direct naar inhoud van Artikel 5 Waarde
Plan: Bestemmingsplan Kemperberg - Sylvahoeve
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.804-0301

Artikel 5 Waarde

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde' aangewezen gronden zijn naast de andere daar voorkomende bestemming, mede bestemd voor:

  • a. de bescherming en het behoud van de op en/of in deze gronden voorkomende archeologische waarden;
  • b. behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende cultuurhistorische kwaliteiten in de vorm van een terrassentuin;
  • c. behoud, het herstel en de versterking van de op deze gronden voorkomende dan wel daaraan eigen landschappelijke, natuur - en ecologische waarden.
5.2 Bouwregels

Binnen de voor deze bestemming aangewezen gronden mogen:

  • a. bouwwerken geen gebouwen zijnde worden gebouwd die voor archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn;
  • b. bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden aangewezen bestemmingen worden gebouwd, indien het betreft:
      • 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte voor zover gelegen op of onder peil niet wordt uitgebreid of
      • 2. een bouwwerk waarvan de binnen de bestemming gelegen oppervlakte ten hoogste 200 m2 bedraagt of;
      • 3. een bouwwerk dat zonder graafwerkzaamheden dieper dan 40 centimeter en zonder heiwerkzaamheden kan worden geplaatst
5.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd af te wijken van het bepaalde in lid 5.2 met inachtneming van de voor deze gronden geldende overige bouwregels.
  • b. Afwijken als bedoeld in lid 5.3 sub a. kan, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologische deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
  • c. Afwijken als bedoeld in lid 5.3 sub a. kan voorts, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie de archeologische waarden door de bouwwerkzaamheden niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het afwijken regels te verbinden gericht op:
    • 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 2. het doen van opgravingen;
    • 3. begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.

het doen van opgravingen;

begeleiding van de bouwwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.

5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerkzaamheden, of van werkzaamheden
5.4.1 Verboden werkzaamheden

Het is verboden op of in de gronden met de dubbelbestemming 'Waarde' zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (omgevingsvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. grondwerkzaamheden dieper dan 40 centimeter, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden en het verwijderen van funderingen;
  • b. het verlagen of verhogen van het waterpeil;
  • c. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
  • d. het verharden van de aanwezige terrassentuin, parkeerplaatsen en (half)verharde paden;
  • e. het vellen, rooien, beschadigen of aanbrengen van houtgewassen;
  • f. het gebruik van groeistoffen, stoorstoffen of kunstmest;
  • g. het aanbrengen van recreatievoorzieningen;
  • h. grootschalig verwijderen van bosstrooisel of mos.

5.4.2 Toelaatbaarheid
  • a. De werken of werkzaamheden, waarvoor het verbod van lid 5.4.1 a t/m c geldt, zijn slechts toelaatbaar, indien op basis van archeologisch onderzoek of naar het oordeel van een archeologisch deskundige is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad of mogelijk schade kan worden voorkomen door aan de vergunning regels te verbinden gericht op:
      • 1. het treffen van maatregelen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
      • 2. het doen van opgravingen;
      • 3. begeleiding van de aanlegwerkzaamheden door een archeologisch deskundige.
  • b. Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1. sub d zijn slechts toegestaan indien door de uitvoering geen onevenredig afbreuk wordt gedaan aan het bestaande karakter van de terrassentuin
  • c. Werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 5.4.1. sub e t/m h zijn slechts toelaatbaar, indien:
      • 1. deze verband houden met de doeleinden, die aan de desbetreffende bestemmingen zijn toegekend en
      • 2. hierdoor dan wel door daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de landschappelijke waarden en kwaliteiten van de gronden niet onevenredig worden of kunnen word en verkleind.
5.4.3 Uitzonderingen

Het verbod, als bedoeld in lid 5.4.1 sub a, is niet van toepassing indien:

  • a. de werken die, voor zover deze zijn gelegen binnen deze bestemming, een oppervlakte hebben tot ten hoogste 200 m2 of een omvang van 200 m1;
  • b. de werken of werkzaamheden mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen, omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden of een ontgrondingvergunning;
  • c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van in werking treden van het plan;
  • d. behoren tot het normale onderhoud en beheer van de gronden;
  • e. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd.

5.5 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen ten aanzien van de situering van bouwwerken die mogen worden gebouwd op grond van de andere bestemming(en) nadere eisen stellen ter voorkoming van een onevenredige aantasting van de aanwezige landschappelijke, natuur - en ecologische waarden.

5.6 Specifieke gebruiksregels

Onder gebruik van de gronden en opstallen in strijd met de bestemming wordt in elk geval begrepen:

  • a. het aanbrengen van recreatievoorzieningen, dan wel als standplaats voor onderkomens en stacaravans of voor enige andere vorm van kamperen;
  • b. het aanbrengen van afbeeldingen of tekens voor commerciële doeleinden;
  • c. het opslaan, lozen c.q. storten, als dan niet ten verkoop van onbruikbare dan wel aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, materialen, stoffen, producten, voer- of vaartuigen of machines;

5.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het plan te wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde' geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat:

  • a. op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn;
  • b. wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn veilig gesteld.