direct naar inhoud van 5.2 Milieu- en omgevingsaspecten
Plan: Bestemmingsplan Rivierzone 2013
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0202.767-0301

5.2 Milieu- en omgevingsaspecten

5.2.1 Geluid

Wegverkeer

Binnen het plangebied bevinden zich een beperkt aantal wegen. De wegen in het plangebied hebben een belangrijke functie als toegangs-/ontsluitingswegen van Arnhem en hebben daardoor ook een relatief hoge verkeersintensiteit. Van deze wegen zijn de relevante geluidscontouren in beeld gebracht. De berekende contouren geven een indicatief beeld van de toekomstige akoestische situatie van het bestemmingsplan Rivierzone. Op het moment dat binnen de 48 dB contour geluidgevoelige objecten bestemd worden, is nader akoestisch onderzoek noodzakelijk. De contourenkaart wegverkeer is weergegeven in bijlage 2 van de milieuaspectenstudie.

Railverkeer

Het plangebied Rivierzone wordt doorkruist door een tweetal spoorlijnen, te weten Arnhem-Zevenaar en Arnhem-Nijmegen. Van deze spoorwegen zijn de relevante geluidscontouren door het adviesbureau DGMR in beeld gebracht. De berekende contouren geven een indicatief beeld van de toekomstige akoestische situatie van het bestemmingsplan Rivierzone. Op het moment dat binnen de 55 dB contour (op de kaarten vergelijkbaar met de 57 dB(A) contour = oude dosismaat) geluidgevoelige objecten bestemd worden is nader akoestisch onderzoek noodzakelijk. De contourenkaart railverkeer is weergegeven in
bijlage 3 van de milieuaspectenstudie.

Industrie

De nieuwe wettelijke zone van het gezoneerd industrieterrein dient te zijn vastgelegd op de bestemmingsplankaart Rivierzone. Het bestemmingsplan Rivierzone maakt het mogelijk dat een scheepswerf voor de reparatie van schepen met een lengte van meer van 25 meter komt in de Malburgerhaven.

Uit het akoestisch onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting op de uiterste grens van de zone niet meer bedraagt dan 50 dB(A). Ter plaatse van de dijkwoningen in het plandeel de Plantage wordt de grenswaarde van 57 dB(A) niet overschreden. Op MTG's wordt de grenswaarde van 55 dB(A) niet overschreden. De geluidsbelasting op de zonebewakingspunten en de MTG's zijn opgenomen in bijlage 4 van de milieuaspectenstudie.

De uiterste grens van de zone van het gezoneerd industrieterrein Arnhem noord wordt in het kader van het paraplubestemmingsplan gewijzigd. Het gezoneerd industrieterrein wordt gewijzigd voor wat betreft de inrichting als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen en vergunningenbesluit (scheepswerf). De grens van de zone wordt gewijzigd. Deze wijziging, voor zover het de Rivierzone betreft, dient in onderhavig bestemmingsplan te worden opgenomen.

5.2.2 Luchtkwaliteit

Uit de Regionale Verkeers Milieukaart (RVMK) van de gemeente Arnhem zijn voor het peiljaar 2016/2017 de gegevens gehaald over de te verwachten luchtverontreinigingconcentraties langs de wegen binnen en grenzend aan het bestemmingsplan Rivierzone. De concentraties van stikstofdioxide (NO2) en fijnstof (PM10) zijn berekend conform het huidige reken- en meetvoorschrift.
Alleen langs de N325-IJsseloordweg wordt de grenswaarde van 40 mg/m3 voor NO2 overschreden. Deze overschrijding is echter niet van invloed op het plangebied. Ter hoogte van deze overschrijding worden geen ontwikkelingen mogelijk gemaakt.
De Wet Luchtkwaliteit legt derhalve voor het bestemmingsplan Rivierzone geen beperkingen op.

5.2.3 Hinder

De bedrijven binnen het plangebied betreffen hoofdzakelijk milieucategorie 2 en 3 bedrijven. In de directe omgeving van deze bedrijven zijn geen ontwikkeling voorzien. Bij ontwikkelingen binnen 30 meter van milieucategorie 2 en binnen 100 meter van milieucategorie 3 bedrijven moet getoetst worden aan de vergunde situatie van het bedrijf om te beoordelen of deze ontwikkeling mogelijk is. Door het conserverende karakter van het bestemmingsplan behoeven hieraan nu geen consequenties te worden verbonden. Voor wat betreft de eventuele hinder van bedrijven buiten het plangebied wordt verwezen naar het thema industrielawaai;

