bouwlaag
    • 1. waarvan het oppervlak maximaal 66% van het vloeroppervlak van de zich direct daar onder bevindende bouwlaag bedraagt,
    • 2. met een hoogte van maximaal 3 m boven de maximumgoothoogte en
    • 3. op een afstand van minimaal 1,5 m van de langs de openbare weg gelegen gevel(s).
101.6 Afwijkende maatvoering
  • a. Voor een bouwwerk, dat krachtens een omgevingsvergunning op het tijdstip van inwerkingtreding van het omgevingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringsaanduidingen op de plankaart of van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels, geldt dat:
    • 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in het plan is toegelaten, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
    • 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in het plan is toegelaten, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
  • b. ingeval van herbouw is het bepaalde in lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt;
  • c. op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in artikel 170 niet van toepassing.

Artikel 102 Bouwregel archeologie - hoge verwachting

102.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-Bouwregel archeologie hoge verwachting:

  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  • b. bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen activiteiten worden gebouwd, indien het betreft:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid of
    • 2. bouwwerken waarvan de oppervlakte ten hoogste 200 m2 bedraagt of
    • 3. bouwwerken waarvan de oppervlakte meer dan 200 m2 bedraagt, de daarmee gepaard gaan bodemingrepen niet dieper zijn dan 40 cm en die zonder heiwerkzaamheden kunnen worden gebouwd.

Artikel 103 Bouwregel archeologie - middelhoge verwachting

103.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'Bouwregel archeologie - middelhoge verwachting':

  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  • b. bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen activiteiten worden gebouwd, indien het betreft:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid of
    • 2. bouwwerken waarvan de oppervlakte ten hoogste 500 m2 bedraagt of
    • 3. bouwwerken waarvan de oppervlakte meer dan 500 m2 bedraagt, de daarmee gepaard gaan bodemingrepen niet dieper zijn dan 40 cm en dat zonder heiwerkzaamheden kan worden gebouwd.

Artikel 104 Bouwregel archeologie - waardevol gebied

104.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'Bouwregel archeologie - waardevol gebied:

  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  • b. bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen activiteiten worden gebouwd, indien het betreft:
    • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid of
    • 2. bouwwerken waarvan de binnen de oppervlakte ten hoogste 50 m2 bedraagt of
    • 3. bouwwerken waarvan de binnen de oppervlakte meer dan 50 m2 bedraagt, de daarmee gepaard gaan bodemingrepen niet dieper zijn dan 40 cm en dat zonder heiwerkzaamheden kan worden gebouwd.

Artikel 105 Bouwregel bijbehorende bouwwerken

105.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels zijn ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bouwregel bijbehorende bouwwerken' bijbehorende bouwwerken toegelaten, voor zover het betreft:

  • a. uitbreiding van de de hoofdbebouwing, tot een maximumbouwhoogte gelijk aan de hoogte van de begane-grondbouwlaag van de hoofdbebouwing, vermeerderd met maximaal 40 cm ten behoeve van isolatie of afschot;
  • b. andere bijbehorende bouwwerken, met een maximumbouwhoogte gelijk aan de goothoogte van het hoofdgebouw, waarbij de goothoogte van vrijstaande bouwwerken niet meer mag bedragen dan de hoogte van de begane-grondbouwlaag van de hoofdbebouwing;
  • c. bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd, passend binnen de activiteit, met een maximumbouwhoogte van 3 m

waarbij de oppervlakte van het totaal van deze bebouwing per bouwperceel de in onderstaand schema opgenomen maten niet overschrijdt.

oppervlakte gebied met de aanduiding 'Bouwregel bijbehorende bouwwerken' per bouwperceel   maximale oppervlakte bouwwerken  
< 90 m2   50% van de oppervlakte van het gebied met de aanduiding 'Bouwregel bijbehorende bouwwerken' per bouwperceel met een minimum van 20 m2  
90-150 m2   45 m2  
150-300 m2   55 m2  
300-500 m2   65 m2  
500-1000 m2   75 m2  
105.2 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het in lid 105.1 onder b.opgenomen schema ten behoeve van een verhoging van de maximale grootte van bouwwerken voor percelen waarbij de bebouwbare zone groter is dan 1000 m2 met maximaal 25 m2 mits:

  • 1. dit vanuit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt niet op bezwaren stuit en
  • 2. de belangen van omwonenden met betrekking tot privacy, uitzicht en bezonning niet worden geschaad.

Artikel 106 Bouwregel bouwverbod boom

106.1 Bouwregels

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel bouwverbod boom' mag niet worden gebouwd.

Artikel 107 Bouwregel bouwverbod park

107.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mag ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel bouwverbod park' niet worden gebouwd.

Artikel 108 Bouwregel bouwverbod tuin

108.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mag ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-bouwregel bouwverbod tuin' niet worden gebouwd.

Artikel 109 Bouwregel gebouwde terrassen

109.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels zijn ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - bouwregel gebouwde terrassen' gebouwde terrassen toegelaten ten behoeve van de aangrenzende horeca-activiteiten tot een hoogte van maximaal de hoogte van de begane grond-bouwlaag van de aangrenzende bebouwing.

Artikel 110 Bouwregel geomorfologie

110.1 Bouwregels

met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'bouwregel - geomorfologie' bouwwerken niet dieper dan 1,5 m beneden maaiveld worden gebouwd.

Artikel 111 Bouwregel groen

111.1 Bouwregel

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel groen' uitsluitend in de activiteiten passende bouwwerken worden gebouwd, zoals speeltoestellen en verlichting.

Artikel 112 Bouwregel historische rooilijn 1940 Binnenstad

112.1 Bouwregel
  • 1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone- bouwregel historische rooilijn 1940 binnenstad' voor het bouwen van bouwwerken, dat de naar het openbaar gebied gekeerde gevel van bouwwerken slechts mag worden gebouwd op de historische rooilijn zoals opgenomen in Bijlage 1
  • 2. In afwijking van het bepaalde onder 1. geldt voor bestaande afwijkingen dat deze niet mogen worden vergroot.

