Plan: | Bestemmingsplan Spoorzone West |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0202.786-0201 |
Kenmerk van de Nederlandse ruimtelijke ordeningsregelgeving is dat er uitgegaan wordt van toelatingsplanologie. Een bestemmingsplan geeft aan welke functies waar zijn toegestaan en welke bebouwing opgericht mag worden. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan zijn keuzes gemaakt over welke functies waar mogelijk worden gemaakt en is gekeken welke bebouwing stedenbouwkundig toegestaan kan worden. De bestaande situatie is hierbij het uitgangspunt.
Het is noodzakelijk dat het bestemmingsplan een compleet inzicht biedt in de bouw- en gebruiksmogelijkheden binnen het betreffende plangebied. Het bestemmingsplan is het juridische toetsingskader dat bindend is voor de burger en overheid en geeft aan wat de gewenste planologische situatie voor het plangebied is. Deze situatie kan gaandeweg de planperiode wijzigen, bijvoorbeeld door veranderd stedenbouwkundig inzicht, functiewijziging veranderingen in gebruik. Ook ruimtelijke ontwikkelingen en vernieuwing van o.a. ruimtelijk, economisch, verkeerskundig en milieubeleid dragen bij aan de veroudering van geldende bestemmingsplannen.
Om recht te doen aan een goede ruimtelijke ordening binnen het plangebied wordt daarom aangegeven in welke situaties de bestemming wordt gekozen gelijk aan de oude bestemming (na strijdige situatie te hebben gewraakt) en in welke situaties een nieuwe bestemming wordt gegeven (positief bestemmen), waarmee de strijdige situatie wordt gelegaliseerd. Daarnaast wordt, indien van toepassing, aangegeven wanneer een strijdige situatie onder het overgangsrecht wordt gebracht.
In deze paragraaf worden de keuzes die zijn gemaakt nader onderbouwd. Hierbij zullen de bestemmingen in dezelfde volgorde als in de regels worden behandeld.
In de volgende subparagrafen worden de afzonderlijke bestemmingen die voorkomen in het bestemmingsplan besproken. Per bestemming wordt ingegaan op:
De bestemming verkeer kent in dit bestemminsplan een 'sub-bestemming' te weten: Verkeer - Railverkeer (artikel 3)
Verkeer - Railverkeer
De bestemming "Verkeer - Railverkeer" is gegeven aan spoorwegen voor personen en goederenvervoer met bijbehorende paden en groenaanleg. Het bouwen van in de bestemming passende bebouwing zoals geluidwerende voorzieningen is mogelijk binnen deze bestemming tot een maximumbouwhoogte van 3 meter (gemeten vanaf bovenkant van het spoor).
Functieaanduiding cultuur en ontspanning
Een gebouwtje gelegen aan de Noordelijke Parallelweg in de uiterste noord-westhoek van het spoorwegemplacement heeft een functieaanduiding "cultuur en ontspanning" gekregen. Met deze aanduiding kunnen binnen deze ruimte bepaalde vormen van recreatie zoals sport en ontspanning worden toegestaan. Andere vormen van recreatie zoals volkstuinen en (bouw)speelplaatsen zijn binnen deze functie-aanduiding niet toegestaan.
Op de plankaart is voor dit gebouw een apart bouwvlak aangegeven met daarin een maximale bouwhoogte (4,5 meter) en maximum bebouwingspercentage (40%) vastgelegd waar met de bebouwing binnen gebleven moet worden.
Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen
In de vigerende bestemmingsplannen gelden de bestemmingen "Spoorwegdoeleinden" (bestemmingsplan Oud Heijenoord) en "Spoorwegen" (bestemmingsplan noordelijk deel gemeente Arnhem). Deze bestemmingen worden in het nieuwe bestemmingsplan overgenomen.
Het gebouw dat nu de functieaanduiding cultuur en ontspanning krijgt is in het vigerende bestemmingsplan Oud Heijenoord bestemd als "bijzondere bebouwing". Dit is een ruimere bestemming waaronder b.v. ook een kerk of school valt. Deze bestemming wordt aangepast en meer afgestemd op het feitelijk gebruik dat in het gebouw wordt uitgeoefend.
De SVBP 2008 geeft ook de mogelijkheid dubbelbestemmingen op te nemen. Dubbelbestemmingen zijn bestemmingen die liggen over meerdere enkelbestemmingen en daar iets over zeggen. In dit bestemmingsplan zijn de volgende dubbelbestemmingen opgenomen:
Waarde - Archeologie (archeologisch waardevol gebied);
Waarde - Archeologie (hoge verwachtingskans);
Waarde - Archeologie (middelhoge verwachtingskans).
Waarde - Geomorfologie.
De drie dubbelbestemmingen Waarde - Archeologie gelden voor de zone in het gebied waarvoor een verschillende archeologische verwachtingskans geldt. De bijbehorende artikelen bevatten een aantal, naast de andere bestemmingsbepalingen, geldende beschermende bouwvoorschriften en nadere eisen. De zone waarbinnen sprake is van een archeologische verwachtingskans is op de plankaart nader aangeduid. Daarnaast is in de regels geregeld dat ter plaatse van de op de plankaart aangegeven zone een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden alleen mag worden afgegeven wanneer blijkt dat hierbij geen archeologische waarden worden geroerd. Daartoe geldt een onderzoeksplicht. De uitkomst van dit onderzoek is dat, voordat een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamhedenen wordt afgegeven, het inzichtelijk moet zijn dat hierbij geen archeologische waarden worden geroerd.
De dubbelbestemming Waarde - geomorfologie is opgenomen ter bescherming van de slijpbeek. Zie hierover meer hoofdstuk 4.2.6 (water). Voor werkzaamheden die dieper dan 1,5 meter de grond in gaan, is een omgevingsvergunning benodigd. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan alleen verleend worden indien door middel van een geohydrologisch onderzoek is aangetoond dat geen leemlagen worden beschadigd.
Vergelijking met de vigerende bestemmingsplannen
In de vigerende bestemmingsplannen zijn deze bestemmingen niet opgenomen en worden genoemde waarden ook niet op een andere wijze beschermd.