Plan: | Bestemmingsplan Arnhems Buiten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.802-0301 |
Het nationaal ruimtelijk beleid is verwoord in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (maart 2012).
De SVIR schetst het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid van het rijk in het perspectief van 2028 en 2040. De SVIR markeert een trendbreuk waarbij sterk wordt ingezet op decentralisatie van het ruimtelijk beleid naar provincies en gemeenten. In de nationale ruimtelijke hoofdstructuur maakt Arnhem deel uit van één van de negen 'stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren'; expliciet wordt 'Health Valley' in en rond Arnhem-Nijmegen genoemd en 'mode en design' in Arnhem als onderdeel van de aanwezige topsector ' Creatieve industrie'. Een 'aantrekkelijk vestigingsklimaat in en een goede internationale bereikbaarheid van de stedelijke regio's met een concentratie van topsectoren' wordt in de SVIR gemarkeerd als een nationaal belang.
Het rijk neemt een 'ladder voor duurzame verstedelijking' op in het Besluit ruimtelijke ordening (Bro):
Het ruimtelijk beleid van de provincie is verwoord in het Streekplan Gelderland 2005 “Kansen voor de regio”. Bij de herziening van de Wro is het streekplan opgewaardeerd tot provinciale structuurvisie. In de "Wro-agenda" is neergelegd met welke (nieuwe) instrumenten het geformuleerde beleid wordt vormgegeven. In de provinciale verordening is deze structuurvisie doorvertaald naar concrete aanwijzingen waar bestemmingsplannen aan moeten voldoen.
De provincie werkt aan een nieuwe provinciale structuurvisie.
Het Regionaal Plan 2005-2020 van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen 'Werken aan een aantrekkelijke en concurrerende stadsregio in Noordwest Europa' vormt het richtinggevend kader voor beleid en uitvoering van het regionaal beleid van de stadsregio op het gebied van ruimte, mobiliteit, economie en wonen.
Het gebruik van de ruimte in een stad verandert voortdurend. De gemeentelijke structuurvisie is een belangrijk kader voor het beoordelen en entameren van ruimtelijke initiatieven en plannen in de stad. In januari 2012 heeft het college de nieuwe ontwerp-structuurvisie Arnhem 2020, doorkijk 2040 vrijgegeven. Deze zal naar verwachting eind 2012 worden vastgesteld door de raad.
De structuurvisie benoemt de belangrijkste principes voor het ruimtelijk ontwikkelingsperspectief van de stad en geeft een uitwerking van dit perspectief zowel naar een aantal thema's als naar gebieden in de stad, de zogenaamde 'koersgebieden'.
Ook agendeert de structuurvisie drie op te stellen structuurvisie-uitwerkingen: Stad aan de rivier, Wijkvernieuwing in Zuid, Duurzame energie.
Figuur 3.1 - Typologie ruimtelijke milieus; Structuurvisie Arnhem 2020 - 2040 |
Het plangebied van dit bestemmingsplan maakt deel uit van het koersgebied 'werklandschappen'.
Onder ' karakteristiek ' wordt daarbij onder meer opgemerkt:
Het gebied Arnhems Buiten, gelegen op het grondgebied van Arnhem en Renkum, kent een bijzondere landschappelijke setting: het bestrijkt de totale gradiënt van stuwallenlandschap bij Mariëndaal tot het rivierenlandschap in de Rosandepolder. Kenmerkend zijn de grote hoogteverschillen, het beekdal van de Slijpbeek, het droogdal, de groene weide, bossen en akkers. De industriële occupatie begint in de 17e eeuw aan de beken. In de eerste helft van de vorige eeuw is een deel van het gebied, De Brink, door de KEMA ontwikkeld tot het eerste bedrijvenpark in Nederland. De karakteristieke bedrijfspanden en laboratoria in een groene setting bepalen jarenlang het beeld. De aanleg van infrastructuur (spoorlijn en wegen ) en uitbreiding van het bebouwde oppervlak hebben hun sporen getrokken in de landschappelijke samenhang en herkenbaarheid. Bedrijfseconomische veranderingen bij de KEMA hebben geleid tot nieuwe bedrijfsvestigingen en tot leegstand van gebouwen. Een nieuw gebiedsperspectief wordt gezocht; het 'KEMAterrein' wordt 'Arnhems Buiten'.