Artikel 113 Bouwregel historische rooilijn wederopbouwperiode

  • 1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone- bouwregel historische rooilijn wederopbouwperiode' voor het bouwen van bouwwerken, dat de naar het openbaar gebied gekeerde gevel van bouwwerken slechts mag worden gebouwd op de historische rooilijn zoals opgenomen in Bijlage 1
  • 2. In afwijking van het bepaalde onder 1. geldt voor bestaande afwijkingen dat deze niet mogen worden vergroot.

Artikel 114 Bouwregel kapvormen, hoogte en gevelindeling

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels geldt ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel kapvormen, hoogte en gevelindeling' voor het bouwen van hoofdgebouwen dat de bestaande kapvormen en goot- en bouwhoogten, alsmede de bestaande gevelindeling dienen te worden gehandhaafd, tenzij het gebouwen of andere bouwwerken betreft waarvoor reeds een sloopvergunning voor het slopen van het gehele gebouw is verleend en de sloop is uitgevoerd.

Artikel 115 Bouwregel kiosk

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mag ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel kiosk' een kiosk worden gebouwd.

Artikel 116 Bouwregel luchtbrug

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mag ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel luchtbrug' een voetgangersbrug met bouwhoogte van maximaal 7 m worden gebouwd.

Artikel 117 Bouwregel luchtbrug Huis der Provincie

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels zijn ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel luchtbrug Huis der Provincie' maximaal vier luchtbruggen als verbinding tussen twee aangrenzende gebouwen toegelaten vanaf een minimale hoogte van 17 m + N.A.P. met een buitenwerks gemeten breedte van maximaal 8,5 m per luchtbrug en een hoogte, gemeten vanaf de vloer van de luchtbrug, van maximaal 4,70 m.

Artikel 118 Bouwregel onderdoorgang

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mag ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel onderdoorgang' tot een hoogte, zoals met een bouwaanduiding aangegeven op de plankaart, niet worden gebouwd, met uitzondering van ondersteunende bouwdelen zoals pilaren, kolommen en dergelijke.

Artikel 119 Bouwregel ondergrondse waterloop

119.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels zijn ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - bouwregel ondergrondse waterloop' zijn uitsluitend bouwwerken ten dienste van de ondergrondse waterloop toegestaan.

Artikel 120 Bouwregel railverkeer

120.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone bouwregel railverkeer' de volgende regels:

  • a. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienst van de genoemde activiteiten, zoals werkruimten worden gebouwd met een maximumbouwhoogte van 10 meter vanaf de bovenzijde van de spoorstaaf.
  • b. In afwijking van het bepaalde onder a. mag de bouwhoogte van geluidsschermen maximaal 2 meter bedragen, te meten vanaf de bovenzijde van de spoorstaaf.

Artikel 121 Bouwregel rioolleiding

121.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone- bouwregel rioolleiding' uitsluitend bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd tot een hoogte van maximaal 2 meter ten behoeve van de rioolleiding.

Artikel 122 Bouwregel verblijfsgebied

122.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-Bouwregel verblijfsgebied' de volgende regels:

  • 1. op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven maximumbouwhoogte en voor zover aangegeven, het bebouwingspercentage uitsluitend in de gegeven functie of activiteit passende bouwwerken worden gebouwd;
  • 2. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals entrees tot parkeergarages en straatmeubilair mag ten hoogste 5 m bedragen.

Artikel 123 Bouwregel water

123.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - Bouwregel water' uitsluitend in de toegelaten activiteiten passende bouwwerken geen gebouw zijnde, worden gebouwd, zoals bruggen, dammen en duikers.

Artikel 124 Bouwregel waterkering

Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - Bouwregel waterkering' uitsluitend bouwwerken worden gebouwd ten dienste van de waterkering.

Artikel 125 Bouwregel wegverkeer

125.1 Bouwregels

Met inachtneming van het bepaalde in artikel Algemene bouwregels en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels gelden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - Bouwregel verkeer wegverkeer' de volgende bouwregels:

  • a. Op deze gronden mogen, met inachtneming van de op de verbeelding aangegeven maximumbouwhoogte en voor zover aangegeven, het bebouwingspercentage uitsluitend in de gegeven bestemming passende bouwwerken worden gebouwd.
  • b. De hoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde, anders ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, zoals geluidwerende voorzieningen, mag ten hoogste 4 m bedragen.

Artikel 126 Bouwregel welstand-zwaar in afwijking van de Welstandsnota

  • 1. Met inachtneming van het bepaalde in artikel 101 en de eventuele overige ter plaatse geldende bouwregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'Bouwregel welstand-zwaar' bouwwerken uitsluitend worden opgericht indien wordt voldaan aan redelijk eisen van welstand.
  • 2. Aan het bepaalde in lid 1 van dit artikel wordt geacht te zijn voldaan, indien het bouwen voldoet aan de in paragraaf 2.7 van de als beleidsregel aan te merken Arnhemse Welstandsnota 2015 opgenomen welstandscriteria.
  • 3. Voor zover de beleidsregels voor welstand zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel gedurende de planperiode worden gewijzigd, gelden deze wijzigingen vanaf het tijdstip van bekendmaking van de wijziging.

Hoofdstuk 6 Maatwerkvoorschriften

Artikel 127 Maatwerkvoorschrift bomenrij

127.1 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone - maatwerkvoorschrift bomenrij' ten aanzien van de situering van bouwwerken die mogen worden gebouwd op grond van de andere bestemming(en) nadere eisen stellen ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de aanwezige bomen die onderdeel uitmaken van een structurerende bomenlaan.

Artikel 128 Maatwerkvoorschrift gemeentelijk monument

128.1 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen maatwerkvoorschriften stellen als blijkt dat een activiteit als bedoeld in artikel 54.3 kan leiden tot aantasting van een gemeentelijk monument.