5.2.4 Externe veiligheid

Het externe veiligheidsrisico tengevolge van het vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, spoor, water, ondergrondse leidingen en de opslag van gevaarlijke stoffen bij bedrijven binnen het plangebied Rivierzone is geïnventariseerd. Binnen het plangebied vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats via de Rijn, de Pleijweg en het spoortraject Arnhem-Zevenaar. Op basis van de huidige transportgegevens en bevolkingsdichtheden wordt er binnen het plangebied voldaan aan de normen voor het Plaatsgebonden Risico (PR) en Groepsrisico (GR). Het GR hoeft niet te worden verantwoord omdat het om de bestemming groen of water gaat. Daarnaast ligt in de haven het lospunt van de Shell met een 10-6 plaatsgebonden risico-contour. Binnen deze contour is geen kwetsbaar object aanwezig. Ook wordt de oriënterende waarde voor het groepsrisico niet overschreden.

Door het plangebied loopt een 150 kV hoogspanningslijn. Het gaat hierbij om een bestaande situatie. Binnen de specifieke zones bevinden zich geen gevoelige objecten.

5.2.5 Groen en ecologie

Omdat er geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn gepland worden er dus geen verbodsbepalingen Flora- en faunawet overtreden, zijn er geen negatieve effecten op het (toekomstige) Natura 2000-gebied IJssel en is er geen aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden van de Ecologische Hoofdstructuur.

Voorwaarden zijn:

  • In de regels moet rekening worden gehouden met de ecologische waarden en natuurwaarden in bestemmingsomschrijvingen van “Natuur”, “Groen” en “Water”.
  • In de regels dient een aanlegvergunningsplicht te worden opgenomen voor de bestemmingen natuur, groen en recreatie.

Ontwikkellocatie Scheepvaartbedrijf Misti

Er worden geen verbodsbepalingen Flora- en faunawet overtreden, er zijn geen negatieve effecten op het (toekomstige) Natura 2000-gebied IJssel en er is geen aantasting van de wezenlijke kenmerken en waarden van de Ecologische Hoofdstructuur mits:

  • Er een strook van 55 meter tussen de functie 'scheepsreparatiebedrijf' (Misti) en de landtong wordt aangehouden; dit is als zodanig op de plankaart aangegeven.
  • De norm van 40 decibel wordt niet overschreden.
  • Er is geen lichtverstoring is. Verlichting is gericht op de ontwikkellocatie en op de ontsluitingsweg.

Tijdelijke locatie waterscouting Miguel Pro

Ook de tijdelijke vestiging van de waterscouting Miguel Pro in de Nieuwe Haven vormt geen verstoring.

5.2.6 Water

Oppervlaktewater

Het gehele gebied tussen de waterkeringen is primair bedoeld voor waterstaatsdoeleinden. Alle andere functies in het gebied zijn daar aan ondergeschikt.

In het plangebied wordt op enkele plekken oppervlaktewater vanuit het stedelijk gebied op de rivier geloosd; één locatie in Arnhem-zuid en drie locaties in Arnhem-noord. De Slijpbeek gelegen op de grens van de gemeente heeft de status van SED-beek wat betekent dat de huidige waterhuishoudkundige situatie minimaal gelijk moet blijven; het “stand still”-principe. Verder mogen er geen nadelige effecten optreden in het oppervlaktewater en grondwater door menselijke beïnvloeding en moet de invloed op ecologie, waterkwantiteit en -kwaliteit zo minimaal mogelijk gehouden worden. Als laatste voorwaarde geldt dat het beheer afgestemd moet worden op de natuurwaarden.

Grondwater

Bij ontwikkelingen in het plangebied geldt het uitgangspunt “Stand still-step forward”-principe: voor het grondwater is het niet toegestaan dat er een verslechtering ontstaat. Vanuit het waterbeleid gelden onder andere de volgende beperking:

  • Er mogen geen negatieve verstoringen van de grondwaterstanden en –stromingen worden veroorzaakt om grondwateroverlast en/of verdroging op de locatie en het boven- en benedenstrooms gelegen gebied te voorkomen.
  • Bij de ontwikkeling van bouwplannen moet rekening worden gehouden met de stand en de stromingsrichting van het grondwater. Voor de eventuele ondergrondse bouwwerken geldt als uitgangspunt dat deze de lokale grondwaterstroming en het grondwaterpeil niet permanent significant beïnvloeden. Bij ondergrondse bouw wordt in dit kader uitgegaan dat de constructie zodanig van aard zal zijn dat een permanente grondwateronttrekking niet noodzakelijk is.

Verder moet aangetoond worden dat de aanpassing geen negatieve effecten veroorzaken op de al bestaande omgeving.