Onder 'Ontwikkelingsrichting en opgaven' is aangegeven:
Voor het totale werklandschap van Arnhems Buiten is een gebiedsvisie in voorbereiding. Voorop staat de realisering van een aantrekkelijk, wervend bedrijvenpark in combinatie met herstel en versterking van het bijzondere landschap en natuurwaarden. Het economisch profiel richt zich op kennisintensieve bedrijven in een hoogwaardige omgeving. Een revitalisering moet leiden tot behoud en uitbreiding van bestaande werkgelegenheid in de periode tot 2020 en een verdere doorgroei nadien. Vanaf 2020 wordt er ook ruimte geboden voor de toevoeging van woningen.
Duurzaamheid is een leidend beginsel bij de gebiedsontwikkeling (energienetwerk en gebouwen). Ontwikkelingen dienen niet ten koste te gaan van aangrenzende woongebieden. De algehele toename van de mobiliteit in stad en regio in 2020 in combinatie met extra verkeersbewegingen bij uitgroei van Arnhems Buiten met arbeidsplaatsen en woningen leidt tot knelpunten in de bereikbaarheid. Met name de verwachte verkeerstoename op de Utrechtseweg kan problematisch worden. Een mobiliteitsstrategie in ruimer verband moet hiervoor oplossingen bieden. Elementen hierin:
Karakteristiek
Arnhems Buiten is het voormalige KEMA-terrein en Businesspark Arnhem. Het ligt aan de westzijde van Arnhem aan weerszijden van de Utrechtseweg. Het spoor Arnhem-Nijmegen doorsnijdt het gebied. Onder 'Werklandschap in west, Arnhems Buiten' zijn de gebiedsambities beschreven; een ontwikkelprogramma gericht op nieuwe bedrijvigheid en wonen, ingebed in natuur en landschap op de overgang van stuwwal naar rivier. Door deze ontwikkelingen neemt het al onder druk staande wegennet – de Utrechtseweg in het bijzonder – verder toe; een goede ontsluiting van Arnhems Buiten door openbaar vervoer is van groot belang. Zo zal een nieuw station Arnhems Buiten aan het spoor Arnhem-Nijmegen bijdragen aan het terugdringen van het aantal vervoersbewegingen per auto. De bereikbaarheid van het bedrijven- en woonpark krijgt met een station een belangrijke impuls. De ontwikkelaars stimuleren het opstellen van mobiliteitsplannen zeker voor de grote bedrijven (Kema, Tennet), maar ook voor het park als geheel. In 2010 heeft NS-reizigers de haalbaarheid van een nieuw station onderzocht. De uitkomst was dat het aantal in- en uitstappers ontoereikend is om een nieuw station rendabel te maken. Als indicatie van een noodzakelijk ruimtelijk programma om een station wel rendabel te maken, noemt de haalbaarheidsstudie een toevoeging van 15.000 arbeidsplaatsen of 15.000 inwoners of een combinatie van beide. Een dergelijk programma is niet reëel in Arnhems Buiten inclusief directe omgeving. Het zal vooral ook de combinatie en verknoping met andere vervoersstromen zijn die op termijn moet leiden tot voldoende in- en uitstappers.
Ontwikkelingsrichting en opgaven
Op korte termijn is de inzet gericht op het verbeteren van de openbaar-vervoer (bus)- en fietsbereikbaarheid van Arnhems Buiten, waaronder een mogelijke HOV-verbinding Arnhem-Wageningen. Een nieuwe fietsverbinding over de Nederrijn in Arnhem-west (zie 2.4 Mobiliteit) geldt als beleidsambitie. Ook voeren private partijen onderzoek uit naar de haalbaarheid van openbaar vervoer over water. De vervoerswaarde als mobiliteitsknooppunt (fiets, bus, auto, vervoer over water) zal toenemen. In de vervoersketen is realisatie van een stationshalte op langere termijn (na 2020) kansrijk en gewenst.