Artikel 129 Maatwerkvoorschrift gemeentelijk beschermd stadsgezicht Binnenstad en singels

129.1 Maatwerkvoorschriften

Burgemeester en wethouders kunnen, ten behoeve van de instandhouding en versterking van de cultuurhistorische en ruimtelijke waarden van het gemeentelijk beschermd stadsgezicht maatwerkvoorschriften stellen met betrekking tot:

  • 1. de situering, de afmetingen, de vormgeving en de dakvormen van hoofdgebouwen;
  • 2. de situering en afmetingen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • 3. de situering van in- en uitritten, verkeers- en verblijfsvoorzieningen, groen- en speelvoorzieningen en nutsvoorzieningen;
  • 4. het materiaalgebruik van bebouwing en openbare ruimten;

Hoofdstuk 7 Omgevingsnormen

Artikel 130 Omgevingsnorm maximum bedrijfsvloeroppervlak stadswinkel 350m2

Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'omgevingsnorm maximum bedrijfsvloeroppervlak stadswinkel 350m2' bedraagt het maximum bedrijfsvloeroppervlak van een stadswinkel 350m2.

Hoofdstuk 8 Omgevingsplanactiviteiten

Artikel 131 Algemene omgevingsplanactiviteit

131.1 Afwijkingsregels bouwen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van:

  • 1. de in deze regels opgenomen bebouwingsregels, voor zover betreffende de maximum bouwhoogte, de maximumgoothoogte, het maximumoppervlak en de maximuminhoud, mits
    • a. de afwijking niet meer bedraagt dan 10% van de in de regels vastgelegde maten en;
    • b. geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de privacy van omwonenden en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
  • 2. de verplichting tot het bouwen binnen het bouwvlak, zoals bedoeld in artikel 101 mits:
    • a. de overschrijding van het bouwvlak niet meer bedraagt dan 2 m, de bestemmingsgrens niet wordt overschreden en het de bouw betreft van erkers, luifels, balkons, keldergaten (koekoeken) of galerijen;
    • b. het de bouw van volledig beneden peil gelegen bouwwerken betreft, mits:
      • 1. een diepte van 6 m niet wordt overschreden;
      • 2. het maaiveld wordt afgewerkt op een wijze die past binnen de bestemming;
      • 3. geen onevenredige toename van de parkeerdruk plaatsvindt;
      • 4. de bestemmingsgrens niet wordt overschreden;
  • 3. de bestemmingsbepalingen voor het oprichten van:
    • a. kunstobjecten en niet voor bewoning bestemde bouwwerken van openbaar nut, zoals transformatorstations, rioolgemalen, schakelhuisjes, telefooncellen voorzover met een inhoud groter dan 3 m3 , en haltes van vervoersdiensten, alle met een inhoud van maximaal 75 m3;
    • b. sirenemasten met een hoogte van maximaal 18 m;
    • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van (tele)communicatie:
      • 1. voorzover vrijstaand, met een hoogte van maximaal 20 m;
      • 2. voorzover op of aan een ander bouwwerk te plaatsen, met een hoogte van maximaal 8 m boven de aangegeven maximumbouwhoogte;
    • d. geluidwerende voorzieningen voor zover deze noodzakelijk zijn ingevolge de bepalingen van de Wet geluidhinder.
  • 4. de in deze regels opgenomen bepalingen omtrent de maximum bouwhoogte voor het oprichten van hekwerken ten behoeve van het gebruik van platte daken als dakterras tot een maximum van 1 m boven de maximaal toegestane bouwhoogte mits:
    • a. dit passend is in het bebouwingsbeeld van de omringende bebouwing en
    • b. de belangen van omwonenden met betrekking tot privacy, uitzicht en bezonning niet onevenredig worden geschaad.
131.2 Seksinrichtingen

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 169 voor de vestiging van maximaal één seksinrichting per wijk onder voorwaarde dat:

  • 1. het geen raamprostitutie betreft;
  • 2. de aanvraag past binnen de ruimtelijk relevante aspecten van het vestigingsbeleid prostitutie;
  • 3. het aantal seksinrichtingen, niet zijnde raamprostitutiebedrijven, op het grondgebied van de gemeente Arnhem na het afwijken van de regels niet meer dan acht zal bedragen;
  • 4. er in de wijk nog geen seksinrichting is;
  • 5. de seksinrichting niet in een appartementengebouw wordt gevestigd;
  • 6. het woon- en leefklimaat niet onevenredig wordt aangetast;
  • 7. er geen onevenredige vergroting van de parkeerdruk ontstaat;
  • 8. de afstand tot de dichtstbijzijnde seksinrichting hemelsbreed tenminste 250 m bedraagt;
  • 9. de inrichting niet meer dan acht werkplekken bevat.

Artikel 132 Omgevingsplanactiviteit ambachtelijke bedrijven op verdieping

132.1 Aanwijzing vergunningplichtige activiteiten:

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit ambachtelijke bedrijven op verdieping' zonder omgevingsvergunning bouwwerken te gebruiken voor ambachtelijke bedrijven op de boven de begane grond gelegen verdiepingen.

132.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 132.1 kan worden verleend ten behoeve van het gebruik voor ambachtelijke bedrijven op de de boven de begane grond gelegen verdiepingen mits:

  • 1. dit gebruik is gekoppeld aan het ambachtelijk bedrijf op de begane grond.
  • 2. het aantal woningen in het plangebied door het verlenen van de afwijking niet afneemt en
  • 3. dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft.

Artikel 133 Omgevingsplanactiviteit archeologie - hoge verwachting

133.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit archeologie - hoge verwachting' zonder omgevingsvergunning:

  • 1. de volgende werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • a. grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het verwijderen van funderingen en het aanleggen van drainage;
    • b. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
    • c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
    • d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
  • 2. af te wijken van het bepaalde in artikel 102.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels;
  • 3. een reeds aanwezig bouwwerk te slopen indien het oppervlak groter is dan 200 m2, de verstoringsdiepte daarbij meer dan 40 cm bedraagt en dit ligt in een beschermd stadsgezicht.
133.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 133.1 onder 1 is niet van toepassing indien:

  • 1. de werken die, voor zover deze zijn gelegen binnen deze bestemming, een oppervlakte hebben tot ten hoogste 200 m2 of een omvang van 200 m1;
  • 2. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of een ontgrondingsvergunning;
  • 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • 4. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  • 5. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
133.3 Beoordelingsregels
  • 1. De omgevingsvergunning, bedoeld in lid 133.1, onder 1 en 2, kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het afwijken regels te verbinden gericht op:
    • a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • b. het doen van opgravingen;
    • c. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.
  • 2. Voorts kan een omgevingsvergunning, bedoeld in lid 133.1, onder 2 worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologische deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