Drinkwaterbescherming

Over een klein deel van het uiterwaarden ligt de beschermingszone van de drinkwaterwinning Ir. H. Symons. In bijna alle gevallen is de provincie het bevoegd gezag wat betreft de grondwateronttrekkingen ten behoeve van drinkwaterwinning en de bescherming van de intrekzones (25-jaarszone). Uitzondering hierop zijn de stedelijke winningen in o.a. Arnhem-zuid. Voor deze uitzonderingen moet de bescherming van de intrekzones geregeld worden via de bestemmingsplannen. Het grondwater moet uiteindelijk wel aan dezelfde voorwaarden voldoen; het einddoel voor zowel stedelijke als niet-stedelijke winningen is hetzelfde. Voor de eenduidigheid volgt de gemeente dan ook de provinciale richtlijnen. Daarom is een aanlegvergunning nodig voor alle werkzaamheden in de ondergrond binnen de berekende 25-jaarszone. Uitzondering op dit principe is dat normale stedelijke functies mogelijk zijn. Vanuit het provinciaal beleid is specifiek benoemd dat koude-warmteopslag binnen de 25-jaarszone niet is toegestaan.

Voor nieuwe ontwikkelingen geldt dat de risico's moeten worden afgewogen tegen de risico's van de huidige activiteiten (“Stand still-Step forward”-principe).

Regen- en afvalwatersysteem

In het plangebied is het tracé van het hoofdtransportriool van Arnhem-Noord naar de afvalwaterzuiveringsinstallatie in Duiven gelegen. Het tracé, een persleiding, loopt vanaf het Rijngemaal bij de John Frostbrug naar de kruising Oude Veerweg / IJsseloordweg, langs de Oude Veerweg, richting de zomerbedding van de IJssel. Ondertussen kruist de leiding de primaire waterkering. In de uiterwaarden maakt de leiding een knik waarna het, op ca 40 m. afstand parallel aan de rivier, richting de brug van de rijksweg A12 gaat en uiteindelijk naar de zuiveringsinstallatie. Ter bescherming geldt een beschermingsstrook van 10 m. breed boven de leiding. De leiding is eigendom van het waterschap Rijn & IJssel.

Op dit hoofdtransportriool prikken twee kleinere leidingen in, te weten:

  • Een persleiding, ook van het waterschap Rijn & IJssel, vanuit IJsseloord 2. Dit industrieterrein heeft een eigen rioolgemaal. De persleiding van dit gemaal prikt in de uiterwaarden in op het grote transportriool. De beschermingsstrook boven deze persleiding is 4 mtr. breed.
  • Een riooltransportleiding vanuit Arnhem-zuid en Huissen. Vanuit de Huissensche Uiterwaarden gaat dit riool onder de Nederrijn door en ligt vervolgens vlak langs de oever van de IJssel. Dit riool sluit aan bij de knik van het hoofdtransportriool van het waterschap Rijn & IJssel in de uiterwaarden. Dit transportriool is eigendom van het waterschap Rivierenland. De beschermingszone bij deze leiding bedraagt 6 m.

Bij zware regenval is het gemengde rioolstelsel in het bebouwd gebied meestal te klein gedimensioneerd om al het regenwater te kunnen verwerken. Ter ontlasting van het rioolstelsel zijn er overstorten in het stelsel aangebracht om te voorkomen dat het rioolwater op straat komt te staan. Deze riooloverstorten lozen het overtollige water op het oppervlaktewater. Binnen het plangebied liggen enkele riooloverstorten van het rioolstelsel van Arnhem-noord.

Verder bevinden zich binnen het plangebied enkele uitlaten van regenwaterstelsels.
De transportriolen en alle uitlaten staan (indicatief) op de waterattentiekaart aangegeven

Waterkering

Als bescherming tegen hoog water ligt langs het plangebied de primaire waterkering. Voor de instandhouding van de waterkering is de desbetreffende Keur van het waterschap van toepassing; voor de noordelijke kering de Keur van het waterschap Rijn & IJssel en voor de zuidelijke kering die van het waterschap Rivierenland. De waterkering bestaat uit een kernzone en een beschermingszone en kan per locatie verschillen. Voor de exacte begrenzing en beperkingen wordt verwezen naar de Legger waterkering en de Keur van beide waterschappen.

5.2.7 Bodem

Voor het bestemmingsplan is als eerste met behulp van het bodeminformatiesysteem van de gemeente Arnhem een inventarisatie uitgevoerd naar de bekende (mogelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging in het betreffende plangebied.

Voor grote delen van het rivierengebied (Nederrijn plus havens, uiterwaarden) is Rijkswaterstaat (RWS) bevoegd gezag voor de Wet bodembescherming (Wbb); dat betekent dat RWS in dat gebied beschikkingen afgeeft voor bodemsaneringen. In het rivierengebied is de gemeente Arnhem alleen bevoegd gezag Wbb voor de 'drogere oevergebieden' (steenfabrieksterreinen, Stadsblokken, de Praets, Rosandepolder, lage kades Arnhem-Noord en terrein bij Veerweg naar Westervoor nrs 23-27a).