Artikel 134 Omgevingsplanactiviteit archeologie - middelhoge verwachting

134.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit archeologie - middelhoge verwachting' zonder omgevingsvergunning :

  • 1. de volgende werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • a. grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het verwijderen van funderingen en het aanleggen van drainage;
    • b. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
    • c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
    • d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
  • 2. af te wijken van het bepaalde in artikel 103.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels;
  • 3. een reeds aanwezig bouwwerk te slopen indien het oppervlak groter is dan 500 m2, de verstoringsdiepte daarbij meer dan 40 cm bedraagt en dit ligt in een beschermd stadsgezicht.
134.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 134.1 onder 1 is niet van toepassing indien:

  • 1. de werken die, voor zover deze zijn gelegen binnen deze bestemming, een oppervlakte hebben tot ten hoogste 500 m2 of een omvang van 500 m1;
  • 2. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of een ontgrondingsvergunning;
  • 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • 4. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  • 5. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
134.3 Beoordelingsregels
  • 1. De omgevingsvergunning, bedoeld in lid 134.1, onder 1 en 2, kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het afwijken regels te verbinden gericht op:
    • a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • b. het doen van opgravingen;
    • c. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.
  • 2. Voorts kan een omgevingsvergunning, bedoeld in lid 134.1, onder 2 worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologische deskundige is aangetoond de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

Artikel 135 Omgevingsplanactiviteit archeologie - waardevol gebied

135.1 Aanwijzing vergunningplichtige activiteiten:

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit archeologie - waardevol gebied' zonder omgevingsvergunning :

  • 1. de volgende werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • a. grondwerkzaamheden dieper dan 40 cm, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het verwijderen van funderingen en het aanleggen van drainage;
    • b. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
    • c. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
    • d. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur.
  • 2. af te wijken van het bepaalde in artikel 104.1 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels;
  • 3. een reeds aanwezig bouwwerk te slopen indien het oppervlak groter is dan 30 m2, de verstoringsdiepte daarbij meer dan 40 cm bedraagt en dit ligt in een beschermd stadsgezicht.
135.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 135.1 onder 1 is niet van toepassing indien:

  • 1. de werken die, voor zover deze zijn gelegen binnen deze bestemming, een oppervlakte hebben tot ten hoogste 50 m2 of een omvang van 50 m1;
  • 2. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of een ontgrondingsvergunning;
  • 3. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • 4. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  • 5. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.
135.3 Beoordelingsregels
  • 1. De omgevingsvergunning, bedoeld in lid 135, onder 1 en 2, kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het afwijken regels te verbinden gericht op:
    • a. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • b. het doen van opgravingen;
    • c. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.
  • 2. Voorts kan een omgevingsvergunning, bedoeld in 135, onder 2 worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologische deskundige is aangetoond de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.

Artikel 136 Omgevingsplanactiviteit bijbehorende bouwwerken

136.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit bijbehorende bouwwerken' zonder omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 105.1 ten behoeve van een verhoging van de maximale grootte van bouwwerken voor percelen waarbij de bebouwbare zone groter is dan 1000 m2 met maximaal 25 m2.

136.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 136.1 kan worden verleend indien:

  • 1. dit vanuit stedenbouwkundig en landschappelijk oogpunt niet op bezwaren stuit en
  • 2. de belangen van omwonenden met betrekking tot privacy, uitzicht en bezonning niet worden geschaad.

Artikel 137 Omgevingsplanactiviteit bedrijven creatieve sector op verdieping

137.1 Aanwijzing vergunningplichtige activiteiten:

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit bedrijven creatieve sector op verdieping' zonder omgevingsvergunning bouwwerken te gebruiken voor bedrijven creatieve sector op de boven de begane grond gelegen verdiepingen.

137.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 137.1 kan worden verleend ten behoeve van het gebruik voor bedrijven in de creatieve sector op de de boven de begane grond gelegen verdiepingen mits:

  • 1. dit gebruik is gekoppeld aan het bedrijf in de creatieve sector op de begane grond.
  • 2. het aantal woningen in het plangebied door het verlenen van de afwijking niet afneemt en
  • 3. dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft.

Artikel 138 Omgevingsplanactiviteit bomenrij

138.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit bomenrij' zonder omgevingsvergunning houtgewassen te vellen, rooien en beschadigen.

138.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 138.1 is niet van toepassing indien:

  • 1. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • 2. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
138.3 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 138.1 mag alleen worden verleend indien:

  • 1. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend en
  • 2. hierdoor dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke waarden en kwaliteiten van de gronden onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

Artikel 139 Omgevingsplanactiviteit boom

139.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit boom' zonder omgevingsvergunning:

  • 1. de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
    • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • b. de aanleg van leidingen;
    • c. het egaliseren, ophogen, verharden en afgraven van gronden binnen 12 meter uit het hart van een boom.
  • 2. van het bepaalde in artikel 106 af te wijken voor het bouwen van bouwwerken.
139.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het in lid 139.1 onder 1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:

  • 1. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • 2. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
139.3 Beoordelingsregels
  • 1. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 139.1 onder 1. kan worden verleend indien door die werken en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, de waarde van de aanwezige boom of bomen die dit omgevingsplan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarde niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
  • 2. en omgevingsvergunning als bedoeld in lid 139.1 onder 2. kan worden verleend voor het bouwen tot op een afstand van tenminste 10 meter uit het hart van de boom, mits dit geen wezenlijke negatieve gevolgen heeft voor de boom.

Artikel 140 Omgevingsplanactiviteit detailhandel op verdieping-exclusief supermarkt

140.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit detailhandel op verdieping-exclusief supermarkt de boven de boven de beganegrondverdieping gelegen verdiepingen gelegen verdiepingen te gebruiken of te laten gebruiken voor 'detailhandel'.

140.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 140.1kan worden verleend voor het gebruik als 'detailhandel' op de boven de beganegrondverdieping gelegen verdiepingen indien:

  • 1. dit gebruik is gekoppeld aan het detailhandelsgebruik ter plaatse op de begane grond;
  • 2. er sprake is van een onderscheidend concept (toevoeging bestaande aanbod)
  • 3. het voor 'detailhandel' gebruikte vloeroppervlak van de verdieping(en) per verdieping niet meer bedraagt dan het voor 'detailhandel' gebruikte vloeroppervlak van de beganegrondverdieping;
  • 4. het aantal woningen in het plangebied door het verlenen van de afwijking niet afneemt;
  • 5. er geen sprake is van gebruik in de vorm van een supermarkt.

Artikel 141 Omgevingsplanactiviteit detailhandel solitair

141.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit detailhandel solitair' gronden of bouwwerken te (laten) gebruiken voor detailhandel.

141.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 141.1 kan worden verleend voor het gebruik als detailhandel indien:

  • 1. het gebruik als detailhandel ook al in het voorheen geldende bestemmingsplan was toegestaan;
  • 2. een concreet verzoek daartoe binnen twee jaar na inwerkingtreding van dit omgevingsplan wordt ingediend, waaronder een bedrijfsplan waaruit de levensvatbaarheid blijkt;
  • 3. de activiteit past in de ruimtelijke en functionele opbouw van de omgeving;
  • 4. in voldoende mate kan worden voorzien in de parkeerbehoefte, zoals bedoeld in lid 1 van artikel 168.

Artikel 142 Omgevingsplanactiviteit detailhandel verdieping-inclusief supermarkt

142.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit detailhandel op verdieping-inclusief supermarkt' de boven de beganegrondverdieping gelegen verdiepingen te gebruiken of te laten gebruiken voor 'detailhandel'

142.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 142.1kan worden verleend voor het gebruik als 'detailhandel' indien:

  • 1. dit gebruik is gekoppeld aan het detailhandelsgebruik ter plaatse op de begane grond;
  • 2. er sprake is van een onderscheidend concept (kwalitatieve toevoeging bestaande aanbod)
  • 3. het voor 'detailhandel' gebruikte vloeroppervlak van de verdieping(en) per verdieping niet meer bedraagt dan het voor 'detailhandel' gebruikte vloeroppervlak van de beganegrondverdieping;
  • 4. het aantal woningen in het plangebied door het verlenen van de afwijking niet afneemt.

Artikel 143 Omgevingsplanactiviteit detailhandel op verdieping(en)-inclusief supermarkt 2

143.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit detailhandel op verdieping(en)-inclusief supermarkt' de boven de beganegrondverdieping gelegen verdiepingen te gebruiken of te laten gebruiken voor 'detailhandel'

143.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 143.1kan worden verleend voor het gebruik als 'detailhandel' indien:

  • 1. dit gebruik is gekoppeld aan het detailhandelsgebruik ter plaatse op de begane grond;
  • 2. een concreet verzoek daartoe binnen twee jaar na inwerkingtreding van dit omgevingsplan wordt ingediend, waaronder een bedrijfsplan waaruit de levensvatbaarheid blijkt;
  • 3. het voor 'detailhandel' gebruikte vloeroppervlak van de verdieping(en) per verdieping niet meer bedraagt dan het voor 'detailhandel' gebruikte vloeroppervlak van de beganegrondverdieping;
  • 4. het aantal woningen in het plangebied door het verlenen van de afwijking niet afneemt.

Artikel 144 Omgevingsplanactiviteit gemeentelijk monument

144.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit gemeentelijk monument' een omgevingsplanactiviteit gemeentelijk monument te verrichten.

144.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het in lid 144.1 vervatte verbod geldt niet voor het uitvoeren van werkzaamheden als bedoeld in artikel 54.3.

144.3 Advisering

Voordat burgemeester en wethouders een besluit nemen op een aanvraag om omgevingsvergunning als bedoeld in lid 144.1 winnen zij advies in bij het gemeentelijke Team Welstand en Monumenten.

144.4 Beoordelingsregels
  • 1. De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 144.1 wordt alleen verleend als de activiteit in overeenstemming is met het belang van de monumentenzorg.
  • 2. Bij de beslissing op de aanvraag houden burgemeester en wethouders rekening met de volgende beginselen:
    • a. het voorkomen van ontsiering, beschadiging of sloop van monumenten en archeologische monumenten;
    • b. het voorkomen van verplaatsing van monumenten of een deel daarvan, tenzij dit dringend vereist is voor het behoud van die monumenten;
    • c. het bevorderen van het gebruik van monumenten, zo nodig door wijziging van die monumenten, rekening houdend met de monumentale waarden; en
    • d. het conserveren en in stand houden van archeologische monumenten, bij voorkeur in situ.
  • 3. Bij de beslissing op de aanvraag houden burgemeester en wethouders rekening met het advies van het gemeentelijke Team Welstand en Monumenten.
144.5 Weigeringsgronden
  • a. De omgevingsvergunning kan slechts worden verleend als het belang van de monumentenzorg zich daartegen niet verzet.
  • b. Een omgevingsvergunning voor een gemeentelijk kerkelijk monument, waarbij wezenlijke belangen van het belijden van de godsdienst of levensovertuiging in dat monument in het geding zijn, wordt niet verleend zonder overeenstemming met de eigenaar.
144.6 Intrekken omgevingsvergunning

De omgevingsvergunning, bedoeld in lid 144.1, kan door burgemeester en wethouders worden ingetrokken:

  • 1. als de verlening berust op onjuiste of onvolledige gegevens en de juiste of volledige gegevens tot een ander besluit zou hebben geleid;
  • 2. voor zover veranderde omstandigheden of feiten met betrekking tot de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is verleend, zich in overwegende mate tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van die activiteit verzetten.
  • 3. niet binnen twee jaar na de dag waarop de vergunning is verleend van de vergunning gebruik wordt gemaakt.
  • 4. de voorschriften als bedoeld in lid 128.1 niet worden nageleefd.