Uit de inventarisatie is gebleken dat in het bestemmingsplangebied en in de directe nabijheid de volgende (mogelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging aanwezig zijn:

Adres   BISnr.   Aangetoond of potentieel geval   Omschrijving   Provinciale nummering  
Meinerswijk   0024   aangetoond   Ernstig niet urgent   VOS 030-030  
Stadsblokken-Groene rivier (vml stortplaats)   0023   Potentieel   Ernstig, niet urgent    
Onderlangs 10   0734   aangetoond   Enstig niet urgent    
Onderlangs/Boterdijk (ophooglaag)   0726   potentieel   Ernstig, niet urgent    
Meinerswijk (steenfabriek Meinerswijk)   0144   aangetoond   Ernstig, niet urgent    
Meinerswijk achter steenfabriek (stort)   0039   aangetoond   Ernstig, niet urgent    
Stadsblokkenweg (ASM-TERREIN)   0037   aangetoond   Ernstig, spoedeisendheid nog nader te bepalen    
Stadsblokkenweg (AUTOSLOOP)   0074   aangetoond   Ernstig, spoedeisendheid nog nader te bepalen    
Westervoortsedijk 7 (Vml. Gasfabriek)   0017   aangetoond   Ernstig en urgent    
Billitonterrein (lood)   0012   aangetoond   Ernstig, niet spoedeisend    
Nieuwe Havenweg/Billitonkade (ophooglaag)   1207   aangetoond   restverontreiniging    
Nieuwe Havenweg 11   0075   aangetoond   restverontreiniging    
Veerweg naar Westervoort/Pleijweg   2339   aangetoond   Ernstig, niet urgent    

Daarnaast ligt binnen het bestemmingsplan een tweetal gevallen van ernstige waterbodem-verontreinigingen nl. Malburgerhaven (ook wel bekend onder de naam Nieuwe Haven) en Haven van Coers. De Malburgerhaven is inmiddels gesaneerd. Er is nog wel sprake van een beperkte restverontreiniging. De haven van Coers is nog niet gesaneerd.

Direct aangrenzend aan het bestemmingsplangebied liggen de volgende grondwaterverontreinigingen:

Adres   BISnr.   Aangetoond of potentieel geval   Omschrijving  
Amsterdamseweg 38 e.o. (Neproma)   0032   aangetoond   Urgent sanering in uitvoering  
Rijnkade/Vossenstraat   2852   aangetoond   Ernstig, niet spoedeisend  

Conclusie

De geïnventariseerde en getoetste bodemgegevens geven voldoende inzicht in de bodemkwaliteit van het plangebied. Er zijn een aantal (mogelijke) gevallen van ernstige bodemverontreiniging aanwezig. Direct aangrenzend aan het plangebied liggen een tweetal grondwaterverontreinigingen.

De kwaliteit van de bodem (inclusief grondwater) vormt geen gevaar voor de volksgezondheid bij de aanwezige bestemmingen/functies in het beheerbestemmingsplangebied.

Omdat het een beheerbestemmingsplan betreft, is het onderzoek vooralsnog beperkt tot het uitvoeren van deze inventarisatie. Bij concrete bestemmingsplanwijziging en/of nieuwbouw plannen, waarbij nog onvoldoende inzicht bestaat in de bodemkwaliteit, kan een bodemonderzoek noodzakelijk zijn.

5.2.8 Cultuurhistorie en archeologie

Hoewel het plangebied een grotendeels uiterwaardengebied betreft, zijn er meerdere archeologische en overige cultuurhistorische waarden aanwezig. Er is een vindplaats waar Romeins materiaal is gevonden, hetgeen gezien de nabijheid van de limes niet verwonderlijk is. Daarnaast is er op basis van historische gegevens een aantal mogelijke vindplaatsen te duiden en zijn er zones met een archeologische verwachting: het uiterst westelijke deel (limes), nabij de oude nederzetting van Malburgen (buitendijks kasteel) en de Koningspleij (forten). Een behoorlijk deel van het plangebied heeft echter een lage archeologische verwachting gezien de geomorfologische en paleogeografische situatie. In het plangebied zijn ook cultuurhistorische waarden aanwezig. Dit de John Frostbrug (monument), fort Westervoort (aanwijzing tot monument), een bunker (idem), de spoorbrug naar Westervoort en relicten die samenhangen met de inrichting/het gebruik van het plangebied: verkavelingspatronen, wegen, dijken en een deel van de Grift.

In het plangebied liggen vele kansen om de cultuurhistorie uit verschillende perioden beleefbaar te maken en het verhaal te vertelen van het rivierenlandschap en onze omgang met water.