Artikel 145 Omgevingsplanactiviteit geomorfologie

145.1 Aanwijzing vergunningplichtige activiteiten:

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit geomorfologie' zonder omgevingsvergunning:

  • 1. de volgende werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • a. het afgraven van gronden;
    • b. het wijzigen van de grondwaterstand door drainage, grondwateronttrekking of andere wijze;
    • c. het verrichten van boringen dieper dan 1,5 m beneden het maaiveld.
  • 2. van het bepaalde in artikel 110 af te wijken.
145.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

De in lid 145.1 onder 1, vervatte verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:

  • 1. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • 2. werken of werkzaamheden die op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan in uitvoering waren of konden worden uitgevoerd krachtens een vóór dat tijdstip geldende of aangevraagde vergunning.
145.3 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 145.1 mag alleen worden verleend indien:

  • 1. met onderzoek kan worden aangetoond dat in de bodem geen leemlagen aanwezig zijn met een relevante waterremmende werking;
  • 2. is aangetoond dat door de werkzaamheden de waterremmende werking van de leemlagen niet geschaad zal worden;
  • 3. afdichting van de betreffende leemlagen na boring volledig is gegarandeerd;
  • 4. naar het oordeel van het bevoegd gezag andere belangen het belang van de bescherming van de leemlagen overstijgen.

Artikel 146 Omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 1 op verdieping

146.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 1 op verdieping' zonder omgevingsvergunning bouwwerken te gebruiken voor horeca van categorie 1 op de boven de begane grond gelegen verdiepingen.

146.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 146.1 kan worden verleend ten behoeve van het gebruik voor horeca van categorie 1 op de de boven de begane grond gelegen verdiepingen mits:

  • 1. dit gebruik is gekoppeld aan het ter plaatse toegelaten horecabedrijf op de begane-grondverdieping en het totaal aantal horecabedrijven in het plangebied door het verlenen van een omgevingsvergunning niet toeneemt;
  • 2. het aantal woningen in het plangebied door het verlenen van de afwijking niet afneemt en
  • 3. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft.

Artikel 147 Omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 2

147.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden zonder omgevingsvergunning ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 2' gronden of bouwwerken te (laten) gebruiken door horeca - 2.

147.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 147.1 kan worden verleend voor het gebruik door horeca van categorie 2 indien het gebruik:

  • 1. ook al in het voorheen geldende bestemmingsplan was toegestaan;
  • 2. uitsluitend betrekking heeft op de begane-grondverdieping;
  • 3. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft en
  • 4. past in het gemeentelijk horecabeleid.

Artikel 148 Omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 3 op verdieping

148.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 3 op verdieping' zonder omgevingsvergunning bouwwerken te gebruiken voor horeca van categorie 3 op de boven de begane grond gelegen verdiepingen.

148.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 148.1 kan worden verleend ten behoeve van het gebruik voor horeca van categorie 3 op de boven de begane grond gelegen verdiepingen mits:

  • 1. dit gebruik is gekoppeld aan het ter plaatse toegelaten horecabedrijf op de begane-grondverdieping en het totaal aantal horecabedrijven in het plangebied door het verlenen van een omgevingsvergunning niet toeneemt;
  • 2. het aantal woningen in het plangebied door het verlenen van de afwijking niet afneemt en
  • 3. dit gebruik geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft.

Artikel 149 Omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 4 op verdieping

149.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 4 op verdieping' zonder omgevingsvergunning bouwwerken te gebruiken voor horeca van categorie 4 op de boven de begane grond gelegen verdiepingen.

149.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 149.1 kan worden verleend ten behoeve van het gebruik voor horeca van categorie 4 op de boven de begane grond gelegen verdiepingen mits:

  • 1. dit gebruik is gekoppeld aan het ter plaatse toegelaten horecabedrijf op de beganegrondverdieping en het totaal aantal horecabedrijven in het plangebied door het verlenen van een omgevingsvergunning niet toeneemt;
  • 2. het aantal woningen in het plangebied door het verlenen van de afwijking niet afneemt en
  • 3. het gebruik afwijking geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft.

Artikel 150 Omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 5 op verdieping

150.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit horeca van categorie 5 op verdieping' zonder omgevingsvergunning bouwwerken te gebruiken voor horeca van categorie 5 op de boven de beganegrondverdieping gelegen verdiepingen.

150.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder lid 150.1 kan worden verleend ten behoeve van het gebruik voor horeca van categorie 5 op de boven de beganegrondverdieping gelegen verdiepingen mits dit gebruik:

  • 1. is gekoppeld aan het ter plaatse toegelaten horecabedrijf op de beganegrondverdieping en het totaal aantal horecabedrijven in het plangebied door het verlenen van een omgevingsvergunning niet toeneemt en
  • 2. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft.
  • 3. is gekoppeld aan het ter plaatse toegelaten horecabedrijf op de beganegrondverdieping en het totaal aantal horecabedrijven in het plangebied door het verlenen van een omgevingsvergunning niet toeneemt en
  • 4. geen onevenredige aantasting van het woon- en leefklimaat ter plaatse tot gevolg heeft.

Artikel 151 Omgevingsplanactiviteit kantoor begane grond

151.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit kantoor begane grond' in afwijking van de regels uit dit plan zonder omgevingsvergunning bouwwerken te gebruiken als kantoor op de beganegrondverdieping.

151.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 151.1 kan worden verleend ten behoeve van het gebruik voor kantoor op de begane grond mits:

  • 1. er in de directe omgeving niet al andere kantooractiviteiten aanwezig zijn
  • 2. de activiteit geen onevenredig negatieve gevolgen heeft voor het publieke en levendige karakter voor het gebied
  • 3. de activiteit niet leidt tot een dicht of gesloten gevelbeeld.

Artikel 152 Omgevingsplanactiviteit landschap en natuur

152.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit landschap en natuur' zonder omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het vellen, rooien en beschadigen van houtgewassen
  • b. het aanbrengen van beplantingen
  • c. het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse leidingen, constructies, installaties of andere apparatuur;
  • d. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist
  • e. het ophogen van gronden;
  • f. het gebruik van groeistoffen, stoorstoffen of kunstmest
  • g. het aanleggen, verbreden of verharden van voet-, rijwielpaden, ontsluitingswegen en parkeerplaatsen
  • h. het aanbrengen van oppervlakte verharding groter dan 25 m2.
  • i. het aanbrengen van recreatievoorzieningen (incl. raster, wildroosters en ruitervoorzieningen)
  • j. het graven, dichten, verdiepen of verbreden van greppels, sloten, vijvers, beken en andere watergangen;
  • k. het aanleggen van reservoirs.
152.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 152.1 is niet van toepassing indien:

  • 1. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • 2. welke op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, in uitvoering zijn.
152.3 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 152.1 mag alleen worden verleend indien:

    • a. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend en
    • b. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke-, cultuurhistorische- en natuurwaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.

Artikel 153 Omgevingsplanactiviteit leisure

153.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit leisure' verboden om zonder een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in deze regels voor het toelaten van activiteiten gericht op leisure.

153.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 153.1 kan worden verleend indien is aangetoond dat de activiteit:

  • a. aanvullend is op het bestaande aanbod of;
  • b. een bijdrage levert aan het toegankelijk maken van het Arnhemse erfgoed of
  • c. het een ontwikkeling op een strategische sleutellocatie betreft.

Artikel 154 Omgevingsplanactiviteit ondergrondse waterloop

154.1 Aanwijzing vergunninplichtige gevallen

Het is ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit ondergrondse waterloop' verboden om zonder omgevingsvergunningen bouwwerken te bouwen ten dienste van de overige toegestane activiteiten als de ondergrondse waterloop.

154.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 154.1 kan worden verleend indien de watervoerende functie van de waterloop hierdoor niet wordt belemmerd, gehoord de waterbeheerder.

Artikel 155 Omgevingsplanactiviteit park

155.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit park' zonder omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde uit artikel 107.

155.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 155.1 mag alleen worden verleend indien:

  • a. deze bouwwerken passen binnen de functies dan wel activiteiten zoals omschreven in deze regels;
  • b. geen onevenredig afbreuk wordt gedaan op stedenbouwkundige, landschappelijke, ecologische, cultuurhistorische en natuurwaarden.

Artikel 156 Omgevingsplanactiviteit parkeren en laden/lossen

156.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in artikel 168.1 en 168.2 ten aanzien van het realiseren van parkeergelegenheid, dan wel laad- of losruimte:

  • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit, of
  • 2. voor zover op andere wijze in de benodigde parkeer- of stallingsruimte, dan wel laad- of losruimte wordt voorzien.
156.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 157.1 kan alleen worden verleend indie geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • 1. de parkeersituatie in de openbare ruimte;
  • 2. de woon- en leefsituatie.

Artikel 157 Omgevingsplanactiviteit rioolleiding

157.1 Aanwijzing vergunningplichtige activiteiten:

Het is verboden om ter plaatse van de 'overige zone-omgevingsplanactiviteit rioolleiding' zonder omgevingsvergunning:

  • 1. de volgende werken geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • a. het egaliseren en ophogen van gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
    • b. het uitvoeren van graafwerkzaamheden dieper dan 30 cm;
    • c. het in de grond brengen van voorwerpen dieper dan 30 cm;
    • d. het aanleggen van oppervlakteverhardingen;
    • e. het planten van bomen en het aanbrengen van andere beplantingen die dieper wortelen of kunnen wortelen dan 30 cm.
  • 2. van het bepaalde in artikel 121 af te wijken.
157.2 Uitzonderingen vergunningsplicht

De in lid 157.1 onder 1 vervatte verboden gelden niet voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden:

  • 1. die van geringe omvang zijn, dan wel het normale onderhoud en beheer betreffen;
  • 2. noodzakelijk zijn in verband met het op de betreffende bestemming gerichte beheer of gebruik van de grond.
157.3 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 157.1kan alleen worden verleend indien:

  • 1. geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen van en de veiligheidssituatie rond de betreffende leiding en
  • 2. ter zake daarvan vooraf advies van de leidingbeheerder is ingewonnen.

Artikel 158 Omgevingsplanactiviteit supermarkt Oude Stationsstraat Noord

158.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit supermarkt Oude Stationsstraat Noord' zonder omgevingsvergunning bouwwerken te gebruiken voor detailhandel in de vorm van een supermarkt.

158.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 158.1 kan worden verleend ten behoeve van detailhandel in de vorm van een supermarkt, indien:

  • a. Uit distributie-planologisch onderzoek is gebleken dat deze activiteit niet leidt tot duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau in Arnhem;
  • b. Het vloeroppervlak niet meer bedraagt dan 1450 m2 bvo.

Artikel 159 Omgevingsplanactiviteit supermarkt Oude Stationsstraat Zuid

159.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit supermarkt Oude Stationsstraat Zuid' zonder omgevingsvergunning bouwwerken te gebruiken voor detailhandel in de vorm van een supermarkt.

159.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 159.1 kan worden verleend ten behoeve van detailhandel in de vorm van een supermarkt, indien:

  • a. Uit distributie-planologisch onderzoek is gebleken dat deze activiteit niet leidt tot duurzame ontwrichting van het voorzieningenniveau in Arnhem;
  • b. Het vloeroppervlak niet meer bedraagt dan 350 m2 bvo.

Artikel 160 Omgevingsplanactiviteit tuin

160.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit tuin' in afwijking van het bepaalde in artikel 94.2 oppervlakteverhardingen aan te brengen.

160.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 160.1 kan worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde of de waardevolle groenelementen binnen de tuin.

Artikel 161 Omgevingsplanactiviteit verkamering

161.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit verkamering' zonder omgevingsvergunning van een (gedeelte) van een gebouw te verkameren (vanaf drie onzelfstandige wooneenheden).

161.2 Uitzonderingen vergunningplicht

Het verbod, als bedoeld in lid 161.1 is niet van toepassing indien sprake is van verkameren door een hospita.

161.3 Beoordelingsregels
  • 1. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 161.1kan worden verleend ten behoeve van verkamering, indien:
    • a. de gebruiksoppervlakte van de bestaande woning gelijk is aan of groter is dan 110 m2, en;
    • b. het gebouw niet opgedeeld wordt in meer dan één onzelfstandige wooneenheid per 18m2 gebruiksoppervlakte; en;
    • c. het verkamerde gebouw minimaal beschikt over een bergingsruimte met een oppervlakte van ten minste 3 m2 ten behoeve van de stalling van fietsen, afvalcontainer(s) of afvalzakken. Vanaf 4 onzelfstandige wooneenheden geldt als aanvullende eis dat 1m2 bergingsruimte per wooneenheid wordt toegevoegd.
  • 2. De omgevingsvergunning wordt in ieder geval niet verleend indien:
    • a. sprake is van verkameren met als doel het verschaffen van kortdurend verblijf van maximaal 3 maanden, te vergelijken met logies, al dan niet als onderdeel van de arbeidsvoorwaarden, aan werknemers; of
    • b. indien zich door het verkameren een niet-verkamerd gebouw wordt ingesloten door legale kamergewijze bewoning van gebouwen aan dezelfde straat; of
    • c. indien een bijgebouw in gebruik wordt genomen als onzelfstandige wooneenheid.

Artikel 162 Omgevingsplanactiviteit waterkering

162.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit waterkering' zonder omgevingsvergunning bouwwerken te bouwen ten dienste van de overige toegestane activiteiten dan de waterkering.

162.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 162.1 kan worden verleend indien de waterkerende functie niet wordt geschaad, gehoord de waterbeheerder.

Artikel 163 Omgevingsplanactiviteit wonen begane grond

163.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit wonen begane grond' zonder omgevingsvergunning een (gedeelte) van een gebouw te gebruiken of te laten gebruiken voor het wonen op de beganegrondverdieping.

163.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 163.1 kan worden verleend voor het toelaten van woonfuncties op de beganegrondverdieping, indien is gebleken dat vestiging van de overige ter plaatse toegelaten activiteiten in redelijkheid niet haalbaar zijn, mits wordt voldaan aan de voorkeurswaarde of een verkregen hogere waarde voor geluid;

Artikel 164 Omgevingsplanactiviteit woningsplitsing 1

164.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit woningsplitsing 1' zonder omgevingsvergunning een (gedeelte) van een gebouw te splitsen naar twee of meerdere zelfstandige woningen.

164.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld 164.1 kan worden verleend ten behoeve van woningsplitsing, indien de gebruiksoppervlakte van elke zelfstandige woning die als gevolg van splitsing ontstaat niet kleiner is dan 40 m2.

Artikel 165 Omgevingsplanactiviteit woningsplitsing 2

165.1 Aanwijzing vergunningplichtige gevallen

Het is verboden om ter plaatse van de aanduiding 'overige zone-omgevingsplanactiviteit woningsplitsing 2' zonder omgevingsvergunning een (gedeelte) van een gebouw te splitsen naar twee of meerdere zelfstandige woningen.

165.2 Beoordelingsregels

Een omgevingsvergunning als bedoeld onder 165.1 kan worden verleend ten behoeve van woningsplitsing, indien:

  • 1. de gebruiksoppervlakte van de bestaande woning gelijk is aan of groter is dan 110 m2, en;
  • 2. de gebruiksoppervlakte van elke zelfstandige woning die als gevolg van splitsing ontstaat niet kleiner is dan 70 m2, en;
  • 3. de gesplitste woningen over een bergingsruimte met een oppervlakte van ten minste 5 m2 per woning en;
  • 4. de gesplitste woningen beschikken over een buitenruimte.

Hoofdstuk 9 Algemene regels

Artikel 166 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 167 Duurzaamheid

167.1 Algemeen

Duurzaamheidsvoorzieningen die in het kader van een verleende omgevingsvergunning zijn genomen worden in stand gehouden.

Artikel 168 Overige regels

168.1 Parkeren
  • a. Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.
  • b. Indien het wijzigen van het gebruik van gronden en/of bouwwerken - waarvoor een omgevingsvergunning is benodigd - daartoe aanleiding geeft, moet, voor wat betreft de toename in de parkeer- of stallingsbehoefte, in voldoende mate ruimte zijn aangebracht op die gronden of op de bij die bouwwerken behorende en daartoe bestemde gronden.
  • c. De onder a. bedoelde ruimte voor het parkeren van personenauto's moet afmetingen hebben die zijn afgestemd op gangbare personenauto's
  • d. Aan het bepaalde onder a. en b. wordt geacht te zijn voldaan indien de ruimte voor parkeren of stallen voldoet aan de in de Beleidsregels Parkeren van de gemeente Arnhem daartoe opgenomen normen.
168.2 Laden of lossen

Indien de bestemming van een gebouw aanleiding geeft tot een te verwachten behoefte aan ruimte voor het laden en lossen van goederen, dient, onverminderd het bepaalde elders in de regels van dit plan, in deze behoefte in voldoende mate zijn voorzien aan, in, of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

168.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in elk geval gerekend het gebruiken of laten gebruiken van gronden of bouwwerken waarbij niet in voldoende mate ruimte is aangebracht en in stand wordt gehouden op eigen terrein voor het genoemde in lid 168.1 overeenkomstig de beleidsregels als bedoeld in lid 155.8.

168.4 Beleidsregels
  • a. Burgemeester en wethouders passen deze regels toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.
  • b. Indien deze beleidsregels gedurende de planperiode worden gewijzigd, wordt rekening gehouden met de wijziging.

Artikel 169 Strijdige activiteiten

Onder gebruik van locaties in strijd met het omgevingsplan wordt in ieder geval verstaan:

  • a. het gebruik van bijgebouwen als zelfstandige woning;
  • b. het gebruik van de locaties ten behoeve van thuisprostitutie, raamprostitutie en seksinrichtingen;

Hoofdstuk 10 Overgangs- en slotregels

Artikel 170 Overgangsrecht

170.1 Overgangsrecht bouwwerken
170.1.1 Overgangsbepaling

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
170.1.2 Afwijken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van sublid 170.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in sublid 170.1.1 met maximaal 10%.

170.1.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Het bepaalde in lid 170.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor

geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

170.2 Overgangsrecht gebruik
170.2.1 Overgangsbepaling

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

170.2.2 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 170.2.1 te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

170.2.3 Verbod hervatten strijdig gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in lid 170.2.1 na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

170.2.4 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Het bepaalde in lid 170.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 171 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Chw Omgevingsplan Binnenstad en Singels.